Ontvangen 4 september 2008
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
Aan artikel I, onderdeel A, artikel 3 wordt een lid toegevoegd, luidende:
7. Onze Minister kan ter uitwerking van internationale afspraken bilaterale overeenkomsten sluiten met landen buiten Nederland. Voor het sluiten van deze overeenkomsten is goedkeuring van de Staten-Generaal niet vereist.
In internationaal verband worden multilaterale afspraken gemaakt tot herstructurering van schulden van debiteurstaten die in betalingsproblemen zijn geraakt. Ter uitwerking van deze multilaterale afspraken worden per land bilaterale overeenkomsten gesloten. Hierin worden de details van de herstructurering van de schuld van het betreffende land aan Nederland uitgewerkt. De multilaterale afspraak geldt hiervoor als bindend raamwerk.
In het bestaande EKV-stelsel worden de bilaterale overeenkomsten gesloten tussen de debiteurstaat en de verzekeraar Atradius, die immers de juridische eigendom van de vorderingen op de debiteurstaten heeft. Het sluiten van deze overeenkomsten met een privaatrechtelijk karakter vormt een louter administratieve handeling die gemiddeld enkele malen per jaar voorkomt.
In het beoogde nieuwe stelsel is de Nederlandse staat eigenaar van de vorderingen op debiteurstaten. De bilaterale overeenkomsten ter uitwerking van de multilaterale afspraken zouden daardoor kwalificeren als internationale verdragen. Voor het sluiten hiervan is op grond van artikel 91 lid 1 van de Grondwet goedkeuring van de Staten-Generaal vereist, tenzij bij wet anders is bepaald. Parlementaire goedkeuring lijkt evenwel een onevenredig zware procedure voor het sluiten van deze bilaterale overeenkomsten. Met het onderhavige lid wordt hiervan uitzondering voorgesteld.