Kamerstuk 31065-17

Aanpassing van de wetgeving aan en invoering van titel 7.13 (vennootschap) van het Burgerlijk Wetboek (Invoeringswet titel 7.13 Burgerlijk Wetboek); Vijfde nota van wijziging

Dossier: Aanpassing van de wetgeving aan en invoering van titel 7.13 (vennootschap) van het Burgerlijk Wetboek (Invoeringswet titel 7.13 Burgerlijk Wetboek)

Gepubliceerd: 9 november 2009
Indiener(s):
Onderwerpen: burgerlijk recht recht
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31065-17.html
ID: 31065-17
Origineel: 31065-2

31 065
Aanpassing van de wetgeving aan en invoering van titel 7.13 (vennootschap) van het Burgerlijk Wetboek (Invoeringswet titel 7.13 Burgerlijk Wetboek)

nr. 17
VIJFDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 9 november 2009

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

1.

In hoofdstuk 1 (Ministerie van Justitie) worden de volgende wijzigingen aangebracht:

a.

Artikel 1, onderdeel E, wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor onderdeel 1 worden twee onderdelen ingevoegd, luidende:

0.a In het eerste lid komt de derde volzin te luiden: Op grond van een onherroepelijke volmacht, verleend door de uittredende vennoot om de levering als in dit artikel bedoeld te bewerkstelligen, is de gevolmachtigde tot het bewerkstelligen daarvan ook bevoegd tijdens het faillissement van de uittredende vennoot of het ten aanzien van hem van toepassing zijn van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen.

0.b In het tweede lid, eerste volzin, wordt «erfgenamen» vervangen door: nalatenschap.

b.

In artikel 1 wordt na onderdeel E een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ea

In de derde volzin van artikel 822 wordt «de erfgenamen in verhouding tot ieders deel in de nalatenschap» vervangen door: de nalatenschap.

c.

Artikel 1, onderdeel F, wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor onderdeel 1 wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

0. Aan het eerste lid wordt een volzin toegevoegd, luidende: De medewerking van de uittredende vennoot aan zijn opvolging kan ook worden verleend nadat de vennootschap ten aanzien van hem reeds is ontbonden. Is er naast de uittredende vennoot en de opvolgende vennoot slechts één andere vennoot, dan dient zowel zijn medewerking als die van de uittredende vennoot uiterlijk te worden verleend met bekwame spoed na de in de tweede zin bedoelde ontbinding.

2. Toegevoegd wordt een onderdeel, luidende:

3. In het vijfde lid wordt «de leden 3 en 4» vervangen door: de leden 1, 3 en 4.

d.

In artikel 1 wordt na onderdeel Jb een onderdeel ingevoegd, luidende:

Jc

In artikel 835, tweede lid, onder c, wordt in plaats van «deelgerechtigheid» gelezen: deelgerechtigdheid.

e.

In artikel 10 wordt na onderdeel B een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ba

In artikel 40, tweede lid, wordt in de onderdelen b. en c. na «rechtspersonen» telkens ingevoegd: , hieronder begrepen openbare vennootschappen met rechtspersoonlijkheid,.

2.

In hoofdstuk 3 (Ministerie van Economische Zaken) wordt de volgende wijziging aangebracht:

Artikel 1 vervalt.

Toelichting

1. (Hoofdstuk 1. Ministerie van Justitie)

a. Artikel 1, onderdeel E (artikel 821)

1. In de derde zin van artikel 821, eerste lid, is geregeld dat een onherroepelijke volmacht die door de uittredende vennoot is verleend aan de voortzettende vennoten, niet eindigt door het faillissement van of het van toepassing worden van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen op de uitgetreden vennoot. In de wetenschap is de vraag gerezen of de gevolmachtigden het aandeel kunnen overdragen als die vennoot failliet is of op hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is, en hij dus beschikkingsonbevoegd is. Om deze twijfel weg te nemen wordt een andere inkleding van deze zin voorgesteld. Uitgangspunt daarbij is het voortbestaan van zowel de vertegenwoordigingsbevoegdheid als de beschikkingsbevoegdheid. Het in deze zin gebruikte woord «bevoegd» moet derhalve in deze tweeledige betekenis worden verstaan.

2. Indien de vennootschap door overlijden van één van de vennoten wordt ontbonden ten aanzien van de overleden vennoot, behoort diens aandeel in de vennootschappelijke gemeenschap tot zijn nalatenschap. Uit lid 1 vloeit voort dat dit aandeel dient te worden geleverd aan de voortzettende vennoten. De verplichting dient te worden beschouwd als een schuld van de nalatenschap. Het ligt voor de hand dat het in lid 2 geregelde recht op vergoeding door de erfgenamen niet buiten de nalatenschap om kan worden ontvangen. Anders zouden de erfgenamen door beneficiaire aanvaarding van de nalatenschap kunnen bewerkstelligen dat de vergoeding ten onrechte niet wordt aangewend ter voldoening van de schulden van de nalatenschap. Ten einde op dit punt iedere onduidelijkheid te vermijden, wordt het recht op de vergoeding in artikel 821 lid 2 met zoveel woorden aan de nalatenschap toegekend.

b. Artikel 1, onderdeel Ea (artikel 822)

De wijziging van artikel 822 heeft dezelfde achtergrond als die van artikel 821 lid 2, eerste volzin. De vergoeding die de erfgenamen ontvangen ter waarde van de economische deelgerechtigdheid van de overleden vennoot, ontvangen zij niet buiten de nalatenschap om. Het verdient de voorkeur dit met zoveel woorden in artikel 822 tot uitdrukking te brengen.

c. Artikel 1, onderdeel F (artikel 823)

1. De wijziging stelt buiten twijfel dat aan opvolging van een vennoot niet in de weg behoeft te staan dat de op te volgen vennoot al is uitgetreden. De tweede zin verzekert dat als er buiten de uitgetreden vennoot en de opvolgende vennoot slechts één andere vennoot is, over de opvolging zo snel mogelijk duidelijkheid ontstaat.

2. Hoewel reeds uit de formulering van artikel 823 lid 1 voortvloeit dat daarvan niet kan worden afgeweken, zou daaromtrent twijfel kunnen rijzen doordat in lid 5 slechts is vermeld dat van de leden 3 en 4 niet kan worden afgeweken. Om iedere twijfel te voorkomen, wordt lid 5 aangepast.

d. Artikel 1, onderdeel Jc (artikel 835)

Dit onderdeel betreft de verbetering van een misslag.

e. Artikel 10, onderdeel Ba (artikel 40 Wet op het notarisambt)

Aangezien invoering van titel 7.13 meebrengt dat een openbare vennootschap rechtspersoon kan zijn en als zodanig registergoederen kan verkrijgen, is met het oog op artikel 804 lid 2 een aanpassing van artikel 40 Wet op het Notarisambt nodig die er toe strekt dat onder het in het tweede lid onder b en c gebruikte begrip «rechtspersonen» openbare vennootschappen met rechtspersoonlijkheid zijn begrepen.

2. (Hoofdstuk 3. Ministerie van Economische Zaken)

Artikel 1 behelst wijzigingen van de Handelsregisterwet 1996. Omdat deze wet inmiddels is vervangen door de Handelsregisterwet 2007, kan artikel 1 vervallen.

De minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin