Ontvangen 2 december 2009
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I wordt na onderdeel WW een onderdeel ingevoegd, luidende:
Aan artikel 231 wordt een lid 4 toegevoegd luidende:
4. Een besluit tot statutenwijziging dat specifiek afbreuk doet aan enig recht van houders van aandelen van een bepaalde soort of aanduiding, behoeft, tenzij ten tijde van de toekenning van het recht de bevoegdheid tot wijziging bij die bepaling uitdrukkelijk was voorbehouden, een goedkeurend besluit van deze groep van aandeelhouders, onverminderd het vereiste van instemming waar dit uit de wet voortvloeit.
Het wetsvoorstel voorziet er in dat aandelen zijn geplaatst zonder stemrecht in de algemene vergadering van aandeelhouders. Aan aandelen zonder stemrecht is een recht op uitkeringen verbonden. Daarnaast kunnen er ook zeggenschapsrechten aan zijn verbonden, zoals voordrachtsrechten, benoemingsrechten of goedkeuringsrechten. Ook kunnen aandelen van een bepaalde soort of aanduiding specifieke rechten zijn verbonden.
In verband met de mogelijkheid hun verworven rechten te kunnen behouden, was aan de houders van stemrechtloze aandelen een vetorecht toegekend ten aanzien van elk besluit tot statutenwijziging waarbij afbreuk werd gedaan aan hun rechten. Op zichzelf was dit naar de mening van de indiener een goede gedachte. De geboden bescherming ging evenwel, zo blijkt ook uit de literatuur, te ver omdat het aan houders van stemrechtloze aandelen een vetorecht toekende ten aanzien van een besluit tot statutenwijziging dat in dezelfde mate afbreuk deed aan rechten de stemhebbende aandeelhouders, terwijl laatstgenoemden geen vetorecht toekwam.
Bij nota van wijziging is daarop artikel 228 lid 5 geschrapt zonder dat daarvoor iets in de plaats kwam. Hierdoor wordt de houders van stemrechtloze aandelen onvoldoende bescherming geboden tegen besluiten tot statutenwijziging waarbij bijvoorbeeld afbreuk wordt gedaan aan de hen toegekende zeggenschapsrechten. Dit is voor de rechtszekerheid en betrouwbaarheid van de BV onwenselijk. Om dit te ondervangen wordt voorgesteld een nieuw lid toe te voegen aan artikel 231, dat ook uitstrekt tot de al genoemde houders van aandelen van een bepaalde soort of aanduiding. Een regeling van deze strekking is ook opgenomen in artikel 60 Verordening (EG) nr. 2157/2001 betreffende het statuut van de Europese Naamloze Vennootschap (SE) en artikel 45 van de Arubaanse Landsverordening Vennootschap met Beperkte Aansprakelijkheid, die op 1 januari van dit jaar is ingevoerd.
Het voorgestelde lid voorziet er in dat een goedkeurend besluit nodig is van de houders van de desbetreffende aandelen indien de statutenwijziging specifiek aan de hen toegekende rechten afbreuk doet. Dit is het geval indien bij statuten specifiek rechten zijn gekoppeld aan aandelen zonder stemrecht en in deze regeling wijziging wordt gebracht. Dit is voorts het geval indien aan stemrechtloze aandelen of aandelen van een andere soort of aanduiding rechten zijn gekoppeld die ook zijn gekoppeld aan andere aandelen, maar de wijziging specifiek betrekking heeft op de aandelen zonder stemrecht. Ook een besluit tot statutenwijziging waarbij de mogelijkheid tot wijziging wordt ingevoerd, is een besluit als bedoeld in het vierde lid en behoeft derhalve een goedkeurend besluit van de desbetreffende groep van aandeelhouders.
De voorgestelde regeling doet, zo blijkt uit de laatste zinsnede, geen afbreuk aan wettelijke regelingen waarin de wet een individueel instemmingsrecht voorschrijft, zoals in artikel 216 lid 8, en laat toe dat bij statuten de bevoegdheid tot de beoogde wijziging is voorbehouden in welk geval het instemmend besluit niet is vereist. De statutaire regeling kan bepaalde wijzigingen toelaten al dan niet onder nader genoemde omstandigheden, maar ook in algemene bewoordingen wijziging toelaten zonder specifieke beperkingen te stellen.
Weekers