Ontvangen 17 juni 2009
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Aan artikel I, onderdeel D, artikel 8a.2.2, vierde lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het einde van onderdeel e door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
f. vaststelling of wijziging van de hoofdlijnen van het meerjarig financieel beleid voor de instelling, waaronder de voorgenomen bestemming van de middelen die door het bevoegd gezag ten behoeve van de instelling uit de openbare kas zijn toegekend of van anderen zijn ontvangen, met uitzondering van:
1°. vaststelling of wijziging van de hoogte en de vaststelling of wijziging van de bestemming van de middelen die van de ouders of de leerlingen worden gevraagd zonder dat daartoe een wettelijke verplichting bestaat onderscheidenlijk zijn ontvangen op grond van een overeenkomst die door de ouders is aangegaan; en
2°. de aanvaarding van materiële bijdragen of geldelijke bijdragen anders dan onder 1° bedoeld en niet gebaseerd op de onderwijswetgeving indien het bevoegd gezag daarbij verplichtingen op zich neemt waarmee de leerlingen binnen de schooltijden respectievelijk het onderwijs en tijdens de activiteiten die worden georganiseerd onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag, alsmede tijdens het overblijven, zullen worden geconfronteerd..
Via dit amendement wordt de deelnemersraad in positie gebracht te adviseren over de bestemming van de middelen (lees: de begroting van de instelling). De begroting heeft raakvlakken met vrijwel al het beleid van de instelling. Zo wordt onder andere het onderwijskundig beleid mede bepaald door de financiën. In de voormalige Wet Medezeggenschap Onderwijs 1992 was de medezeggenschap van de medezeggenschapsraad over de bestemming van de middelen gewaarborgd (artikel 7, onderdeel c, WMO).
Jasper van Dijk