Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 december 2019
Hierbij stuur ik uw Kamer de antwoorden op de vragen van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de uitvoeringspraktijk van het Convenant onbedwelmd slachten volgens religieuze riten. Tevens geef ik met deze antwoorden invulling aan het verzoek van de commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit om de Kamer te informeren over de uitkomsten van het bestuurlijk overleg over het Convenant onbedwelmd slachten volgens religieuze riten met de betrokken partijen, zoals toegezegd tijdens het algemeen overleg NVWA op 8 februari 2018 (Kamerstuk 33 835, nr. 76).
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten
Vragen van de leden van de PvdD-fractie
1
Is er in 2018 export geweest van vlees afkomstig van dieren die in Nederland onverdoofd zijn geslacht? Zo nee, hoe kunt u dit uitsluiten? Zo ja, wat was de omvang van deze export, naar welke landen ging dit, uit welke slachthuizen is dit vlees afkomstig en welk deel van de dieren die zijn geslacht voor de export zijn hiervoor met voorafgaande (reversibele) bedwelming geslacht?
2
Kunt u uitsluiten dat vlees afkomstig van dieren die onverdoofd zijn geslacht in de reguliere verkoopkanalen terechtkomt en wordt verkocht als «gangbaar» vlees? Zo ja, hoe wordt hier toezicht op gehouden?
3
Op welke wijze kunt u garanderen dat vlees van dieren die onverdoofd zijn geslacht maar dat is afgekeurd voor het koosjer-circuit, wordt afgezet in het halal-circuit en hoe is het toezicht hierop vormgegeven?
Antwoord 1, 2 en 3
De NVWA houdt toezicht op het dierenwelzijn voor en tijdens de slacht en op de hygiëneregels ten aanzien van het vlees. De NVWA houdt geen toezicht op de bestemming die het vlees van dieren die onverdoofd geslacht zijn krijgt.
In artikel 3 van het addendum behorende bij het Convenant is vastgelegd dat er een stelsel wordt vormgegeven waarmee wordt geborgd dat jaarlijks in Nederland niet meer dieren onbedwelmd ritueel worden geslacht dan noodzakelijk om aan de daadwerkelijke behoefte van de in Nederland aanwezige religieuze gemeenschappen aan vlees van onbedwelmd ritueel geslachte dieren te voldoen. De convenantpartners hebben in het bestuurlijk overleg van 28 november jl. toegezegd in het eerste kwartaal van 2020 informatie aan te leveren met betrekking tot deze Nederlandse behoefte. Aan de hand hiervan zal ik in samenspraak met de convenantpartners bezien of hiertoe verdere stappen gezet moeten worden.
Daarnaast is eerder aan uw Kamer gemeld (Kamerstuk 31 571, nr. 27) dat NIK en CMO zullen werken aan een privaat stelsel voor herkenbare en separate afzet. In het eerste kwartaal van 2020 zullen de convenantpartners mij informatie over concrete uitwerking doen toekomen. Door NIK is wederom bevestigd dat wanneer een dier door de joodse rituele slachter geslacht wordt, maar het vlees daarvan geen bestemming krijgt binnen de joodse gemeenschap, dit vlees een bestemming kan krijgen binnen het halal-circuit.
4
Is het nog altijd zo dat 65% van de runderen, na volgens de shechita te zijn aangesneden, op basis van de beoordeling van interne organen toch als niet-koosjer wordt beoordeeld door de joods-religieuze autoriteit en dat daarnaast de «achterhand» van karkassen altijd als niet-koosjer wordt beschouwd?
Antwoord
In de brief van Staatssecretaris Van Dam d.d. 9 juni 2017 (Kamerstuk 31 571, nr. 29) is aangegeven dat er destijds 65% van de runderen, na volgens de shechita te zijn aangesneden, op basis van de beoordeling van interne organen toch als niet-koosjer wordt beoordeeld door de joods-religieuze autoriteit en dat daarnaast de «achterhand» van karkassen altijd als niet-koosjer wordt beschouwd. Er is geen actuele informatie beschikbaar.
Wel is door NIK bevestigd dat wanneer een dier door de joodse rituele slachter geslacht wordt, maar het vlees daarvan geen bestemming krijgt binnen de joodse gemeenschap, dit vlees een bestemming kan krijgen binnen het halal-circuit.
5
Hoe kunt u uitsluiten dat dit afgekeurde vlees in de reguliere verkoop belandt, waardoor consumenten die vlees kopen mogelijk producten kopen die afkomstig zijn van onbedwelmd geslachte dieren uit de koosjere slacht, zonder dat te weten?
Antwoord
Ik verwijs uw Kamer naar mijn antwoord op de vragen 1 tot en met 3.
6
Kunt u uitsluiten dat de 40-secondenregel in de praktijk leidt tot meer aangesneden dieren omdat meer vlees afgekeurd wordt naar aanleiding van de 40-secondenregel? Zo ja, op grond waarvan kunt u dat uitsluiten?
Antwoord
In principe is, zoals de convenantpartners bij de totstandkoming van het addendum hebben bevestigd, het alsnog krijgen van een bedwelming na het onbedwelmd aansnijden geen belemmering voor het predicaat koosjer- of halalwaardig. De 40-secondenregel hoeft dus geen aanleiding te zijn om meer dieren voor onbedwelmde slacht aan te bieden (Kamerstuk 31 571, nr. 32). Door NIK is voorts bevestigd dat wanneer een dier door de joodse rituele slachter geslacht wordt, maar het vlees daarvan geen bestemming krijgt binnen de joodse gemeenschap, dit vlees een bestemming kan krijgen binnen het halal-circuit.
7
Kunt u bevestigen dat wanneer onbedwelmd wordt geslacht voor het verkrijgen van koosjer vlees, altijd wordt gewacht met het geven van bedwelming tot kort voor het verstrijken van de 40 seconden?
Antwoord
De NVWA houdt toezicht op de 40-secondenregel. Wanneer een dier na 40 seconden nog tekenen van bewustzijn vertoont, dan wordt het dier bedwelmd.
8
Wat gebeurt er met het vlees dat is afgekeurd als halal en hoe is het toezicht hierop vormgegeven?
Antwoord
Ik verwijs uw Kamer naar mijn antwoord op de vragen 1 tot en met 3.
9
Hoeveel slachthuizen die slachten voor de halal-markt slachten nu al standaard met voorafgaande (reversibele) bedwelming?
Antwoord
Over deze informatie beschik ik niet. De NVWA houdt per slachthuis de aantallen dieren die bedwelmd, dan wel onbedwelmd worden geslacht bij. De methode van bedwelming wordt niet geregistreerd.
10
Wat zijn de verschillen tussen de verschillende soorten halal-certificaten die in Nederland worden uitgegeven?
Antwoord
Het uitgeven van certificaten is een private aangelegenheid. Ik kan uw Kamer hier dan ook niet nader over informeren.
11
Aan welke eisen moeten bedrijven voldoen onder de verschillende halal-certificaten?
Antwoord
Ik verwijs uw Kamer naar mijn antwoord op vraag 10.
12
Welk deel van de halal-certificaten wordt uitgegeven aan slachthuizen die slachten met voorafgaande (reversibele) bedwelming?
Antwoord
Ik verwijs uw Kamer naar mijn antwoord op vraag 10.
13
Waarom wordt niet standaard, maar wel bij de slacht voor het Offerfeest geregistreerd hoeveel dieren direct na het aansnijden een bedwelming kregen, hoeveel dieren kort voor het verstrijken van de 40 seconden een bedwelming kregen en hoeveel dieren geen bedwelming kregen omdat ze binnen 40 seconden na het aansnijden het bewustzijn hadden verloren?
Antwoord
De NVWA ziet toe op de juiste uitvoering van de wettelijke regels bij slachthuizen, ook bij onbedwelmde slacht. Registratie van in de vraag genoemde criteria gedurende het Offerfeest vindt sinds het van kracht worden van het Convenant onbedwelmd slachten handmatig plaats. Het Offerfeest is namelijk een afgebakende periode van drie dagen waarbinnen er relatief veel dieren onbedwelmd geslacht worden, waarvan de NVWA dagrapportages maakt. Deze rapportages geven direct weer hoe de uitvoering van het Convenant gedurende het Offerfeest verloopt en dit wordt geëvalueerd.
14
Hoeveel slachthuizen zijn bij het ingaan van het Convenant overgestapt op rituele slacht met bedwelming?
Antwoord
Op, of kort na 1-1-2018 zijn een twintigtal slachthuizen gestopt met onbedwelmd slachten. Het is mij niet bekend of deze slachthuizen zijn overgestapt op bedwelmd ritueel slachten. De overheid hanteert alleen het onderscheid bedwelmde of onbedwelmde slacht en niet of sprake is van een bepaalde rite.
15
Hoe hoog zijn de kosten van de investeringen die slachthuizen hebben moeten maken om aan de afspraken uit het convenant te voldoen?
Antwoord
Bij de verankering van het Convenant in het Besluit houders van dieren is gekeken naar de effecten daarvan op de bestaande slachthuizen. Destijds is de inschatting gemaakt dat een aantal bedrijven mogelijk nieuwe apparatuur aan zou moeten schaffen voor het fixeren van dieren. Er is uitgegaan van 80 bedrijven waarbij een investering van € 500 nodig zou zijn. Graag verwijs ik uw Kamer voor overige effecten van de verankering van het Convenant naar de passage aangaande regeldruk die is opgenomen in de toelichting bij de totstandkoming van die wijziging van het Besluit houders van dieren (Stb. 2017, nr. 326).
16
Hoeveel van de slachterijen met een registratie om onbedwelmd te slachten, richten zich exclusief op deze vorm van slacht?
Antwoord
Een tiental slachterijen richt zich exclusief op onbedwelmd slachten. Tijdens het offerfeest zijn er meer slachthuizen die zich tijdelijk richten op onbedwelmde slacht. Zij hebben dus wel een registratie om dit te mogen doen, maar slachten gedurende het jaar voor de reguliere markt.
17
Kunt u garanderen dat alle slachthuizen die onbedwelmd slachten de technische verfijningen die in het tweede WAC-advies zijn beschreven hebben doorgevoerd, niet alleen in hun «standaardwerkwijzen» maar ook in de dagelijkse uitvoeringspraktijk? Zo ja, hoe kunt u dit garanderen?
Antwoord
De Vereniging voor Slachterijen en Vleesverwerkende bedrijven (VSV) heeft toegezegd dat eind 2019 alle aangesloten slachthuizen de technische verfijningen opgenomen hebben in hun standaardwerkwijzen. De NVWA ziet erop toe dat dit ook doorgevoerd is in de dagelijkse uitvoeringspraktijk.
18
Hoeveel overtredingen heeft de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) tot nu toe geconstateerd bij het onverdoofd slachten van dieren in 2019 en wat waren dit voor overtredingen?
Antwoord
Tot zover is dit jaar 123 keer een «voldoet niet» geconstateerd. De overtredingen betroffen:
• Onvoldoende vakbekwaamheid;
• Niet correct fixeren;
• Niet correct steken/verbloeden;
• Niet correct nabedwelmen.
19
Kunt u een nadere toelichting geven op de 242 overtredingen die in 2018 zijn vastgesteld bij het onbedwelmd slachten?
Antwoord
Het betrof overtredingen aangaande:
• Onvoldoende vakbekwaamheid;
• Niet correct fixeren;
• Niet correct steken/verbloeden;
• Niet correct nabedwelmen.
20
Wat betekent het voor het dier als het steken en verbloeden niet correct wordt uitgevoerd?
21
Wat betekent het voor het dier als het fixeren niet correct wordt uitgevoerd?
22
Wat betekent het voor het dier als de nabedwelming niet correct wordt toegepast?
Antwoord 20, 21, 22
Ik onderstreep het belang van het correct en zorgvuldig uitvoeren van alle handelingen gedurende het slachtproces. Dit ter bescherming van het welzijn van het dier bij het doden. Dit belang dient ook geborgd te worden wanneer het gaat om onbedwelmd slachten. Ter voorkoming van vermijdbaar lijden, dient het steken, verbloeden, fixeren en nabedwelmen correct toegepast te worden. Het incorrect toepassen van een van deze handelingen heeft mogelijk tot gevolg dat vermijdbaar lijden optreedt. Een toezichthoudend NVWA dierenarts ziet hier op toe en geeft wanneer nodig aanwijzingen.
23
Welke omissies zijn er in 2018 en 2019 aangetroffen op het gebied van de vakbekwaamheidseisen van het personeel?
Antwoord
In 2018 is 16 keer een «voldoet niet» geconstateerd met betrekking tot vakbekwaamheidseisen, in 2019 tot dusver 12 keer. Het ging om;
• personeel dat zonder getuigschrift was ingezet (dit betekende overigens niet altijd dat ze niet correct werkte);
• personeel (met getuigschrift) dat niet correct werkte, bijv.: was niet bekend met werkinstructies of voerde controles op afwezigheid bewustzijn verkeerd uit.
Vragen van de leden van de DENK-fractie
1
Is er al een begin gemaakt met de evaluatie van het Convenant, die er in 2021 zou moeten zijn?
Antwoord
Als gevolg van de totstandkoming van het Convenant en de verankering daarvan in het Besluit houders van dieren is het dierenwelzijn bij het proces van onbedwelmd slachten volgens religieuze riten verbeterd. Zowel op ambtelijk als op bestuurlijk niveau wordt met de convenantpartners gesproken over de stand van zaken en uitvoeringspraktijk. Een evaluatie van het Convenant zal in 2021 plaatsvinden. Voorbereidingen hiervoor zullen tijdig getroffen worden. Ik blijf in gesprek met de convenantpartners om geïnformeerd te blijven over de stand van zaken en de uitvoeringspraktijk. Tevens informeert de NVWA mij regelmatig over de uitvoering van het Convenant.
2
Hoe gaat de evaluatie ingericht worden, heeft u hiervoor al een onderzoeksbureau op het oog en hoe zullen de convenantspartijen hierbij betrokken worden?
Antwoord
De inrichting van de evaluatie dient nog vormgegeven te worden. Bij het vormgeven zal bezien worden of en zo ja welk onderzoeksbureau betrokken zal worden. De convenantspartijen zullen in ieder geval betrokken worden bij de evaluatie.
3
Is een tussenevaluatie in de maak? Zo nee, kan deze alsnog mogelijk worden gemaakt?
Antwoord
Er is geen tussenevaluatie in de maak. Wel vinden gesprekken plaats met de convenantspartijen om de gang van zaken te bespreken.
4
Wat is de stand van zaken met betrekking tot het overleg met de convenantspartijen?
Antwoord
September 2019 heeft een ambtelijk overleg met de convenantspartijen plaats gevonden. Op 28 november jl. heeft een constructief bestuurlijk overleg plaats gevonden met de convenantpartners. Hierbij is gesproken over de stand van zaken rondom het Convenant, de opname van technische verfijningen in de standaardwerkwijzen van slachterijen, artikel 3 van het addendum en de toezegging (Kamerstuk 31 571, nr. 27) dat NIK en CMO zullen werken aan een privaat stelsel voor herkenbare en separate afzet.
Het Convenant wordt als werkbaar ervaren door de convenantpartners. Gelet op de uitvoeringspraktijk van het Convenant kan geconcludeerd worden dat het Convenant werkt conform de afspraken.
Ten aanzien van de opname van technische verfijningen in Standaard Werkwijze heeft de Vereniging voor Slachterijen en Vleesverwerkende bedrijven (VSV) toegezegd dat eind 2019 alle aangesloten slachthuizen de technische verfijningen opgenomen hebben in hun standaardwerkwijzen. De NVWA ziet erop toe dat dit ook doorgevoerd is in de dagelijkse uitvoeringspraktijk.
Met het oog op de uitwerking van het stelsel, bedoeld in artikel 3 van het addendum, zullen de convenantpartners in het eerste kwartaal van 2020 de informatie aanleveren om te bepalen wat de daadwerkelijke behoefte van de in Nederland aanwezige religieuze gemeenschappen is aan vlees van onbedwelmd ritueel geslachte dieren. Aan de hand van deze informatie zal ik in samenspraak met de convenantpartners bezien of hiertoe verdere stappen gezet moeten worden. Ten aanzien van een privaat systeem om te borgen dat vlees van onbedwelmd ritueel geslachte dieren herkenbaar en separaat afgezet wordt, zullen de convenantpartners mij in het eerste kwartaal van 2020 informatie over de concrete uitwerking doen toekomen.
5
Zijn de convenantspartijen nog steeds dezelfde (personen) of zijn er nog andere partijen overwogen?
Antwoord
De convenantspartijen zijn dezelfde organisaties als ten tijde van het ondertekenen van het Convenant.
6
Wat kunt u zeggen over de voorlopige effecten van het Convenant?
Antwoord
Ik verwijs uw Kamer graag naar mijn antwoord op vraag 4.
7
Wordt het convenant als werkbaar ervaren door alle betrokken partijen, waaronder de convenantspartijen?
Antwoord
Ik verwijs uw Kamer graag naar mijn antwoord op vraag 4.
8
Op welke manier wordt dit vanuit uw ministerie gemonitord en welke rol speelt de NVWA hierin?
Antwoord
Mijn ministerie, waaronder de NVWA, heeft contact met alle betrokken convenantspartijen en voert hier gesprek mee om de werkbaarheid van het convenant te monitoren.
9
Klopt het dat de NVWA betrokken is bij elke rituele slachting?
Antwoord
De NVWA houdt permanent toezicht bij elke onbedwelmde slachting. Dat betekent dat de NVWA, los van de verplichte reguliere ante-mortemkeuring die bij elke slachting (bedwelmd en onbedwelmd) plaatsvindt, ook tijdens het onbedwelmd doden van dieren aanwezig is en toezicht houdt.
10
Wat zouden de voor- en nadelen zijn van alleen controleren op basis van steekproeven en hoe is dit in andere landen geregeld?
Antwoord
Ter borging van het dierenwelzijn bij onbedwelmd slachten, is er permanent toezicht van een NVWA dierenarts. Steekproefsgewijs controleren bij onbedwelmd slachten heeft mogelijk als nadelig gevolg dat het dierenwelzijn niet als zodanig gewaarborgd wordt, tenzij er een kwaliteitssysteem ingericht wordt waarbij eenzelfde niveau van toezicht gewaarborgd wordt. Dit zou dan in combinatie moeten met steekproeven door de NVWA. Ik heb geen informatie over hoe dit in andere landen geregeld is. Indien er alleen gecontroleerd wordt op basis van steekproeven zouden er minder kosten zijn voor slachterijen.
11
Hoeveel personeelscapaciteit heeft de NVWA gezet op onverdoofd ritueel slachten?
Antwoord
Van mei t/m december 2018 is 1,5 fte (2.037 uur) ingezet voor toezicht op onbedwelmd slachten.
Van januari t/m de eerste week van oktober 2019 was dit 1,7 fte (2.358 uur).
De NVWA is aanwezig en houdt toezicht bij elke onbedwelmde slacht.
12
Welk percentage van de totale personeelscapaciteit is dit?
Antwoord
Voor 2018 (vanaf mei) was dit circa 4%. Voor 2019 is het tot dusver ook circa 4%. Hierbij is niet uitgegaan van de totale personeelscapaciteit van de NVWA, maar van het aantal fte’s voor toezicht op onbedwelmd slachten, dat is afgezet tegen het aantal fte’s voor het reguliere toezicht bij de ante-mortemkeuring van de dieren na aankomst op het slachthuis.
13
Wat zijn de kosten van deze controles?
Antwoord
Voor het toezicht op onbedwelmd slachten geldt het reguliere NVWA-tarief voor retribueerbare activiteiten. Het NVWA-tarief erkende bedrijven 2019 voor toezicht op onbedwelmde rituele slacht betreft:
Starttarief per persoon |
€ 157,52 |
Kwartier medewerker keuring of inspectie |
€ 32,39 |
Toeslag buiten openingstijd per persoon per kwartier |
€ 9,71 |
Toeslag te late aanmelding per persoon per kwartier |
€ 9,71 |
Toeslag te late aanmelding/onderbreking/uitstel per persoon per kwartier |
€ 32,39 |
Toeslag uitloop per persoon per kwartier |
€ 32,39 |
14
Welk percentage van de dieren moet na 40 seconden alsnog bedwelmd worden en welk gedeelte daarvan is acceptabel als halalvlees en als koosjervlees?
Antwoord
Ik verwijs u naar mijn antwoord 1 tot en met 3, alsook mijn antwoord 14 op de vragen van de PvdD-fractie.
15
Klopt het dat de beslissing om alsnog te bedwelmen na 40 seconden wordt genomen op basis van de cornea- en geïnduceerde ooglidreflectie? Zo ja, wat is het verschil met de toets op dreigreflex en pijnprikkel?
Antwoord
Ja, dat klopt. De cornea- en geïnduceerde ooglidreflectie tonen volgens wetenschappelijke normen bewustzijnsverlies aan. De dreigreflex en pijnprikkel tonen dit volgens wetenschappelijke normen niet aan. De cornea- en geïnduceerde ooglidreflectie zijn dan ook opgenomen door de overheid als toetsingscriteria voor het verlies van bewustzijn.
16
Hoeveel dieren worden er nu geslacht in Nederland (uitgesplitst naar de diverse dieren) en hoeveel dieren worden er nu halal cq koosjer geslacht in Nederland (uitgesplitst naar de diverse dieren)?
Antwoord
In onderstaande tabel zijn de totaal aantallen geslachte dieren opgenomen en het aantal onbedwelmde dieren per diersoort voor 2018. De cijfers voor 2019 zijn nog niet beschikbaar.
2018 Aantallen geslachte dieren |
2018 Aantallen onbedwelmd geslachte dieren |
|
---|---|---|
Runderen |
584.773 |
10.849 |
Kalveren |
1.603.695 |
1.283 |
Schapen < 1 jaar |
389.094 |
47.154 |
Schapen > 1 jaar |
140.483 |
5.547 |
Geiten |
177.886 |
2.025 |
Totaal |
2.895.931 |
66.858 |