Ontvangen 22 april 2010
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In de beweegreden wordt de zinsnede «, en dat het wenselijk is» vervangen door: , en dat het onder meer wenselijk is.
II
In artikel I worden na onderdeel A twee onderdelen ingevoegd, luidende:
Aa
Artikel 28 wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het eerste lid wordt onder vervanging van de punt door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:
6°. het houden van of het werken met dieren.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. De rechter kan bepalen dat een ontzetting, bedoeld in het eerste lid, onder 6°, zich beperkt tot hetzij het houden van, hetzij het werken met dieren, alsmede dat de ontzetting zich beperkt tot bepaalde dieren.
Ab
Aan artikel 31 wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. In afwijking van het eerste lid bepaalt de rechter bij een ontzetting als bedoeld in artikel 28, eerste lid, onder 6°, de duur voor een door hem te bepalen tijd, dan wel voor het leven.
III
In artikel I wordt na onderdeel B een onderdeel toegevoegd, luidende:
IV
Na artikel I wordt een artikel ingevoegd, luidende:
V
Na artikel II wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Indien de wet van 4 maart 2010, houdende strafbaarstelling van het plegen van ontuchtige handelingen met dieren en pornografie met dieren (verbod seks met dieren) (Stb. 2010, 111) eerder in werking is getreden of treedt, onderscheidenlijk op dezelfde datum in werking treedt, dan deze wet, wordt in artikel I van deze wet, na onderdeel Ab een onderdeel ingevoegd, luidende:
2. Indien de wet van 4 maart 2010, houdende strafbaarstelling van het plegen van ontuchtige handelingen met dieren en pornografie met dieren (verbod seks met dieren) (Stb. 2010, 111) later in werking treedt dan deze wet, wordt in het Wetboek van Strafrecht na artikel 254a een artikel ingevoegd, luidende:
3. Indien het bij koninklijke boodschap van 19 maart 2008 ingediende voorstel van wet Een integraal kader voor regels over gehouden dieren en daaraan gerelateerde onderwerpen (Wet dieren) (31389), tot wet is of wordt verheven, en artikel 8.11 van die wet eerder in werking is getreden of treedt, onderscheidenlijk op dezelfde datum in werking treedt, dan deze wet, komt artikel IA deze wet als volgt te luiden:
In de Wet dieren wordt na artikel 8.12 een artikel ingevoegd, luidende:
4. Indien het bij koninklijke boodschap van 19 maart 2008 ingediende voorstel van wet Een integraal kader voor regels over gehouden dieren en daaraan gerelateerde onderwerpen (Wet dieren) (31389), tot wet is of wordt verheven, en artikel 8.11 van die wet later in werking is getreden of treedt, dan deze wet, wordt in die wet na artikel 8.12 een artikel ingevoegd, luidende:
Indiener is van mening dat een houdverbod opgelegd moet kunnen worden als zelfstandige straf. Het probleem bij het houdverbod als bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijke straf, is dat de voorwaarde komt te vervallen bij de tenuitvoerlegging van de hoofdstraf. Een overtreder kan er dan voor kiezen de voorwaarden te overtreden, een kleine boete te betalen of een paar uur werkstraf te verrichten, en vervolgens weer het oude pad te hervatten. In een lucratieve handelsomgeving is dat bijzonder interessant.
Dit amendement creëert de mogelijkheid om een verbod tot het houden van dieren of het werken met dieren op te leggen, waarbij de rechter de beoordelingsruimte heeft om te bepalen wat de duur van het verbod is en voor welke dieren het houdverbod geldt. Een levenslang houdverbod is hierbij een mogelijkheid.
Het amendement bevat tevens een samenloopbepaling met de recent vastgestelde Wet Verbod seks met dieren (die echter nog niet in werking is getreden). Hierdoor kan personen die het verbod op seks met dieren of het verbod op dierenporno overtreden ook de ontzetting worden opgelegd. Daarnaast bevat het amendement een vergelijkbare samenloopbepaling in verband met het wetsvoorstel Wet dieren.
Bij het aannemen van dit amendement wordt in het opschrift na de zinsnede «en in verband met» ingevoegd: onder meer.
Thieme