Voorgesteld 23 september 2008
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat jaarlijks in Nederland 1800 minderjarigen overlijden en dat het voor kan komen dat kinderen die zijn overleden ten gevolge van mishandeling, verwaarlozing of onachtzaamheid worden begraven of gecremeerd zonder dat er sprake is geweest van een onderzoek naar de exacte toedracht en omstandigheden van overlijden;
verzoekt de regering de Kamer één jaar na in werking treden van de Wet op de lijkbezorging een evaluatie te zenden van de werking van artikel 10a van de wet, waarbij aangegeven wordt in hoeverre met deze werkwijze voorkomen wordt dat kinderen die zijn overleden ten gevolge van mishandeling, verwaarlozing of onachtzaamheid worden begraven of gecremeerd zonder dat er sprake is geweest van een onderzoek naar de exacte toedracht en omstandigheden van overlijden;
verzoekt de regering tevens daarbij aan te geven of aanvullende maatregelen gewenst zijn en wat de mening van de verschillende beroepsgroepen en ouders hierover is,
en gaat over tot de orde van de dag.
Arib