Voorgesteld tijdens het Notaoverleg van 25 maart 2013
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat 92% van de fokkers onder de hobbydefinitie valt en juist bij hobbyfokkers veel erfelijk ziekelijke dieren worden gefokt;
overwegende dat met de uitzonderingsbepaling voor hobbyfokkers, een gat in de regelgeving wordt gecreëerd, waar praktisch iedereen zich op kan beroepen;
verzoekt de regering, de uitzonderingsbepaling voor hobbyfokkers met minder dan twintig jonge dieren per jaar uit het voorgestelde besluit te halen;
verzoekt de regering tevens, een zorgplicht in te voeren die ook een gezond fokbeleid voor dieren behelst;
verzoekt de regering voorts, de aansprakelijkheidsregelgeving aan te scherpen zodat foute fokkers aansprakelijk gesteld kunnen worden voor het verkopen van een erfelijk ziekelijk dier door een verwijtbaar slecht fok- en gezondheidsbeleid;
verzoekt de regering bovendien, de zinsnede «voor zover mogelijk» te schrappen uit artikel 19 betreffende het voorkomen van schade door fok;
verzoekt de regering ten slotte, de maximale vrijheid van onder andere artikel 2.15 van de Wet dieren te benutten om tentoonstelling en reclame voor doorgefokte dieren te verbieden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Gerven