Voorgesteld 4 september 2008
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat de uitkering voor mantelzorgers tot op heden niet ten goede komt aan alle groepen die daar redelijkerwijs voor in aanmerking zouden moeten komen;
overwegende, dat bij de nadere uitwerking van de plannen ten minste een regeling moet komen die het mogelijk maakt dat ook mensen met meer aaneengesloten korte indicaties en mensen die door meer mantelzorgers intensief verzorgd worden in aanmerking komen voor de regeling;
van mening, dat het noodzakelijk is om ervoor te zorgen dat niet opnieuw een belangrijk deel van het beschikbare budget niet aan individuele mantelzorgondersteuning ten goede komt;
verzoekt de regering zich er tot het uiterste voor in te zetten om het voor 2008 beschikbare budget maximaal ten goede te laten komen aan ondersteuning van mantelzorgers en hiervoor ruim voor het einde van 2008 de noodzakelijke maatregelen te nemen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van der Vlies
Wiegman-van Meppelen Scheppink
Leijten
Sap