Vastgesteld 3 september 2009
De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat1 heeft een aantal vragen voorgelegd aan de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat bij brief van 9 juli 2009 (2009Z13646/2009D35492) over de brief van 2 juli 2009 houdende een afschrift van een brief aan het Overleg Orgaan Goederenvervoer inzake de overgangsbepalingen ADN(R).
De staatssecretaris heeft deze vragen beantwoord bij brief van 2 september 2009. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
U vraagt mij in een toelichting nader in te gaan op de volgende punten:
De concrete voorstellen: welke overgangsbepalingen worden in 2019, 2035, respectievelijk 2045 afgeschaft?
In bijlage 1 treft u de volledige lijst met bepalingen en de voorgestelde einddata zoals in Bonn besproken.1 De lijst is erg lang en inhoudelijk technisch van aard. Het gaat bijvoorbeeld over de constructie-eisen van de ladingtanks; productafhankelijke ventilatie-eisen; en de plaats van laaden losleidingen aan dek. In veel gevallen zijn de benodigde aanpassingen op Rijnschepen al doorgevoerd of gebeurt dit met de invoering van de dubbelwandigheid. Hierover is eerder besloten dit bij verlenging van het Certificaat van Goedkeuring vanaf 2019 verplicht te stellen. De regels gelden straks echter ook voor Oost-Europese en Russische schepen.
De gevolgen van deze voorstellen: van welk deel van de betreffende binnenvaartvloot is in 2019, 2035 respectievelijk 2045 de economische levensduur nog niet verstreken?
De gemiddelde economische afschrijvingstermijn van een binnenvaartschip bedraagt 30 jaar (bron: TNO). Het is niet precies bekend welke schepen van welke overgangsbepalingen gebruik maken. In theorie kunnen alle schepen gebouwd vóór 1995 de overgangsbepalingen toepassen. Er zijn momenteel circa 933 ADNR schepen in Nederland geregistreerd met een bouwjaar van vóór 1995 (bron: IVR). Het merendeel van de genoemde schepen is ruim vóór 1995 gebouwd en zal in 2019 economisch zijn afgeschreven. Met de invoering van de eis van dubbelwandigheid per 2019, zijn bovendien de meeste overgangsbepalingen bij deze (nieuwe) schepen geïncorporeerd.
Niet alle enkelwandige schepen zullen per definitie verdwijnen. Er zijn nog ongeveer dertig gevaarlijke stoffen die in het nieuwe ADN(R) enkelwandig mogen worden vervoerd. Daarnaast bestaan er uiteraard nog de niet-gevaarlijke stoffen. Met andere woorden, een schip hoeft niet perse uit de vaart te worden genomen als het op de genoemde data niet aan alle eisen voldoet.
In Nederland zijn de meeste schepen die gevaarlijke stoffen vervoeren aangesloten bij het Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart (CBRB). Eigenaars van oudere tankschepen die precies willen weten waar ze aan toe zijn, kunnen door deze organisatie een audit laten uitvoeren. Er wordt dan gekeken aan welke regels het schip reeds voldoet en welke aanpassingen de komende jaren nog nodig zijn en welke kosten daarmee gemoeid zijn.
Samenstelling:
Leden: Vendrik (GL), Van der Staaij (SGP), Snijder-Hazelhoff (VVD), Mastwijk (CDA), Jager (CDA), voorzitter, Koopmans (CDA), Gerkens (SP), Van der Ham (D66), Aptroot (VVD), Samsom (PvdA), Boelhouwer (PvdA), Roefs (PvdA), Jansen (SP), Cramer (CU), Van Heugten (CDA), Roemer (SP), Koppejan (CDA), Ten Broeke (VVD), ondervoorzitter, Ouwehand (PvdD), Polderman (SP), Tang (PvdA), De Rouwe (CDA), Linhard (PvdA), Meeuwis (VVD) en De Mos (PVV).
Plv. leden: Van Gent (GL), Van der Vlies (SGP), Boekestijn (VVD), Bilder (CDA), Vacature (CDA), Atsma (CDA), Van Bommel (SP), Koşer Kaya (D66), De Krom (VVD), Vermeij (PvdA), Jacobi (PvdA), Besselink (PvdA), Vacature (SP), Anker (CU), Sterk (CDA), Van Leeuwen (SP), Knops (CDA), Verdonk (Verdonk), Thieme (PvdD), Lempens (SP), Waalkens (PvdA), Haverkamp (CDA), Depla (PvdA), Neppérus (VVD) en Agema (PVV).