Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 september 2009
Tijdens de eerste termijn van de Tweede Kamer inzake de initiatiefwet «medezeggenschap van pensioengerechtigden in pensioenfondsbesturen (31 537) op 2 september jl. is door de leden Omtzigt, Linhard en Ortega-Martijn een motie ingediend, waarop de indieners hebben aangegeven schriftelijk te zullen reageren.
De indieners constateren dat de motie sociale partners en vertegenwoordigers van ouderen oproept binnen 10 weken een breed gedragen voorstel te formuleren m.b.t. de vraagstukken waar de initiatiefwet een wettelijke regeling voor wil bieden. De indieners zijn van mening dat de vraagstukken waarvoor besturen van pensioenfondsen nu worden geplaatst vragen om een spoedige wettelijk regeling m.b.t. de deelname van pensioengerechtigden. Tegelijkertijd kunnen indieners zich voorstellen dat nader overleg tussen sociale partners en vertegenwoordigers van ouderen een spoedige wettelijke regeling naderbij kan brengen. De indieners zullen de beantwoording van de vragen die de Tweede Kamer in eerste termijn heeft gesteld daarom aanhouden totdat bekend is wat de uitslag is van bovengenoemd overleg, e.e.a. met inachtname van de in de motie genoemde termijn.
Koşer Kaya
Blok