Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 februari 2011
Naar aanleiding van uw vragen over de brief van de Nieuw-Zeelandse minister Carter aan een Nederlandse inwoner van Nieuw-Zeeland en de stand van zaken ten aanzien van de besprekingen met Nieuw-Zeeland over het socialezekerheidsverdrag (2010Z19441/2010D51554), deel ik u het volgende mee.
De brief van minister Carter van juli 2009 geeft het beleid van Nieuw-Zeeland weer om wettelijke ouderdomspensioenen uit andere landen, waaronder de AOW, in mindering te brengen op het Nieuw-Zeelandse pensioen, de zogenaamde superannuation.
Per brief van 22 maart 2010 heb ik u geïnformeerd dat ik over deze kwestie besprekingen met Nieuw-Zeeland ben begonnen (Kamerstuk 31 448, nr. 11). Gesproken is over de gevolgen van het verdrag voor AOW-gerechtigden in Nieuw-Zeeland en voor de verdeling van de pensioenlasten tussen beide landen. Inzet van deze besprekingen is om tot een gunstiger toepassing van het verdrag voor deze groep AOW-gerechtigden te komen.
De Nieuw-Zeelandse delegatie heeft aangegeven de besproken onderwerpen eerst voor te willen leggen aan hun bewindspersoon. De interne Nieuw-Zeelandse discussie heeft langer geduurd dan verwacht. Thans is toegezegd dat een definitieve reactie in februari volgt. Zodra ik uitsluitsel heb over het Nieuw-Zeelandse standpunt zal ik u hierover informeren.
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
H. G. J. Kamp