Voorgesteld 2 september 2009
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat in tbs-klinieken een beperkt aantal vreemdelingen zit dat illegaal verblijft of ongewenst is verklaard in Nederland en dat niet kan worden uitgezet naar het land van herkomst;
constaterende, dat de voorliggende wetswijziging geen oplossing zal bieden voor dit probleem omdat er altijd een groep zal blijven die niet uitgezet kan worden;
constaterende, dat deze vreemdelingen nooit op (begeleid) verlof kunnen en daarmee geen kans hebben te resocialiseren, waardoor de tbs-maatregel nooit kan worden opgeheven;
van oordeel, dat het niet opheffen van de tbs-maatregel omdat iemand ongewenst is verklaard of illegaal verblijft in Nederland, ongewenst en inhumaan is;
overwegende, dat de oplossing gelegen zou kunnen zijn in het bieden van een tijdelijke verblijfsvergunning, waardoor ook deze vreemdelingen op verlof kunnen;
verzoekt de regering zo spoedig mogelijk met een oplossing te komen voor deze groep mensen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Velzen
Azough