Ontvangen 20 mei 2008
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
1. In hoofdstuk 1 (Ministerie van Justitie) worden de volgende wijzigingen aangebracht:
In artikel 1, onderdeel J, komt de eerste volzin van het voorgestelde artikel 831a, tweede lid, te luiden: Is de vennootschap rechtspersoon, dan verdwijnt met de ontbinding haar rechtspersoonlijkheid en moeten alle goederen waartoe de rechtspersoon gerechtigd is aan de voortzettende gewezen vennoot worden geleverd op dezelfde wijze als voor overdracht is voorgeschreven.
Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Indien het bij koninklijke boodschap van 24 december 2002 ingediende voorstel van wet tot vaststelling van titel 7.13 (vennootschap) van het Burgerlijk Wetboek (Kamerstukken II 2002/2003, 28 746, nr. 1–2) tot wet wordt verheven en de Handelsregisterwet 2007 in werking treedt, wordt in artikel I van eerstbedoelde wet de volgende wijziging aangebracht:
In artikel 811, tweede lid, wordt «niet overeenkomstig de eisen van het Handelsregisterbesluit 1996 is geschied» vervangen door: niet is geschied overeenkomstig de eisen, gesteld bij of krachtens de Handelsregisterwet 2007.
2. In hoofdstuk 4 (Ministerie van Financiën) worden de volgende wijzigingen aangebracht:
In artikel 4 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1. Na onderdeel B worden twee onderdelen ingevoegd, luidende:
Aan artikel 14 wordt een lid toegevoegd, luidende:
10. Ingeval een openbare vennootschap met rechtspersoonlijkheid op de voet van artikel 834 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt omgezet in een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, wordt aangenomen dat de vennoten hun economische deelgerechtigdheid in de bezittingen en schulden van de openbare vennootschap voor de waarde ervan in het economische verkeer hebben overgedragen aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Voor de toepassing van dit artikel wordt een in de eerste volzin bedoelde omzetting met een bedrijfsfusie gelijkgesteld, voor zover de omzetting betrekking heeft op een gehele onderneming of een zelfstandig onderdeel van een onderneming. Dit lid vindt geen toepassing bij de omzetting van een open commanditaire vennootschap voor zover het betreft de commanditaire vennoten.
Aan artikel 14a wordt een lid toegevoegd, luidende:
12. Ingeval een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid op de voet van artikel 835 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt omgezet in een openbare vennootschap met rechtspersoonlijkheid, wordt aangenomen dat de besloten vennootschap haar vermogen voor de waarde ervan in het economische verkeer heeft overgedragen aan de vennoten van de openbare vennootschap met rechtspersoonlijkheid. Voor de toepassing van dit artikel wordt een in de eerste volzin bedoelde omzetting met een splitsing gelijkgesteld, voor zover de omzetting betrekking heeft op een gehele onderneming of een zelfstandig onderdeel van een onderneming.
1. Hoofdstuk 1 (Ministerie van Justitie)
a. In de (eerste) nota van wijziging is wijziging aangebracht in artikel 831a, eerste lid. Deze wijziging strekte ertoe dat in de in het artikel omschreven omstandigheden een vereffening ook zonder daarop gericht beding achterwege kan worden gelaten. Daarbij was verzuimd daaraan ook het tweede lid aan te passen. Dit geschiedt thans alsnog.
b. In artikel 811 wordt bepaald dat openbare vennootschappen ten aanzien van een derde in beginsel gelden als algemeen voor alle zaken, als aangegaan voor onbepaalde tijd en als geen der vennoten uitsluitend van of beperkend in zijn bevoegdheid om rechtshandelingen in naam van de vennootschap te verrichten, zolang de opgave ter inschrijving niet «overeenkomstig de eisen van het Handelsregisterbesluit 1996» is geschied. Vervanging van de Handelsregisterwet 1996 door de Handelsregisterwet 2007 maakt wijziging van deze bepaling noodzakelijk. De nieuwe redactie houdt rekening met de omstandigheid dat de in te schrijven gegevens in de nieuwe handelsregisterwetgeving voor een (groter) deel zijn neergelegd in de wet in plaats van in het nieuwe handelsregisterbesluit.
2. Hoofdstuk 4 (Ministerie van Financiën)
Deze nota van wijziging bevat een aanvulling in de sfeer van de vennootschapsbelasting voor de situaties dat een openbare vennootschap met rechtspersoonlijkheid (hierna: OVR) wordt omgezet in een BV en een BV wordt omgezet in een OVR. Ingeval een OVR wordt omgezet in een BV en de vennoten in de OVR een lichaam zijn, kan ingevolge de aanvulling gebruik worden gemaakt van de bedrijfsfusiefaciliteit. En in de omgekeerde situatie (BV wordt omgezet in een OVR) van de splitsingsfaciliteit.
Voor de heffing van de vennootschapsbelasting geldt de OVR als fiscaal transparant. Dit betekent dat als belastingplichtige lichamen voor de vennootschapsbelasting vennoot zijn van een OVR, er met betrekking tot die vennootschap altijd evenveel zelfstandige ondernemingen zijn als vennoten. Dat komt doordat door de fiscale transparantie de OVR niet als belastingplichtige kan worden gekwalificeerd, maar haar bezittingen en schulden alsmede de opbrengsten en uitgaven direct worden toegerekend aan de vennoten. Het gevolg is dat als een OVR op de voet van artikel 834 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt omgezet in een BV, de vennoten van de OVR hun economische deelgerechtigdheid in de bezittingen en schulden van de OVR (dat dus voor elke vennoot een onderneming vormt) overdragen aan een nieuw belastingplichtig lichaam. In vergelijking met de situatie van voor de omzetting is er fiscaal derhalve sprake van het samenvoegen van ondernemingen van de vennoten tot één onderneming in de nieuwe belastingplichtige voor de vennootschapsbelasting. De omzetting van een OVR in een BV kan fiscaal daardoor als een bedrijfsfusie worden gezien. Om buiten kijf te stellen dat ook in deze situatie de bedrijfsfusiefaciliteit van artikel 14 Wet Vpb. 1969 van toepassing is, wordt er een tiende lid toegevoegd aan dat artikel.
Om zeker te stellen dat bij een omzetting als bedoeld in artikel 834 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek er fiscaal niets tussen wal en schip valt, wordt eerst een eindafrekening voorgeschreven voor de vennootschapsbelastingplichtige vennoten van een OVR. Vervolgens wordt de bedrijfsfusiefaciliteit mogelijk gemaakt. Voor de vennoten die natuurlijke personen zijn volgt de verplichting tot een eindafrekening uit artikel 3.61 Wet IB 2001. Deze eindafrekening kan worden voorkomen door gebruik te maken van de doorschuivingsfaciliteit op de voet van artikel 3.65 Wet IB 2001.
De open-CVR met vennootschapsbelastingplichtige commanditaire vennoten valt wel onder de Wet Vpb. 1969 voor zover het betreft de activa en passiva die zijn toe te rekenen aan de commanditaire vennoten. Het gevolg van de omzetting van een open-CVR in een BV is dat voor de boekwaarde van die activa/passiva er niets verandert en er voor deze situatie geen eindafrekening hoeft te worden voorgeschreven. Dit wordt geregeld in de laatste volzin van het tiende lid. Het opgeofferde bedrag van de participatie in de open-CV (fiscaal wordt de participatie als «deelneming» gezien) wordt doorgeschoven naar de deelneming in de BV die door de omzettong ontstaat.
In de situatie waarin een BVmet toepassing van artikel 835 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt omgezet in een OVR, is er als gevolg van de fiscale transparantie feitelijk sprake van een splitsing als bedoeld in artikel 14a, Wet Vpb. 1969. Dat komt doordat door de fiscale transparantie de OVR, evenals bij onderdeel Ba, niet als belastingplichtige kan worden gekwalificeerd, maar haar bezittingen en schulden alsmede de opbrengsten en uitgaven direct worden toegerekend aan de vennoten. Om nu buiten kijf te stellen dat ook in deze situatie de splitsingsfaciliteit van artikel 14a Wet Vpb. 1969 van toepassing is, wordt er een twaalfde lid toegevoegd aan dat artikel.
Om zeker te stellen dat bij een omzetting als bedoeld in artikel 835 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek er fiscaal niets tussen wal en schip valt, wordt een eindafrekening voorgeschreven. Vervolgens wordt de toepassing van de splitsingsfaciliteit mogelijk gemaakt.
De aanvulling van artikel 14a ziet op de gevolgen van de omzetting van een BV met aandeelhouders die belastingplichtig zijn voor de vennootschapsbelasting, in een OVR. Artikel 14c Wet Vpb. 1969 regelt de gevolgen voor de omzetting van een BV met als aandeelhouders natuurlijke personen, in een OVR. De gevolgen voor de mengvorm (een BV met als aandeelhouders zowel rechtspersonen als natuurlijke personen, die wordt omgezet in een OVR) zijn thans nog moeilijk te overzien. In de situatie dat zich in de praktijk een mengvorm zou voordoen, zal een praktische oplossing worden nagestreefd.