Voorgesteld 13 oktober 2009
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat politici zichzelf een té ruimhartige salarisverhoging toebedelen;
constaterende, dat «gewone» burgers bij voortijdig verlies van hun baan zijn aangewezen op de bepalingen van de Werkloosheidswet;
overwegende, dat het wenselijk is om de wachtgeldregeling voor politici af te schaffen en de APPA zodanig aan te passen dat politici, bij voortijdig verlies van hun baan, als «gewone» werknemers worden behandeld;
overwegende, dat politici in hun arbeidsvoorzieningen geen uitzonderingspositie mogen claimen aangezien onzekerheden en onvoorspelbaarheden ook in vele andere beroepen voorkomen en derhalve het «politieke risico» een verzinsel is van de politieke elite;
verzoekt de regering het wetsvoorstel bij nota van wijziging zodanig aan te passen dat de uitkering voor alle politieke ambtsdragers plaats heeft overeenkomstig de Werkloosheidswet, waarbij behalve de hoogte en de uitkeringsduur ook de onderbrekingsbepaling en de voortgezette uitkering in het licht van de WW worden heroverwogen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Brinkman