Ontvangen 17 maart 2009
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel A, wordt artikel 25m vervangen door:
1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld inzake de toepassing van de artikelen 25i en 25j.
2. De in het eerste lid bedoelde nadere regels hebben in elk geval betrekking op de kosten die bij de in artikel 25i, eerste lid, bedoelde kostendoorberekening in aanmerking worden genomen en op randvoorwaarden voor de toerekening van indirecte kosten.
3. De nadere regels op grond van het eerste lid worden gesteld na overleg met:
a. de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor zover de regels betrekking hebben op gemeenten of provincies, en
b. de Minister van Verkeer en Waterstaat voor zover de regels betrekking hebben op waterschappen.
Dit procedurele amendement beoogt gemeenten, provincies en ondernemingen rechtszekerheid te bieden en legt de verantwoordelijkheid voor regelgeving waar deze thuishoort, namelijk bij de wetgever. Volgens het wetsvoorstel «kunnen» nadere regels worden gesteld met betrekking tot de bepaling dat lagere overheden voor producten in diensten de integrale kostprijs in rekening moeten brengen en de norm dat bestuursorganen overheidsbedrijven niet mogen bevoordelen.
Doordat door de minister regels kunnen worden gesteld en daartoe geen verplichting bestaat, ontstaat er rechtsonzekerheid en bestaat de kans dat niet de wetgever, maar de NMa door middel van beleidsregels regelgeving gaat opstellen. Met dit amendement wordt voorkomen dat de NMa zelf beleid gaat maken. Omdat beide gevolgen onwenselijk zijn, bewerkstelligt deze wetswijziging dat de minister altijd nadere regels ter uitwerking van de open normen van artikel 25i en 25j stelt. Voordat de nadere regels worden opgesteld, dient de minister in overleg te treden met eventuele betrokken ministers.
Ten Hoopen