Ontvangen 13 februari 2013
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Artikel 30 komt te luiden:
1. Binnen vier weken na een mededeling als bedoeld in hoofdstuk 3 dat over een wet een referendum kan worden gehouden, kan iedere kiesgerechtigde een verzoek tot het houden van een referendum indienen.
2. Voor de beoordeling of aan het kiesrecht is voldaan, is bepalend of dit op enig tijdstip binnen de in het eerste lid bedoelde termijn het geval was.
3. Het verzoek wordt ingediend door de verzoeker in persoon ter secretarie van de gemeente waar de verzoeker als kiesgerechtigde is geregistreerd.
4. De verzoeker ondertekent het verzoek ten overstaan van een daartoe door de burgemeester aangewezen ambtenaar of andere persoon en geeft deze daarbij blijk van zijn identiteit.
5. Burgemeester en wethouders kunnen naast de secretarie andere plaatsen binnen de gemeente aanwijzen waar, ten overstaan van een daartoe door de burgemeester aangewezen ambtenaar of andere persoon, verzoeken tot het houden van een referendum kunnen worden ingediend.
6. Voor het indienen van het verzoek wordt gebruik gemaakt van een formulier dat door burgemeester en wethouders ter beschikking wordt gesteld. Bij ministeriële regeling wordt voor het formulier een model gesteld.
II
Na artikel 31 worden drie artikelen ingevoegd, luidende:
1. De door de burgemeester aangewezen ambtenaar of andere persoon tekent in tegenwoordigheid van de verzoeker op het formulier de datum aan waarop het verzoek is ingediend.
2. Zo spoedig mogelijk wordt nagegaan of de verzoeker als kiesgerechtigde in de gemeente is geregistreerd en of hij reeds een verzoek over dezelfde wet heeft ingediend. Op het formulier wordt hiervan aantekening gehouden.
1. De kiesgerechtigde die zijn werkelijke woonplaats buiten Nederland heeft, dient het verzoek tot het houden van een referendum in per brief.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld voor het indienen van deze verzoeken en de controle daarvan, zoveel mogelijk overeenkomstig en zo nodig in afwijking van het bij of krachtens dit hoofdstuk bepaalde.
III
Na artikel 32 wordt de aanduiding «Paragraaf 2. De beoordeling van het inleidend verzoek» vervangen door: Paragraaf 2. De telling en de controle van de ingediende inleidende verzoeken door het plaatselijk stembureau.
IV
Na de aanduiding van paragraaf 2 in hoofdstuk 6 worden 10 artikelen ingevoegd, luidende:
1. Er is in elke gemeente een plaatselijk stembureau. Het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad treedt als zodanig op.
2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels gesteld worden omtrent de inrichting, samenstelling en werkwijze van het plaatselijk stembureau.
Onmiddellijk nadat de termijn van vier weken, bedoeld in artikel 30 is verstreken, worden de formulieren met de ingediende verzoeken overgebracht naar de voorzitter van het plaatselijk stembureau.
1. De voorzitter van het plaatselijk stembureau stelt, indien er verzoeken zijn ingediend, uiterlijk op de tweede dag na afloop van de termijn van vier weken, bedoeld in artikel 30, eerste lid, vast:
a. het aantal geldige verzoeken,
b. het aantal ongeldige verzoeken
2. Ongeldig zijn de verzoeken die:
a. zijn ingediend door personen die daartoe ingevolge artikel 30 niet gerechtigd zijn,
b. niet zijn ingediend ter secretarie van, of op een andere plaats als bedoeld in artikel 30, vijfde lid, binnen de gemeente waar de verzoeker als kiesgerechtigde is geregistreerd;
c. zijn ingediend voordat de termijn, bedoeld in artikel 30, eerste lid, is aangevangen;
d. zijn ingediend nadat de termijn, bedoeld in artikel 30, eerste lid, is verlopen;
e. niet alle gegevens bevatten die krachtens artikel 30, zesde lid, op het formulier moeten worden ingevuld;
f. niet door de verzoeker zijn getekend;
g. afkomstig zijn van verzoekers die meer dan één verzoek tot het houden van een referendum over dezelfde wet hebben ingediend.
Indien de voorzitter van het plaatselijk stembureau besluit een verzoek ongeldig te verklaren, wordt dit met opgave van redenen op het formulier aangetekend. Een kopie van het formulier wordt aan de verzoeker gezonden.
1. Nadat de werkzaamheden, bedoeld in de artikelen 32c en 32d, zijn beëindigd, worden de formulieren met de geldige verzoeken en de formulieren met de ongeldige verzoeken in aparte pakken gedaan en verzegeld.
2. Op ieder pak wordt vermeld:
a. de naam van de gemeente
b. het aantal formulieren
c. of het geldige of ongeldige formulieren betreft;
d. een aanduiding van het referendum waarop de verzoeken betrekking hebben.
1. Nadat alle werkzaamheden zijn beëindigd, wordt daarvan proces-verbaal opgemaakt.
2. Het proces-verbaal wordt voor een ieder ter inzage gelegd ter secretarie van de gemeente. De terinzagelegging wordt beëindigd, zodra onherroepelijk over de toelating van het inleidend verzoek is beslist.
3. Bij ministeriële regeling wordt voor het proces-verbaal een model vastgesteld.
1. De verzegelde pakken, bedoeld in artikel 32e, worden ter bewaring overgebracht naar de burgemeester.
2. De burgemeester draagt er zorg voor dat de verzegelde pakken op verzoek van de voorzitter van het centraal stembureau onmiddellijk naar deze worden overgebracht en dat de niet overgebrachte pakken worden vernietigd, nadat de uitslag van het referendum onherroepelijk is vastgesteld, dan wel nadat onherroepelijk afwijzend is beslist inzake het inleidend of het definitieve verzoek tot het houden van een referendum.
Het proces-verbaal wordt onverwijld naar de voorzitter van het centraal stembureau overgebracht.
1. De voorzitter van het centraal stembureau onderzoekt de juistheid van de vaststelling van de aantallen geldige en ongeldige verzoeken door de voorzitters van de plaatselijke stembureaus en beslist over de geschillen die te dien aanzien rijzen. Hij neemt daartoe kennis van de processen-verbaal van de plaatselijke stembureaus.
2. Ten behoeve van het onderzoek kan de voorzitter van het centraal stembureau tot een hernieuwde beoordeling van verzoeken besluiten. De burgemeester die de desbetreffende formulieren onder zich heeft, doet deze op verzoek van de voorzitter van het centraal stembureau onverwijld naar deze overbrengen. Na ontvangst van de formulieren gaat de voorzitter van het centraal stembureau onmiddellijk tot de beoordeling van de verzoeken over. Hij is bevoegd daartoe de verzegelde pakken te openen en de inhoud te vergelijken met de processen-verbaal van de plaatselijke stembureaus. Bij deze beoordeling zijn de artikelen 32c en 32d van overeenkomstige toepassing.
3. Na de beëindiging van het onderzoek worden de bescheiden uit de geopende pakken opnieuw ingepakt en verzegeld op de in artikel 32e voorgeschreven wijze.
V
Artikel 33, tweede lid, komt te luiden:
2. De voorzitter besluit slechts dat het inleidend verzoek niet wordt toegelaten, indien het aantal geldig ingediende verzoeken minder bedraagt dan tienduizend.
VI
Artikel 34 komt te vervallen.
VII
Artikel 35 komt te vervallen.
VIII
Artikel 36 komt te vervallen.
IX
Artikel 37 komt te vervallen.
X
Artikel 40 komt als volgt te luiden:
1. De voorzitter van het centraal stembureau draagt zorg voor de bewaring van de verzegelde pakketten met formulieren die op grond van artikel 32i, tweede lid, naar hem zijn overgebracht.
2. De voorzitter draagt zorg voor de vernietiging van de verzegelde pakketten en de processen-verbaal van de plaatselijke stembureaus, nadat onherroepelijk is vastgesteld dat geen referendum zal worden gehouden, of nadat de uitslag van het referendum onherroepelijk is vastgesteld of, indien de officier van justitie of de rechter-commissaris in het kader van een strafrechtelijk onderzoek een verzoek heeft gedaan tot overdracht van het verzegelde pak, nadat dit onderzoek is afgerond of, indien strafvervolging is ingesteld op grond van deze wet, nadat er een onherroepelijke rechterlijke uitspraak is. Van deze vernietiging wordt proces-verbaal opgemaakt.
3. De voorzitter is nadat onherroepelijk is vastgesteld dat geen referendum zal worden gehouden bevoegd het verzegelde pakket ten dienst van een onderzoek naar enig strafbaar feit over te dragen aan de officier van justitie.
XI
Artikel 42 komt als volgt te luiden:
1. Binnen zes weken na de bekendmaking van het besluit van de voorzitter van het centraal stembureau dat het inleidend verzoek is toegelaten, dan wel van de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State ingevolge artikel 95, tweede lid, dat een beroep tegen het besluit van de voorzitter van het centraal stembureau dat het inleidend verzoek niet wordt toegelaten gegrond wordt verklaard, kan iedere kiesgerechtigde een verklaring tot ondersteuning van het inleidend verzoek afleggen.
2. Voor de beoordeling of aan de vereisten voor het kiesrecht is voldaan, is bepalend of dit op enig tijdstip binnen de in het eerste lid bevoegde termijn het geval was.
3. Een verklaring tot ondersteuning wordt afgelegd door de kiesgerechtigde in persoon, naar zijn keuze ter secretarie van de gemeente waar hij als kiesgerechtigde is geregistreerd of op een andere plaats als bedoeld in het vijfde lid.
4. De kiesgerechtigde ondertekent de verklaring ten overstaan van een daartoe door de burgemeester aangewezen ambtenaar of andere persoon en geeft deze daarbij blijk van zijn identiteit.
5. Burgemeester en wethouders wijzen naast de gemeentesecretarie zoveel andere plaatsen binnen de gemeente aan waar ondersteuningsverklaringen ten overstaan van een daartoe door de burgemeester aangewezen ambtenaar of andere persoon kunnen worden afgelegd, als met het oog op een redelijk bereikbaarheid daarvan voor de kiezers wenselijk is.
6. De burgemeester brengt zo spoedig mogelijk ter openbare kennis de termijn waarbinnen den plaatsen binnen de gemeente waar een ondersteunverklaring kan worden afgelegd.
7. Voor het afleggen van een ondersteuningsverklaring wordt gebruik gemaakt van een formulier dat door burgemeester en wethouders ter beschikking wordt gesteld. Bij ministeriële regeling wordt voor het formulier een model gesteld.
XII
Na artikel 43 worden vijf artikelen ingevoegd, luidende:
De door de burgemeester aangewezen ambtenaar of andere persoon tekent in tegenwoordigheid van de kiesgerechtigde op het formulier de datum aan waarop de ondersteuningsverklaring is afgelegd.
Zo spoedig mogelijk wordt nagegaan of degene die een ondersteuningsverklaring heeft afgelegd, als kiesgerechtigde in de gemeente is geregistreerd en of hij reeds een verklaring ter ondersteuning van hetzelfde inleidend verzoek heeft ingediend. Op het formulier wordt hiervan aantekening gehouden.
1. Een ondersteuningsverklaring kan ook per brief worden afgelegd.
2. Een per brief af te leggen ondersteuningsverklaring dient binnen de in artikel 42, eerste lid, bedoelde termijn ter secretarie van de gemeente waar de kiesgerechtigde als zodanig is geregistreerd, te zijn ontvangen. Op verklaringen die buiten deze termijn binnenkomen, wordt de dag van ontvangst aangetekend.
1. De kiesgerechtigde die zijn werkelijke woonplaats buiten Nederland heeft, legt de verklaring ter ondersteuning van een inleidend verzoek voor een referendum af per brief.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld voor het afleggen van deze verklaringen en de controle daarvan, zoveel mogelijk overeenkomstig en zo nodig in afwijking van het bij of krachtens dit hoofdstuk bepaalde.
XIII
Na artikel 44 wordt de aanduiding «Paragraaf 2. De beoordeling van het definitieve verzoek» vervangen door: Paragraaf 2. De telling en de controle van de ingediende verzoeken door het plaatselijk stembureau.
XIV
Na de aanduiding van paragraaf 2 in hoofdstuk 7 worden 12 artikelen ingevoegd, luidende:
Onmiddellijk nadat de termijn van zes weken, bedoeld in artikel 42, is verstreken, worden de formulieren met de afgelegde ondersteuningsverklaringen overgebracht naar het plaatselijk stembureau als bedoeld in artikel 32a.
1. Het plaatselijk stembureau houdt op de tweede dag na afloop van de termijn van zes weken, bedoeld in artikel 42, om tien uur een openbare zitting.
2. Dag en uur van de zitting van het plaatselijk stembureau worden door de voorzitter tijdig bekendgemaakt. De wijze van bekendmaking wordt geregeld bij algemene maatregel van bestuur.
3. De voorzitter is belast met de handhaving van de orde tijdens de zitting.
4. Door de aanwezige kiesgerechtigden kunnen mondeling bezwaren worden ingebracht.
1. Op de zitting stelt het plaatselijk stembureau vast:
a. het aantal geldige ondersteuningsverklaringen;
b. het aantal ongeldige ondersteuningsverklaringen.
2. Ongeldig zijn de ondersteuningsverklaringen die:
a. zijn afgelegd door personen die daartoe ingevolge artikel 42 niet
gerechtigd zijn;
b. niet zijn afgelegd ter secretarie van, of op een andere plaats als bedoeld in artikel 42, vijfde lid, binnen de gemeente waar de betrokkene als kiesgerechtigde is geregistreerd;
c. zijn afgelegd voordat de termijn, bedoeld in artikel 42, is aangevangen;
d. zijn afgelegd nadat de termijn, bedoeld in artikel 42, is verstreken;
e. niet alle gegevens bevatten die krachtens artikel 42, zevende lid, op het
formulier moeten worden ingevuld;
f. niet door degene die de verklaring heeft afgelegd, zijn ondertekend;
g. afkomstig zijn van kiesgerechtigden die meer dan één verklaring ter ondersteuning van hetzelfde inleidend verzoek hebben afgelegd.
3. De voorzitter maakt de in het eerste lid bedoelde aantallen bekend aan de aanwezige kiesgerechtigden.
1. Bij twijfel over de geldigheid van de verklaring en bij ongeldigheid van de verklaring maakt de voorzitter de redenen hiervoor, alsmede de beslissing daaromtrent, onmiddellijk bekend.
2. Indien een van de aanwezige kiezers dit verlangt, wordt het betreffende formulier getoond.
3. Indien wordt besloten een verklaring ongeldig te verklaren, wordt dit met opgave van redenen op het formulier aangetekend. Een kopie van het formulier wordt gezonden aan degene die de verklaring heeft afgelegd.
1. Nadat de werkzaamheden, bedoeld in artikel 44c, zijn beëindigd, worden de formulieren met de geldige ondersteuningsverklaringen en de formulieren met de ongeldige ondersteuningsverklaringen in aparte pakken gedaan en verzegeld.
2. Op ieder pak wordt vermeld:
a. de naam van de gemeente;
b. het aantal formulieren;
c. of het geldige of ongeldige ondersteuningsverklaringen betreft;
d. een aanduiding van het referendum waarop de ondersteuningsverklaringen betrekking hebben.
1. Nadat alle werkzaamheden zijn beëindigd, wordt daarvan proces-verbaal opgemaakt. Alle ingebrachte bezwaren worden in het proces-verbaal vermeld.
2. Het proces-verbaal wordt door alle aanwezige leden van het plaatselijk stembureau ondertekend.
3. Het proces-verbaal wordt voor een ieder ter inzage gelegd ter secretarie van de gemeente. De terinzagelegging wordt beëindigd, zodra onherroepelijk over de toelating van het definitieve verzoek is beslist.
4. Bij ministeriële regeling wordt voor het proces-verbaal een model vastgesteld.
1. De verzegelde pakken, bedoeld in artikel 44e, worden ter bewaring overgebracht naar de burgemeester.
2. De burgemeester draagt er zorg voor dat de verzegelde pakken op verzoek van de voorzitter van het centraal stembureau onmiddellijk naar het centraal stembureau worden overgebracht en dat de niet naar het centraal stembureau overgebrachte pakken worden vernietigd, nadat de uitslag van het referendum onherroepelijk is vastgesteld, dan wel nadat onherroepelijk afwijzend is beslist inzake het definitieve verzoek tot het houden van een referendum.
Het proces-verbaal wordt onverwijld naar de voorzitter van het centraal stembureau overgebracht.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld betreffende de taak van het plaatselijk stembureau inzake de telling en de controle van de ondersteuningsverklaringen.
1. Het centraal stembureau houdt op de tweede dag na de ontvangst van de processen-verbaal van de plaatselijke stembureaus om tien uur een openbare zitting.
2. Dag en uur van de zitting van het centraal stembureau worden door de voorzitter tijdig bekendgemaakt. De wijze van bekendmaking wordt geregeld bij algemene maatregel van bestuur.
3. De voorzitter is belast met de handhaving van de orde tijdens de zitting.
4. Door de aanwezige kiesgerechtigden kunnen mondeling bezwaren worden ingebracht.
1. Het centraal stembureau onderzoekt de juistheid van de vaststelling van de aantallen geldige en ongeldige ondersteuningsverklaringen door de plaatselijke stembureaus en beslist de geschillen die te dien aanzien rijzen. Het neemt daartoe kennis van de processen-verbaal van de plaatselijke stembureaus.
2. Ten behoeve van het onderzoek kan het centraal stembureau tot een hernieuwde beoordeling van ondersteuningsverklaringen besluiten. De burgemeester die de desbetreffende formulieren onder zich heeft, doet deze op verzoek van het centraal stembureau onverwijld naar dat orgaan overbrengen. Na ontvangst van de formulieren gaat het centraal stembureau onmiddellijk tot de beoordeling van de verklaringen over. Het is bevoegd daartoe de verzegelde pakken te openen en de inhoud te vergelijken met de processen-verbaal van de plaatselijke stembureaus. Bij deze beoordeling zijn de artikelen 44c en 44d van overeenkomstige toepassing.
3. Na de beëindiging van het onderzoek worden de bescheiden uit de geopende pakken opnieuw ingepakt en verzegeld op de in artikel 44e voorgeschreven wijze.
XV
Artikel 45, tweede lid, komt te luiden:
2. Het centraal stembureau besluit slechts dat het definitieve verzoek niet wordt toegelaten, indien het aantal geldig afgelegde ondersteuningsverklaringen minder bedraagt dan driehonderdduizend.
XVI
Artikel 46 komt te vervallen.
XVII
Artikel 47 komt te vervallen.
XVIII
In artikel 50, onderdeel b, komt de zinsnede «indien artikel 46, tweede lid, is toegepast;» te vervallen
XIX
Artikel 51 komt te vervallen.
XX
Artikel 55 komt als volgt te luiden:
1. De voorzitter van het centraal stembureau draagt zorg voor de bewaring van de verzegelde pakken met formulieren die op grond van artikel 44k, tweede lid, naar het centraal stembureau zijn overgebracht.
2. De voorzitter draagt zorg voor de vernietiging van de verzegelde pakketten en de processen-verbaal van de plaatselijke stembureaus, nadat onherroepelijk is vastgesteld dat geen referendum zal worden gehouden, of nadat de uitslag van het referendum onherroepelijk is vastgesteld of, indien de officier van justitie of de rechter-commissaris in het kader van een strafrechtelijk onderzoek een verzoek heeft gedaan tot overdracht van het verzegelde pak, nadat dit onderzoek is afgerond of, indien strafvervolging is ingesteld op grond van deze wet, nadat er een onherroepelijke rechterlijke uitspraak is. Van deze vernietiging wordt proces-verbaal opgemaakt.
3. De voorzitter is nadat onherroepelijk is vastgesteld dat geen referendum zal worden gehouden bevoegd het verzegelde pakket ten dienst van een onderzoek naar enig strafbaar feit over te dragen aan de officier van justitie.
Dit amendement beoogt, in overeenstemming met de praktijk zoals indertijd vastgesteld in de Tijdelijke referendumwet, het verzamelen van handtekeningen ordentelijk te regelen. Er wordt aangesloten bij het advies van de Kiesraad.
Van Toorenburg Segers Taverne