Ontvangen 19 februari 2009
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Artikel I, onderdeel C, artikel 13h, wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. De verwerking, bedoeld in artikel 13hb, wordt uitsluitend verricht door de beroepsbeoefenaar die de cliënt zorg verleent.
Aan artikel I, onderdeel C, wordt na artikel 13h een artikel ingevoegd, luidende:
1. In zorginformatiesystemen die, anders dan via het landelijk schakelpunt, op elkaar zijn aangesloten of waarvan meer dan één zorgaanbieder gebruik kan maken, worden persoonsgegevens, waaronder de persoonsgegevens betreffende de gezondheid van een cliënt, slechts verwerkt voor zover:
a. dat noodzakelijk is met het oog op een goede behandeling of verzorging van de cliënt; en
b. de cliënt tegen die verwerking geen bezwaar heeft gemaakt.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de verwerking, bedoeld in het eerste lid, inzake:
a. personen die bevoegd zijn tot verwerking van de gegevens;
b. rechten van de cliënt met betrekking tot de verwerking van zijn gegevens in het dossier, en
c. de beveiliging van de gegevens en van de verwerking daarvan.
3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over het gebruik van het UZI-abonneenummer en het UZI-nummer in de in het eerste lid bedoelde zorginformatiesystemen.
Artikel IV komt te luiden:
De Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg wordt als volgt gewijzigd:
1. In artikel 10, tweede lid, wordt «Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg» vervangen door: Kaderwet elektronische zorginformatieuitwisseling.
2. Aan artikel 47, eerste lid, onderdeel b, wordt onder de vervanging van de punt aan het slot door een komma, de volgende zinsnede toegevoegd: waaronder mede enig handelen of nalaten in strijd met hetgeen bij of krachtens de artikelen 13h en 13hb van de Kaderwet elektronische zorginformatieuitwisseling is gesteld, wordt begrepen.
Het voorliggende wetsvoorstel ziet op het landelijke dossier. Er zijn echter op dit moment veel dossiers in regionale netwerken in zorginformatiesytemen die, anders dan via het landelijk schakelpunt, op elkaar zijn aangesloten of waarvan meer dan één zorgaanbieder gebruik kan maken. Dit amendement voorziet erin dat ook met betrekking tot deze dossiers minimumeisen gesteld kunnen worden door de minister.
Dit maakt deze regionale uitwisseling veiliger en verhoogt de standaarden. De invoering van deze eisen dient na overleg met veldpartijen plaats te vinden.
Het is de bedoeling van de indiener dat de volgende eisen worden vastgelegd:
Onder het tweede lid, onderdeel a:
– aanwijzing dat alleen beroepsbeoefenaren toegang mogen hebben;
– dat er een behandelrelatie moet zijn.
Onder het tweede lid, onderdeel b:
– het bezwaar tegen opname van gegevens, alsmede de mogelijkheid om gegevens te wissen;
– inzagerecht cliënt, zowel op papier als elektronisch van zowel de medische gegevens als de loggegevens.
Indien mogelijk dient het inzagerecht gestandaardiseerd te worden met het landelijke dossier, zodat een persoon op één plaats kan zien waar medische gegevens zijn opgeslagen.
Onder het tweede lid, onderdeel c, en derde lid:
– toegang alleen mogelijk met UZI-pas, mits technisch uitvoerbaar;
– eisen voor goed beheerd zorgsysteem.
Ingevolge artikel 16a is de minister bevoegd om zorgaanbieders een bestuurlijke boete op te leggen ter zake van overtreding van het bij of krachtens artikel 13hb bepaalde.
Omtzigt
Vermeij