Ontvangen 22 oktober 2009
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Na Artikel I wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 978, eerste lid, komt te luiden:
1. De verzekeringnemer heeft het recht de verzekering, de lijfrentespaarrekening of het lijfrentebeleggingsrecht, voor zover deze stellig voorziet in een of meer uitkeringen, geheel of gedeeltelijk door de verzekeraar te doen afkopen. Door afkoop eindigt de verzekering, de lijfrentespaarrekening of het lijfrentebeleggingsrecht, behoudens voor zover uit deze nog uitkeringen kunnen voortvloeien. De afkoopwaarde komt de verzekeringnemer toe.
In artikel 986, vierde lid, komt de tweede volzin te luiden:
Bij een verzekering, een lijfrentespaarrekening of een lijfrentebeleggingsrecht die recht geeft op periodieke uitkeringen of verstrekkingen, mist de eerste zin toepassing voor zover de ter zake voldane premies, mede op de grond dat de verzekering, de lijfrentespaarrekening of het lijfrentebeleggingsrecht bepaalt dat zij niet kan worden afgekocht, voor de heffing van de inkomstenbelasting in aanmerking konden worden genomen voor de bepaling van het belastbaar inkomen uit werk en woning.
Dit amendement strekt ertoe dat het afkooprecht niet slechts betrekking heeft op een verzekering, maar tevens op een lijfrentespaarrekening en een lijfrentebeleggingsrecht. Hiermee wordt de toezegging nagekomen, die de leden Depla en Blok hebben gedaan bij de behandeling van initiatiefwet banksparen (Kamerstukken II 2005–2006, 30 432, nr. 2). Via dit amendement wordt geregeld dat lijfrentespaarrekening of lijfrentebeleggingsrekening niet in een faillissement vallen. Daarmee wordt het onderscheid tussen banksparen voor pensioenen en aflossing eigen woningschuld en pensioenverzekeren of kapitaalverzekeren eigen huis, ook bij faillissement opgeheven.
Depla
Blok