Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State van het Koninkrijk d.d. 9 mei 2008 en het nader rapport d.d. 7 juli 2008, aangeboden aan de Koningin door de minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de minister van Justitie. Het advies van de Raad van State van het Koninkrijk is cursief afgedrukt.
Bij Kabinetsmissive van 7 april 2008, no. 08.001082, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Minister van Justitie, bij de Raad van State van het Koninkrijk ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van rijkswet houdende goedkeuring van het voornemen tot intrekking van voorbehouden bij een aantal verdragen en protocollen inzake de bestrijding van terrorisme, met memorie van toelichting.
Het voorstel strekt ertoe ongeclausuleerde secundaire universele rechtsmacht te vestigen ten aanzien van de in een vijftal verdragen opgenomen terroristische misdrijven en misdrijven die wat betreft oogmerk en effect daarmee vergelijkbaar zijn. Dit gebeurt door de bij deze verdragen gemaakte voorbehouden in te trekken. De Raad van State van het Koninkrijk onderschrijft de strekking van het voorstel van rijkswet, maar maakt daarbij de volgende kanttekeningen.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 7 april 2008, no. 08.001082, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State van het Koninkrijk zijn advies inzake het bovenvermelde voorstel van rijkswet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 9 mei 2008, nr. W03.08.0118/II/K, bied ik U hierbij aan.
1. In paragraaf 5 van de memorie van toelichting wordt vermeld dat de regering van de Nederlandse Antillen heeft aangegeven dat zij medegelding voor haar land wenselijk acht. De benodigde uitvoeringswetgeving is momenteel nog niet gereed; opgemerkt wordt dat niet valt te voorzien op welke termijn in de benodigde uitvoeringswetgeving zal zijn voorzien. De toelichting meldt verder dat een voorbehoud dat (mede) is gemaakt voor één van de landen pas zal worden ingetrokken nadat in de benodigde uitvoeringswetgeving is voorzien. Mede gelet hierop en omdat nog niet duidelijk is wanneer de uitvoeringswetgeving gereed zal zijn, adviseert de Raad in de toelichting uiteen te zetten wat de consequenties zijn van het vooralsnog uitblijven van deze uitvoeringswetgeving en daarbij het belang van het Koninkrijk en van de internationale rechtsorde bij de spoedige intrekking van de voorbehouden en bekrachtiging van alle verdragen te betrekken.
Eveneens in paragraaf 5 van de memorie van toelichting wordt uiteengezet dat de regering van Aruba zich nog beraadt over de intrekking van de voorbehouden voor haar land. Gelet op de ernst van de betrokken misdrijven acht de Raad vestiging van ongeclausuleerde secundaire universele rechtsmacht in alle landen van het Koninkrijk wenselijk. De Raad adviseert de ministerraad van het Koninkrijk intrekking van de voorbehouden in alle landen van het Koninkrijk te bevorderen.
1. De Raad heeft een aantal opmerkingen over paragraaf 5 van de memorie van toelichting betreffende de Koninkrijkspositie. Naar aanleiding van deze opmerkingen is deze paragraaf met een alinea aangevuld. Tevens is deze paragraaf geactualiseerd: de regering van Aruba heeft thans aangegeven dat ingestemd kan worden met intrekking van de voorbehouden voor Aruba. In de toegevoegde alinea is, overeenkomstig het advies van de Raad, ingegaan op de gevolgen van het (vooralsnog) uitblijven van uitvoeringswetgeving in de Nederlandse Antillen en Aruba. Daarnaast is ingegaan op het belang van het Koninkrijk en van de internationale rechtsorde bij de vestiging van ongeclausuleerde secundaire universele rechtsmacht in alle landen van het Koninkrijk, bij het intrekken van de voorbehouden en bij de bekrachtiging van de verdragen en protocollen waarbij de voorbehouden destijds zijn gemaakt voor het gehele Koninkrijk.
2. Voor een redactionele kanttekening verwijst de Raad naar de bij het advies behorende bijlage.
2. De redactionele kanttekening is overgenomen.
De Raad van State van het Koninkrijk geeft U in overweging het voorstel van rijkswet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, aan de Staten van de Nederlandse Antillen en aan die van Aruba, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.
Ik moge U, mede namens de Minister van Justitie, verzoeken het hierbij gevoegde voorstel van rijkswet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Staten van de Nederlandse Antillen en de Staten van Aruba te zenden.
– In paragraaf 2.2 van de memorie van toelichting «het ontbreken van prioritaire rechtsmachtaanspraken» vervangen door: het feitelijk ontbreken van prioritaire rechtsmachtaanspraken.
De oorspronkelijke tekst van de memorie van toelichting zoals voorgelegd aan de Raad van State van het Koninkrijk is ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.