Kamerstuk 30907-9

Aanpassingswet burgerservicenummer; Nota naar aanleiding van het verslag

Dossier: Aanpassing van enige wetten in verband met de invoering van het burgerservicenummer (Aanpassingswet burgerservicenummer)


30 907
Aanpassing van enige wetten in verband met de invoering van het burgerservicenummer (Aanpassingswet burgerservicenummer)

nr. 9
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 12 september 2008

Met belangstelling heb ik kennis genomen van de inbreng van de leden van de commissie. In het navolgende ga ik in op de gestelde vragen.

De leden van de VVD-fractie vragen naar de bedoeling van sectorale nummers, naar de situaties waarin deze gebruikt zullen worden en om welke sectoren het gaat.

Het burgerservicenummer is op 26 november 2007 ingevoerd door de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer (Wabb). Het onderhavige wetsvoorstel verzorgt vooral de aanpassing van de bestaande wetgeving aan die invoering, door vervanging van het begrip sociaal-fiscaalnummer1. Dat neemt niet weg dat in de Wabb en in het onderhavige wetsvoorstel wordt onderkend dat in bepaalde situaties het gebruik van een ander persoonsnummer dan het burgerservicenummer bij of krachtens wet kan zijn of worden voorgeschreven.

Op de eerste plaats is er – zij het beperkt – nog behoefte aan het sociaal-fiscaalnummer, voor die gevallen waarin aan de betrokkene geen burgerservicenummer is of wordt toegekend en aan hem reeds een sociaal-fiscaalnummer is toegekend of wordt toegekend. Hierbij kan gedacht worden aan een buitenlandse seizoensarbeider die korter dan vier maanden in Nederland zal verblijven. Deze seizoensarbeider krijgt geen BSN (omdat hij niet in de GBA wordt ingeschreven) maar – van de Belastingdienst – wel een sociaal-fiscaalnummer.

Hierna worden nog enkele voorbeelden genoemd waarin het gebruik van een ander persoonsnummer dan het burgerservicenummer binnen een bepaalde sector wordt voorgeschreven.

a. Het administratienummer of A-nummer wordt momenteel gebruikt bij gegevensuitwisselingen tussen de bevolkingsboekhouding (GBA) en afnemers van de GBA. Het A-nummer is geregeld en het blijft nog enige tijd naast het BSN bestaan om gedwongen desinvesteringen te vermijden.

b. Middels het voorstel van wet identiteitsvaststelling verdachten, veroordeelden en getuigen (Kamerstukken 31 346) zal het strafrechtsketennummer (SKN) als persoonsnummer voor de gehele strafrechtsketen worden ingevoerd. Om verschillende redenen is het wenselijk in de strafrechtsketen een apart sectoraal nummer te gebruiken. Een van de redenen is dat niet alle verdachten – bijvoorbeeld vreemdelingen die illegaal in Nederland verblijven – een BSN hebben1.

c. In de onderwijssector wordt het «persoonsgebonden nummer voor het onderwijs» gebruikt. Voor personen die een burgerservicenummer hebben, is dat persoonsgebonden nummer het burgerservicenummer. In andere gevallen wordt het zogenoemde onderwijsnummer gebruikt.

Deze leden vragen voorts wanneer naar verwachting de basisregistratie voor niet-ingezetenen gereed zal zijn.

Het onderzoek naar de totstandkoming van een registratie niet-ingezetenen (RNI) en de consequenties voor de juridische, informatietechnische, organisatorische en financiële vormgeving is inmiddels in de afrondende fase. In het najaar 2008 kan de Tweede Kamer een startbrief tegemoet zien over de totstandkoming van de RNI.

De leden van de VVD-fractie vragen wanneer de Informatie Beheer Groep zover is dat ook deze organisatie het burgerservicenummer kan gebruiken.

De Informatie Beheer Groep (IB-Groep) is – als ieder overheidsorgaan – vanaf 26 november 2007 gerechtigd om het burgerservicenummer te gebruiken en doet dat in de meeste gevallen ook al. Vanaf 1 januari 2011 mag de IB-Groep bij de vraag naar verstrekking van persoonsgegevens geen ander persoonsnummer dan het burgerservicenummer meer verlangen van een burger aan wie een burgerservicenummer is toegekend. Dit is vastgelegd in artikel 2 van het koninklijk besluit tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer en het Besluit burgerservicenummer (Stb. 2007, 444).

Daarnaast gebruikt de IB-Groep reeds bij het merendeel van de uitwisselingen van persoonsgegevens met andere BSN-gebruikers het burgerservicenummer. In een beperkt aantal gegevensuitwisselingen tussen de IB-Groep en andere overheidsorganisaties is dat echter nog niet het geval, maar wordt gebruik gemaakt van een ander persoonsnummer. Het is de bedoeling dat de IB-Groep vanaf 1 januari 2011 ook bij deze gegevensuitwisselingen het burgerservicenummer zal vermelden.

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Th. B. Bijleveld-Schouten


XNoot
1

Vooruitlopend op deze aanpassing kon in de desbetreffende bepalingen al burgerservicenummer gelezen worden in plaats van sociaal-fiscaalnummer, op grond van artikel 23 van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer.

XNoot
1

Zie de nota naar aanleiding van het verslag voorstel van wet identiteitsvaststelling verdachten, veroordeelden en getuigen (Kamerstukken II 2007–2008 31 436, nr. 7).