Vastgesteld 18 oktober 2011
De vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie1 heeft op 15 september 2011 overleg gevoerd met staatssecretaris Bleker van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over Visserij.
(De volledige agenda is opgenomen aan het einde van het verslag.)
Van dit overleg brengt de commissie bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.
De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
Van der Ham
De griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
Franke
Voorzitter: Houwers
Griffier: Blacquiere
Aanwezig zijn vijf leden der Kamer, te weten: Dijkgraaf, Houwers, Jacobi, Koppejan en Ouwehand,
en staatssecretaris Bleker van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, die vergezeld is van enkele ambtenaren van zijn ministerie.
De voorzitter: Ik open de vergadering en heet alle aanwezigen welkom.
De heer Dijkgraaf (SGP): Voorzitter. Ik ga snel door de tekst heen, maar bij deze staatssecretaris kan dat. Hij hoeft alleen maar ja te zeggen.
Staatssecretaris Bleker: Ik zal alle vragen met ja of nee beantwoorden.
De heer Dijkgraaf (SGP): Ik begin met de inventarisatie van de schade, de motie-Dijkgraaf c.s. De staatssecretaris verwijst in zijn brief naar het taxatierapport dat in het kader van spoor 2 is gemaakt. Hij gaat daarmee echter voorbij aan zowel de geest als de inhoud van onze motie. In de motie noemen we drie schadeposten die niet in spoor 2 zitten en we verzoeken de staatssecretaris de totale financiële schade in kaart te brengen. Wij zien dat los van de vraag of die schade vergoed wordt, maar het lijkt alsof de staatssecretaris alleen de schade in kaart wil brengen die vergoed zou moeten worden. Graag een reactie van de staatssecretaris.
Ik vraag de staatssecretaris alsnog een pas op de plaats te maken wat betreft het vangstverbod voor de wolhandkrab. De Europese norm geldt alleen voor het witte vlees en het wegvallende aanbod wordt ondertussen dus opgevuld door de wolhandkrab, die alleen aan de Europese norm hoeft te voldoen. Dat probleem lossen we dan op. Het vangstverbod is ingesteld op basis van monsters die zijn genomen op een zeer beperkt aantal locaties. Uit de stukken blijkt dat er gerede twijfel is ontstaan ten aanzien van de testen. Graag een reactie van de staatssecretaris.
We bedanken de staatssecretaris voor het uitvoeren van de motie door het instellen van een commissie binnenvisserij. Het is goed dat dat gebeurt. Langzamerhand is snelheid geboden bij het in de benen krijgen van de commissie. Is de deadline van januari haalbaar? De commissie zal daar te zijner tijd zelf ook wel ideeën over hebben. De passage in de brief van de staatssecretaris die gaat over de verdeling van de rechten, zet een aantal mensen op het verkeerde been. Het moet de commissie gaan om een breed gedragen en realistisch toekomstbeeld vanuit het brede, maatschappelijke perspectief en alle mogelijke oplossingsrichtingen moeten daarbij bekeken worden. Is de staatssecretaris dat met mij eens?
Fijn dat het ministerie constructief meedenkt met het Masterplan Duurzame Visserij. Er is echter nog een aandachtspunt: op korte termijn moeten twee of meer pilotschepen gebouwd worden. Het is echter lastig om een beroep te doen op het Europees Visserijfonds (EVF), want om staatssteun tegen te gaan geldt de EVF-subsidie niet voor schepen nieuwer dan vijf jaar. Bij het masterplan gaat het echter om het testen van nieuwe modellen. Wil de staatssecretaris kijken wat mogelijk is volgens de letter en de geest van de wet? Is het misschien alsnog mogelijk als we gebruikmaken van heel veel innovatieve onderdelen?
Zestien vissers hebben een pulskor aan boord. 26 ondernemers hebben ontheffing en willen ermee aan de slag. Zij kunnen echter geen aanspraak maken op de garantstelling, omdat zij de aankoopverplichting al zijn aangegaan. Ondertussen krijgen ze de financiering niet rond, omdat ze die garantstelling niet hebben. Het is een welles-nietesspelletje. Kunnen die vissers alsnog in aanmerking komen voor die garantstelling?
Dan kom ik op de Franse wateren. Ik heb al eens opgeroepen om de marine erop af te sturen voordat we die helemaal wegbezuinigd hebben. Het begint langzamerhand tijd te worden voor zoiets, want het loopt een beetje uit de hand. We dachten het onder controle te hebben door de gedragscode en de afspraken die de staatssecretaris eerder gemaakt heeft toen hij ingegrepen heeft. Er vinden echter steeds weer incidenten plaats en langzamerhand willen de vissers het risico niet meer lopen. Voordat ze het weten, worden ze opgelegd en zijn ze hun omzet kwijt, terwijl de kosten al gemaakt zijn. Kan de staatssecretaris op politiek niveau actie ondernemen? Wil hij de Eurocommissaris aanspreken, want het kan toch niet zo zijn dat we zo met elkaar omgaan terwijl we deel uitmaken van één Europese Unie (EU)? Graag een reactie van de staatssecretaris.
Tot slot breng ik een laatste noodkreet van de palingvissers onder de aandacht. Een aantal van de getroffen vissers heeft nog geen tegemoetkoming ontvangen en begint echt in de problemen te komen. Kan die beloofde tegemoetkoming snel, via een voorschot, uitbetaald worden?
Mevrouw Jacobi (PvdA): Voorzitter. Ik wil het eerst hebben over de Wadden, de rijke Waddenzee. Als de natuur niet heel gezond is, kan er geen goede samenhang tussen ecologie en economie bestaan. Een gezonde natuur vormt namelijk de basis voor een goede visserij. Ik denk dat we ook voor de Waddenzee een masterplan duurzame visserij nodig hebben. De vissers die daar op kleine schaal vissen, kunnen veel voor de regio betekenen. Sommige garnalenvissers willen ook duurzaam gaan werken, maar hebben daarbij een steuntje in de rug nodig, bijvoorbeeld bij het overschakelen van diesel op meer innovatieve energie zoals zonnecellen.
We moeten kritisch kijken naar de samenwerking tussen de Waddenvereniging en de garnalenvissers bij het gebruik van het Waddenfonds. Ik ben er niet tegen, maar er moeten goede plannen liggen. Ik vind het te gemakkelijk om het Waddenfonds slechts te gebruiken om te saneren zonder verdere opties en zonder verder perspectief. Ik vind dat we moeten investeren in het gebied en de vissers daar. Het is dan heel gerechtvaardigd om het Waddenfonds te gebruiken, maar niet enkel en alleen om te saneren.
Wat betreft de walvis en de Internationale Walvisvaartcommissie (IWC), vind ik het goed dat de staatssecretaris aangeeft dat de voorstellen niet aanvaardbaar zijn. Op dit moment is er sprake van een soort grote stop en we weten niet wanneer het weer start. Japan heeft natuurlijk andere, grotere problemen. De PvdA-fractie steunt de staatssecretaris in deze opstelling.
Het doet ons deugd dat door de motie-Koppejan/Jacobi 1,5 mln. is vrijgemaakt voor het verkrijgen van het MSC-certificaat (Marine Stewardship Council) voor vijf projecten. Vijf vissoorten worden nu daadwerkelijk duurzaam gevangen. Ondersteuning van dit soort transities vinden wij een goede zaak, maar het moet wel met beleid en visie blijven gebeuren.
Dan is er de wolhandkrab met dioxine. We hebben veel geleerd van de dioxinepaling. Vanwege de gezondheidsrisico's lijkt het mij goed dat we hier niet gaan traineren.
Ik vind het een goede zaak dat de commissie toekomstvisie binnenvisserij er komt. Eigenlijk had die er al moeten zijn. Ik las ergens dat er inmiddels al een voorzitter bekend is, maar dat moet een fout zijn. Kan de staatssecretaris daar meer helderheid over geven? Met de motie beoogden wij dat veel partners meewerken aan een goede, brede toekomstvisie. Het lijkt nu net alsof de beroepsvisserij en de sportvisserij de probleemhouders zijn en dat de rest alleen mee mag praten. Het fenomeen schubvisrechten heeft geen brede steun in de Kamer en het mag hierbij dan ook geen al te prominente rol spelen. Wij zien heel graag dat de commissie spoedig van stal gaat, maar om de deadline van januari te halen zouden we iedereen het mes op de keel moeten zetten.
Ik begrijp het standpunt van het ministerie ten aanzien van de staandwantvisserij. De gemeente Ameland heeft echter een brief gestuurd over de onrechtvaardigheid van het besluit. Ik wil graag een reactie van de staatssecretaris daarop.
De heer Koppejan (CDA): Voorzitter. De staatssecretaris wil het doordraaien van vis stoppen, omdat het niet ten goede komt aan een gezonde markt en innovaties. Welke acties onderneemt de staatssecretaris in dat kader?
IJsland en de Faeroër Eilanden hebben elkaar unilateraal vangstrechten voor de makreel toegekend, bovenop de afgesproken taks. Nederlandse vissers dreigen aan het einde van het jaar hun MSC-certificaat voor makreel te verliezen, omdat er geen sprake meer is van een duurzame en goed beheerde visserij. Welke acties gaat de staatssecretaris ondernemen om dit te voorkomen?
We hebben eerder al vragen gesteld over de visserij in de Franse wateren. Het conflict duurt echter nog steeds voort. De vissers geven aan dat ze alles volgens de wet doen en ze voelen zich gesterkt door een geseponeerde zaak. Kan de staatssecretaris vertellen waarom die zaak werd geseponeerd?
Dan kom ik op het programma Naar een rijke Waddenzee. De afspraken over de Eems-Dollard zijn vastgelegd in het Integraal Management Plan (IMP) Eems-Dollard, dat op 17 december 2010 is gelanceerd. In dit plan staat hoe de economische ontwikkeling en de natuurwaarden van het gebied met elkaar in evenwicht gebracht kunnen worden. Tijdens de bijeenkomst van 17 december is afgesproken dat de Nederlandse en Duitse overheden en stakeholders het komende jaar één of twee keer bijeenkomen om afspraken te maken over de getijdennatuur in de Eems-Dollard. Na de lancering van het IMP is echter weinig meer vernomen. Ik hoor graag van de staatssecretaris wat de stand van zaken is.
De mosselsector heeft de laatste tijd te maken gehad met een aantal tegenslagen. Zo is er ook dit jaar weer sprake van een verminderde mosselzaadval en de mosselzaadinvanginstallaties (MZI's) hebben last van zeesterren. Is de staatssecretaris bereid met deze factoren rekening te houden bij het tempo van de transitie van de mosselsector? Kan de staatssecretaris toezeggen dat het mosselzaad afkomstig uit de Oosterschelde in het voorjaar van 2012 ook daadwerkelijk verzaaid kan worden in de Waddenzee? Zijn dan alle benodigde vergunningen verleend?
Ik sluit me aan bij de oproep van collega Dijkgraaf om de binnenvissers zo spoedig mogelijk een voorschot uit te betalen. De nood is namelijk hoog. Is bij de afwikkeling van de tegemoetkoming vangstverbod ook gekeken naar de door de vissers aangereikte alternatieven, zoals het opschalen van MZI's, het uitzetten van tarbot, handkokkelvisserij in ondiepe delen en de verlenging van het kreeftenseizoen?
Is het gelijke speelveld verstoord bij het instellen van het vangstverbod voor wolhandkrab? Welke wetgeving is leidend in deze? De nationale bepalingen of de Europese Algemene Levensmiddelenwetgeving?
De binnenvissers zijn binnen de Combinatie van Beroepsvissers goed bezig met het formuleren van een toekomstvisie. De staatssecretaris heeft eerder gezegd dat hij wil kijken hoe hij hieraan kan bijdragen, maar stelde als voorwaarde dat de sector met een goede visie moet komen en eigen verantwoordelijkheid moet nemen. Kunnen de binnenvissers nog steeds rekenen op die handreiking van de staatssecretaris? Welke termijn is hieraan gekoppeld?
Deelt de staatssecretaris mijn mening dat de samenstelling en de doelstelling van de commissie toekomst binnenvisserij primair breed maatschappelijk dient te zijn? Alle partijen die bereid zijn mee te denken over de toekomst van de binnenvisserij, dienen daarbij aan tafel te zitten. Is de staatssecretaris dat met ons eens?
Waarom wordt de ontheffing voor het project pootaal uit het rivierengebied niet verleend? Men wil jonge pootaal in het rivierengebied vangen en deze overbrengen naar dioxinearme wateren om daar op te groeien tot dioxinearme paling. Het Visserij Innovatieplatform (VIP) heeft dit voorstel goedgekeurd. Graag een reactie van de staatssecretaris.
De staatssecretaris is ons een heel eind tegemoet gekomen op het punt van de staandwantvisserij. In een vorige vergadering hebben collega Houwers en ik aangedrongen op een belangrijkere rol voor de gemeenten, want uiteindelijk kunnen op lokaal niveau de beste beoordelingen gemaakt worden. Kan dit uitgangspunt toegevoegd worden aan het voorstel van de staatssecretaris? In de gesprekken met vissers en mensen uit de regio, merk je dat de situatie per regio erg kan verschillen. Zo is er een groot verschil tussen de Oosterschelde en de Westerschelde.
Wat is de stand van zaken ten aanzien van de motie-Koppejan c.s., waarin we het kabinet verzochten om een onderzoek uit te voeren naar de hoeveelheden discards in de Nederlandse visserij? Dit onderzoek zou samen met de sector worden uitgevoerd. We zetten vraagtekens bij de interpretatie van deze motie door het ministerie van EL&I. Men lijkt voornemens de cijfers die thans bekend zijn uit 1999 en 2009 op een rij te zetten en dat te zien als invulling van deze motie. Dat is niet zo veel werk en dat was ook niet de opzet van de motie. We wilden juist gebruik maken van nieuwe en actuele gegevens. Ik verzoek de staatssecretaris om voor de behandeling van het gemeenschappelijk Europees visserijbeleid met een brief over dit punt te komen en alsnog de gevraagde informatie aan de Kamer te leveren.
Mevrouw Ouwehand (PvdD): Voorzitter. Om positief te beginnen: ik was blij verrast dat de staatssecretaris onderschrijft dat bruinvissen mogelijk sneuvelen in staandwant. Hij handhaaft daarom het verbod in de beschermingszone totdat hij op 19 september een bruinvisbeschermingsplan uitgereikt krijgt. Laten we het zekere voor het onzekere nemen. Het is een beschermde diersoort en we moeten voorzichtig zijn, zodat de soort daarna ook nog een beetje zal beklijven. Uiteraard hoop ik dat die beschermingszone kan worden uitgebreid, maar de staatssecretaris kent het standpunt van de Partij voor de Dieren.
Ik ben benieuwd wat de staatssecretaris bedoelt met het historisch gebruik van de kustzone. Ik vraag me af of gemeenten genoeg kennis, mankracht en financiële middelen hebben om de visserij te registreren en te handhaven. Graag een reactie van de staatssecretaris.
Een ander positief punt is dat de staatssecretaris onze motie uitvoert door het opnemen van verplichte bedwelming van paling in de nationale wetgeving. Ik wil de staatssecretaris erop wijzen dat in Noorwegen nu een proef wordt uitgevoerd met elektrisch bedwelmen van vissen aan boord. Ik zou dat graag ondersteund zien door de staatssecretaris. Een voormalig staatssecretaris van Visserij zei al dat we een keer moeten kijken naar het welzijn van vissen in de wilde vangst. Ik ben benieuwd of de staatssecretaris deze stap van Noorwegen wil ondersteunen en er misschien zelfs aan mee wil doen. We kunnen dan ervaringen delen en zo voor Nederland en Europa een stap zetten.
Bij het onderwerp koelwaterinlaat houdt het op met de positieve boodschap.
Staatssecretaris Bleker: Dat is ongekend royaal op deze dag.
Mevrouw Ouwehand (PvdD): Dat is inderdaad ongekend royaal. De Partij voor de Dieren zou de Partij voor de Dieren niet zijn als ze alleen maar vol lof zou spreken. Ik zou me daar ook helemaal niet gelukkig bij voelen. Een kritische blik moet vooropstaan.
Als we die brief over het effect van koelwater op vissen mogen geloven, is alles koek en ei. De Raad van State heeft in het geval van de Eemshaven echter geoordeeld dat de effecten van koelwater op de vissen onvoldoende onderzocht zijn. Hoe zit dat dan bij de andere lozingspunten van koelwater? Moet de Raad van State al die vergunningen gaan controleren op de onderbouwing of zit dat wel goed? Ik denk van niet. Als de staatssecretaris ja zegt en de Raad van State nee, dan ga ik ook twijfelen aan andere vergunningen. Is de staatssecretaris bereid kritisch te kijken naar reeds verleende vergunningen waarbij koelwaterlozingen een rol spelen? Kan hij de Kamer daarover informeren?
Ik steun de Nederlandse inzet ten aanzien van de IWC en de walvisconferentie. Nederland is natuurlijk tegen de walvisjacht en doet daar ook zijn best voor. We zijn daar natuurlijk blij mee. Japan begint altijd over veiligheid op zee en dat is een reëel punt, want natuurlijk moeten de regels gerespecteerd worden. Het voelt echter niet goed dat de vermeende schendingen van de regels steeds weer buitenproportionele aandacht krijgen. Het leidt de aandacht af van waar het echt over zou moeten gaan. Laat ik het maar in kroegpraat uitdrukken: als Japan komt klagen over de veiligheid op zee, dan zou ik terug willen zeggen: «Ik begrijp niet waar je het over hebt. Japan houdt zich al jaren niet aan het moratorium. Zullen we dat eerst even bespreken?» Ik snap dat het punt van de veiligheid geadresseerd moet worden, maar ik heb toch veel liever alle aandacht voor de schendingen die Japan pleegt op het moratorium, zeker als Japan niet mee wil werken aan feitelijk strafrechtelijk onderzoek. Is de staatssecretaris dat met mij eens?
Ik ben echt ontzettend verdrietig over de jaarlijkse dolfijnenslachtingen op de Faeroër Eilanden. Dit jaar zijn dankzij Sea Shepherd vele dieren in leven gebleven. Sea Shepherd heeft in de wateren gelegen om te voorkomen dat de grienden naar de eilanden zwommen. In plaats van dat er 1000 dieren zijn afgeslacht, zijn toen Sea Shepherd vertrokken was 50 tot 100 dieren afgeslacht. Sea Shepherd heeft daar goed werk gedaan, maar ieder geslacht dier is er één te veel. Ik weet dat Nederland zich daartegen zou willen uitspreken, maar hoe? Ik lees dat er onderhandelingen zijn over de manier waarop IJsland en de Faeroër Eilanden omgaan met de makreelquota. We moeten die landen daarop aanspreken. Als we op het gebied van de makreelquota kunnen dreigen met sancties, kunnen we dan ook iets doen met die afschuwelijke slachtingen? Is het waar dat de Faeroër ook Europese subsidies krijgen? Biedt dat Nederland misschien de gelegenheid om hen te vragen om aan de verdragen te voldoen en deze zeezoogdieren niet af te maken? Ik hoop echt dat er mogelijkheden zijn. Vlak voor de zomer hebben we een algemeen overleg Visserij moeten verzetten, omdat de staatssecretaris geblesseerd was. Ik heb hem toen deze film gestuurd, zodat hij wat te doen had terwijl hij herstellende was. Ik heb er verder niets van gehoord; misschien is de film niet aangekomen. De film gaat over de dolfijnenslachtingen in Japan en een vergelijkbare film zou je kunnen maken op de Faeroër Eilanden. Het is een gruwelijke maar ook inspirerende film. Ik overhandig hem aan de staatssecretaris en ik hoop dat het hem motiveert en inspireert om ook voor de grienden zijn beste beentje voor te zetten.
Voorzitter: Dijkgraaf
De heer Houwers (VVD): Voorzitter. In de brief van de staatssecretaris over verscheidene visserijonderwerpen staat dat de Dienst Regelingen 77 bedrijven heeft benaderd en er maar 32 een aanvraag hebben ingediend. Wat is de reden daarvoor?
Een onderzoek van RIKILT onderschrijft de noodzaak van het instellen van een vangstverbod voor de wolhandkrab. In hoeverre moeten we in de toekomst aan beheer denken? Een private partij wil de wolhandkrab voor de sluizen wegvangen en verkopen aan China. Wat kan de staatssecretaris daarover melden?
In een van zijn vorige brieven gaf de staatssecretaris aan dat spoor 2 van de vergoeding aan de dioxinepalingvissers in de zomer zou zijn afgerond. Dat is niet gelukt. Kan de staatssecretaris uitleggen waardoor de vertraging is ontstaan? Komt er binnen afzienbare tijd een einde aan de onzekerheid voor de bedrijven?
De staatssecretaris geeft aan dat hij met de Europese Commissie in overleg is over de staatssteunaanvragen voor het vergoeden van de inkomstenderving. Kan de staatssecretaris aangeven op welke termijn dat overleg kan worden afgerond?
Wat betreft de recreatieve staandwantvisserij is een stap vooruit gemaakt. De heer Koppejan en ik wilden graag dat gemeenten een grotere rol zouden gaan spelen. De staatssecretaris maakt nu nog een voorbehoud ten aanzien van de visserijzone en wij kunnen daar op dit moment wel mee leven. We wachten tot de presentatie is geweest van het bruinvisbeschermingsplan.
De staatssecretaris noemt in zijn brief de Waddenzee en de Westerschelde, maar ik mis de Oosterschelde en de havens. Kan de staatssecretaris aangeven hoe het daarmee gesteld is?
Eerder is aangegeven dat we nog aandacht zouden schenken aan visstroperij. Stroperij stopt natuurlijk niet wanneer het bestrijdingsteam visstroperij stopt. De staatssecretaris wil met minister Opstelten bekijken in hoeverre samengewerkt kan worden met de regiopolitie, met een datagerichte aanpak. Kan de staatssecretaris daar meer over vertellen?
Greenpeace heeft beelden afgeworpen op de Klaverbank. De VVD-fractie heeft het als een provocatie ervaren, dat dat ook nog in Duitse wateren is gedaan. De staatssecretaris zou overleggen met de minister van Infrastructuur en Milieu over een procedure voor het opleggen van bestuursdwang, maar tot nu toe hebben we daar nog geen resultaat van gezien. Kan de staatssecretaris iets zeggen over de voortgang?
Mevrouw Ouwehand (PvdD): Is het de VVD-fractie bekend dat de afgeworpen stenen daar van nature voorkomen en dat er heel leuke zeepaarden aan vastzaten? De locatie is bovendien bekend bij de vissers, dus er is op geen enkele wijze sprake van een gevaarlijke situatie. De VVD-fractie weet dat toch wel?
De heer Houwers (VVD): De VVD-fractie weet dit wel. Greenpeace wilde de zee echter niet verrijken met prachtige natuurbeelden. Deze beelden waren wel degelijk bedoeld als belemmering voor de visserij en dat is niet passend. We vonden de aanpak van de staatssecretaris echter veelbelovend en we horen graag in hoeverre dat resultaat heeft gehad.
Mevrouw Ouwehand (PvdD): Het is vandaag de veertigste verjaardag van Greenpeace en laten we dat eer aandoen. Het is niet per se de bedoeling van Greenpeace om de visserij te belemmeren, maar wel om natuur te beschermen. Laten we Greenpeace in ieder geval goed citeren.
De heer Houwers (VVD): Ik wil Greenpeace niet alleen goed citeren, maar zelfs op de wenken bedienen door het een paar keer te noemen. Ik heb sterk de indruk dat natuurbescherming bij Greenpeace bijna gelijk staat aan belemmering van de visserij. De VVD-fractie heeft daar niet zo veel behoefte aan. Er zijn andere mogelijkheden om met elkaar in overleg te gaan, dan met het belemmeren van visserij op zee.
Voorzitter: Houwers
Staatssecretaris Bleker: Voorzitter. De heer Dijkgraaf vroeg om ja-nee-antwoorden. Hij vroeg of we alle schade van het vangstverbod paling in beeld zullen brengen. Ja, alle schade die in beeld te brengen is, wordt in beeld gebracht. Komt er een commissie binnenvisserij die breed is samengesteld? Ja, en er is nog geen voorzitter. Is het tijdpad tot januari niet te kort? Ja, dat is te kort en wij zullen daar wat meer tijd voor beschikbaar moeten stellen. Zetten wij ons in om die pilotschepen zo veel mogelijk onder het Europese visserijfonds te brengen door innovatieve componenten te definiëren? Ja, we zullen innovatieve onderdelen toevoegen aan schepen om zo te zorgen dat het onder die regeling zal vallen. Wat betreft de garantstelling voor die zestien ondernemers, is het antwoord nee. Ze kunnen daar formeel niet voor in aanmerking komen. Is het mogelijk om palingvissers bij voorschot uit te betalen? Ja, als we voldoende gegevens van de vissers hebben en er een redelijke kans op vergoeding bestaat, dan zijn we bereid om een voorschot beschikbaar te stellen. Zoals de Kamer weet, ben ik bij enkele palingvissers in de buurt van Moerdijk op bezoek geweest. Ik wil bevorderen dat een deel van de vergoeding als voorschot wordt uitbetaald, wanneer het ernaar uitziet dat men voor zo’n vergoeding in aanmerking komt en als er een globaal beeld is van de hoogte van de vergoeding, Het zijn mensen die hard werken en een spaarzaam leven leiden. Als het op deze manier netjes kan gebeuren, dan doen we dat.
We blijven ons inzetten voor een goed optreden van de Franse autoriteiten. Ik spreek mijn Franse collega daar op gezette tijden ook op aan. Vorige week is er nog lokaal overleg geweest met de autoriteiten.
De metingen bij de wolhandkrab waren zeer verontrustend. De waardes waren veel hoger dan bij paling. Juist bruin vlees wordt gegeten, zoals ook in de brief staat vermeld. Algemene EU-levensmiddelenregelgeving verbiedt het op de markt brengen van dergelijke producten. Het laatste VWA-rapport onderstreept het gevaar voor de volksgezondheid en het belang van de volksgezondheid staat voorop. We werken hier volgens de Europese standaarden met prioriteit voor de volksgezondheid.
Mevrouw Ouwehand stelde een vraag over het bedwelmen van dieren op schepen. Ging dat om paling of om alle soorten vis?
Mevrouw Ouwehand (PvdD): Het gaat om de wildgevangen vis uit de zeeën.
Staatssecretaris Bleker: Het ging om de situatie in Noorwegen. Ik wil me daar nader over laten informeren, maar het zal ongetwijfeld extra kosten met zich meebrengen. Als die informatie interessant is, dan zal ik het ook in de discussie over het Europese visserijbeleid aankaarten.
De 32 bedrijven die geen vergoeding hebben aangevraagd vissen niet in vervuilde wateren en kunnen daarom geen aanspraak maken op de vergoeding.
De EU-verordening verbiedt het op de markt brengen van schadelijke producten. Het is dus ook niet wenselijk dat wolhandkrab die voor de sluizen wordt gevangen, naar China gaat. In internationale afspraken staat ook dat we schadelijke producten niet exporteren.
Wat betreft de vergoeding voor de palingvissers hebben taxateurs in de zomer alle bedrijven bezocht, en negen daarvan zijn nu uitbetaald. Ik ben in dezen afhankelijk van het aanleveren van gegevens door de vissers. Zij hebben de snelheid dus voor een deel zelf in de hand. Als wij voldoende gegevens hebben om een voorschot op te baseren, verstrekken wij dat. Wij moeten een redelijk zicht hebben op de aanvraag, eerder kunnen wij niet uitbetalen.
Mevrouw Jacobi (PvdA): Ik heb nog een vraag staan over de brede commissie. Zit die al in dit blokje?
Staatssecretaris Bleker: Ja, die heb ik al beantwoord.
Mevrouw Jacobi (PvdA): Ik vind dat de staatssecretaris er wel heel gemakkelijk overheen ging. Ik ben namelijk nogal fanatiek ingegaan op dat we nu niet meer in het oude denken, tussen sportvisserij en beroepsvisserij, moeten voorsorteren. Er is gewoon echt toekomstperspectief. Iedereen moet objectief meedenken over oplossingsrichtingen, ook provincies, waterschappen, gemeenten en de watersportbond. De staatssecretaris heeft er niet echt op gereageerd dat daar in de brief van het ministerie wél op voorgesorteerd wordt. Dat vind ik niet verstandig. De start moet goed zijn. Zo hebben wij de motie ook bedoeld.
Staatssecretaris Bleker: Ik betreur het als dat in de brief gesuggereerd wordt. De opzet is in ieder geval conform de wensen van mevrouw Jacobi, de heer Dijkgraaf en anderen: een commissie die vanuit een brede blik naar de situatie en het toekomstperspectief voor de binnenvisserij kan kijken. Er is ook gevraagd naar een masterplan voor de visserij op de Waddenzee. Ik kan mij voorstellen dat we dat integreren in diezelfde commissie; dat lijkt mij een goede zaak. Daarmee heb ik wat dit punt betreft de vragen over de binnenvisserij beantwoord.
De heer Koppejan had een vraag over het VIP-project pootaal rivierengebied. In 2010 is er ontheffing verleend voor dit VIP-project, waarin is onderzocht of met dioxine verontreinigde jonge paling in schone gebieden kan opgroeien tot dioxinepaling. Tot níet-dioxinepaling, tot schone paling, dat dacht ik. Het staat hier gewoon verkeerd, gelukkig had ik het net op tijd in de gaten. Het onderzoek is niet opgestart, eigenlijk heeft de pilot de startbaan dus niet verlaten. Medio augustus is er een verzoek gedaan tot aanpassing van het plan, en dat verzoek wordt nu beoordeeld.
De heer Koppejan (CDA): Wanneer kunnen zij dan wat horen?
Staatssecretaris Bleker: Het plan wordt nu beoordeeld, dus neem ik aan dat men in de komende twee maanden weet of het nu wel kan.
Dan is er een interessante vraag over de koelwaterlozingen en de effecten op de vispopulaties in die gebieden. Het is moeilijk om daar in algemene zin uitspraken over te doen. Het is inderdaad waar dat inzake de vergunningverlening voor een of twee centrales, in de buurt van de Eemshaven, uitvoerig onderzoek is gedaan naar de mogelijke effecten van koelwaterlozing op de visstand. Voor een deel moet dat nog beter onderbouwd worden. Laat ik het zo zeggen: ik zie geen reden om nu te zeggen dat alle vergunningen gereviewd moeten worden. Dat is ook helemaal niet mogelijk. Ik moet mevrouw Ouwehand gelijk geven dat dat punt toch nauwkeuriger en gedegener studie behoeft dan we misschien aangenomen hebben. Dat moeten we dan ook gewoon gaan doen. De ene koelwaterlozing is echter de andere niet. Het gaat om de massaliteit, de stroomsnelheid, het ontvangende water en meer van dat soort dingen. Laat ik het zo formuleren: het effect van vervuiling dan wel het lozen van verwarmd water wordt voor een belangrijk deel bepaald door het ontvangende water.
Mevrouw Ouwehand (PvdD): Ik snap wel dat de staatssecretaris niet alle vergunningen opnieuw wil laten controleren, maar ik zou er graag zicht op krijgen. Zijn er een paar situaties waarin het effect nauw zou kunnen luisteren? Zijn er een paar vergunningen waarvan ook de staatssecretaris, met de kennis van nu: gelet op onze beschermingsverplichtingen zou ik dat eigenlijk ... Misschien is dit ook een beetje het terrein van staatssecretaris Atsma. Maar er kan wellicht toch nog eens gekeken worden of we dat wel goed hebben gedaan. Kunnen wij daar een brief over krijgen?
Staatssecretaris Bleker: Voor we naar conclusies springen, moeten we volgens mij eerst doorgaan met de procedure die nu loopt rond de lozingen in de buurt van de Eemshaven. Daar is nader onderzoek nodig, en het is de afspraak dat dat ook gebeurt. Laten we de uitkomsten daarvan afwachten, voordat we de rest van de wereld gaan onderzoeken. Dat verzoek zou ik nu dus niet willen honoreren; ik vind dat te snel.
Een vraag van mevrouw Jacobi ging over kleine garnalenvissers in de Waddenzee, en de steun voor verduurzaming. De garnalenvisserij, en de visserij op de Waddenzee gaan mij ook aan het hart. Het heeft toch wel een heel eigen karakter. Daarom lijkt het mij een goede gedachte om die commissie binnenvisserij te vragen om ook naar dit aspect te kijken, en om de samenstelling daar mede op af te stemmen. Temeer daar tal van vissers in dat gebied echt oog hebben voor het feit dat de Waddenzee een specifieke vissector en specifiek ondernemerschap vereist.
De departementen gaan niet over het gebruik van het Waddenfonds. Dat is gedecentraliseerd, en dat is heel goed. Ik vind niet dat er overheidsgeld in blijvers gestopt moet worden, maar vooral in vernieuwers. Het kan zijn dat uit het masterplan ideeën voortkomen die de provincies ervan overtuigen om iets te doen uit het Waddenfonds, maar dat ligt daar.
De heer Koppejan vroeg of in het voorjaar mosselen gezaaid kunnen worden in de Oosterschelde. Zoals bekend wordt gewerkt aan een protocol voor zuid-noordtransport. Er is goede hoop dat die transporten in het voorjaar van 2012 kunnen plaatsvinden. Dat is ook heel erg belangrijk, want dat is de eerste periode dat het weer kan. Wij ondersteunen dat dus. Wat betreft het tempo van de mosselsectortransitie, daarbij rekening houdend met tegenvallers: er worden in het convenant goede afspraken gemaakt, en er wordt constructief overleg gevoerd. Samen met de partners zullen wij bezien wat mogelijk is. De huidige afspraken zijn daarbij het vertrekpunt. Mochten er echter overduidelijke, externe factoren zijn die de sector in de weg staan om een bepaalde transitiestap te zetten, dan moet je daar gewoon in goed overleg uit zien te komen.
De heer Houwers had een vraag over de visstroperij. Het traject inzake visstroperij en de Wet op de economische delicten (WED) loopt. Ik heb dit op 15 juni hier besproken. Behandeling in de Eerste Kamer moet nog plaatsvinden. Over de handhaving in de stroperijteams heb ik ook al met de Kamer gesproken. Het is mijn inzet om hier het Korps landelijke politiediensten (KLPD) en de regiopolitie bij te betrekken, en er bij betrokken te houden. Daarnaast kan in de toekomst ook de dierenpolitie worden ingezet. Er zijn nog geen afspraken over gemaakt met de heer Opstelten. Dat moet nog gebeuren, ik kan het niet mooier maken dan het is. Dat overleg hebben wij nog niet gehad.
Ik kom op het bruinvisbeschermingsplan. Dit plan betreft een wetenschappelijke studie in opdracht van het ministerie, waarbij er ook inbreng is van de stakeholders. Aanbevelingen voor maatregelen en verder onderzoek worden mij inderdaad op 19 september aangeboden. Ik wil daar nog niet op vooruitlopen. Ik wil wel zeggen dat mijn liefde voor de bruinvis is toegenomen. In mijn vakantie ben ik, samen met mijn dochter, te gast geweest bij het Dolfinarium. Wat daar schitterend is, is SOS Dolfijn. Ik had daar nog nooit van gehoord, maar annex aan het Dolfinarium in Harderwijk is een soort opvangcentrum voor bruinvissen. Het zijn fantastische dieren. Ik dacht: ik word bijna een beetje lid van de Partij voor de Dieren. Ik word soms wel geraakt door dieren, maar deze zijn echt heel leuk. Volgens mij vallen ze je niet aan, dat scheelt ook weer. Wij gaan dus bekijken wat dat oplevert. Aanstaande maandag zou ik, geloof ik, naar de Oosterschelde gaan om bruinvissen te tellen. Omdat we nog druk in overleg zijn met de provincie over een akkoord, komt dat een beetje in het gedrang. Ik was trouwens daar in Harderwijk met mijn dochter. Zij heeft zes, zeven weken vakantie gehad. We zijn naar New York geweest en hebben van alles en nog wat gedaan, en verdorie ... We hadden daar bij die bruinvissen gestaan, en ze zei: pap, dit is het allermooiste wat ik de hele vakantie beleefd heb.
Mevrouw Ouwehand (PvdD): De Partij voor de Dieren heeft een jongerenvereniging.
Staatssecretaris Bleker: Maar ze is niet tegen de jacht.
Mevrouw Ouwehand (PvdD): Dat schaven we wel bij.
Staatssecretaris Bleker: Mevrouw Jacobi noemde het historisch gebruik, dat is waar het van oudsher plaatsvond. Het Hollenga-advies gaat uit van het neerleggen bij gemeenten. Dat is afgestemd en wordt niet zwaar opgetuigd. Wij volgen dus het advies van Holleinga, waar mevrouw Jacobi ook steun aan gegeven heeft. De brief van Ameland leg ik daarom naast me neer. Wat men daarin voorstelt zou een verdere uitbreiding van die tak van sport met zich meebrengen, en dat is niet goed voor de bruinvis. En tja, wat niet goed is voor de bruinvis, dat zit sinds deze zomervakantie in de gevarenzone.
De heer Houwers vroeg hoe het zit met de Oosterschelde en de havens. In de Oosterschelde was staandwantvisserij nooit toegestaan. Dat kon alleen in de Westerschelde. Ik ga niet ruimer zijn dan zoals het was in het verleden.
Ik kom bij de zeevisserij. Naar aanleiding van vragen van de heren Koppejan en Dijkgraaf ben ik ingegaan op de problemen met de Franse visserij. Er is nu maandelijks overleg tussen lokale vissers. Het eerste maandelijkse overleg werd overigens afgelast vanwege de afwezigheid van Nederlandse vissers. Dat is natuurlijk wel te betreuren, maar waarschijnlijk waren zij gewoon aan het werk. Frankrijk weet dat wij de ontwikkelingen zeer nauwlettend volgen.
Wat de reden is van het seponeren door het Openbaar Ministerie (OM) is mij op dit moment onvoldoende bekend. Het is natuurlijk aan het OM. Ik zal mij daarover laten informeren door het OM, en zodra ik daar interessante informatie over heb zal ik dat de Kamer laten weten.
Wat betreft makreelbeheer en het MSC is mijn inzet gericht op een gezamenlijk beheer van het makreelbestand, met alle relevante kuststaten. Ondanks alle inspanningen is er nog steeds geen overeenkomst tussen de EU, de Faeroër Eilanden en IJsland. Dit najaar worden de besprekingen daarover voortgezet. Een adequaat makreelbeheer is inderdaad van belang, en een voorwaarde voor een MSC-certificaat.
Inzake de motie over het onderzoek naar de hoeveelheden discards, wordt eerst nagegaan of de bestaande kennis nog actueel is en voldoende antwoord geeft. Dat lijkt het geval, maar ik zal dat zeker goed laten nagaan. Binnenkort, ik denk in oktober, informeer ik de Kamer over de resultaten van het onderzoek.
Het doordraaien is echt een kwestie die bij de hervorming van het marktordeningsbeleid, als onderdeel van het gemeenschappelijk visserijbeleid, aan de orde moet komen. Mijn inzet is gericht op het stoppen van de doordraai. Ik streef ook naar versterking van de producentenorganisaties. Deze moeten een grotere rol spelen in het beheer, en gericht zijn op duurzaamheid. Ik kan nu dus niet de bikkelharde toezegging doen dat wij dat even gaan regelen. De inzet in Europees verband is echter duidelijk gericht op het voorkómen van het doordraaien van vis.
Ik dank de Kamer voor de steun voor onze opstelling inzake de IWC. Ook volgens de Partij voor de Dieren is de opstelling correct, waarvoor dank. Bij de eerstvolgende IWC-bijeenkomst worden de afspraken vastgelegd, en het punt waarover we het hier hebben staat boven aan de agenda. Mevrouw Ouwehand vroeg iets over wat wij tegen de Japanners moeten zeggen; ik ben dat even kwijt. Dat hoor ik misschien nog in de tweede termijn.
Wat betreft de onderhandelingen over de Faeroër Eilanden inzake de makreel: er wordt op dit moment gewerkt aan het opleggen van sancties. Dat moet in Europees verband gebeuren, zo moet geprobeerd worden duidelijk vooruitgang te boeken.
Dat Greenpeace jarig is en 40 jaar bestaat, wist ik niet. Dat is mooi, van harte gefeliciteerd. Met het rijzen van de jaren, rijst ook de wijsheid. Misschien waren dit dus wel de laatste brokken steen die in de zee zijn gegooid, wie weet. Maar de inzet is erop gericht om handhaving te plegen en nieuwe overtredingen te voorkomen. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu (I en M) bereidt een bestuursdwangbesluit voor. Ik zeg daar heel open bij, zoals ik ook in het vragenuurtje heb gedaan, dat je heel stoere taal kunt spreken: wij leggen Greenpeace aan de ketting, we gaan ze opdragen om op eigen kosten de blokken met die zeepaardjes eraan weg te halen ... Je moet echter wel een rechtsgrond hebben. Daar ben ik ook eerlijk over. Er heeft een wijziging plaatsgevonden van de Waterwet, en die geeft een minder stevige rechtsgrond dan de oude wetgeving. Ik weet niet hoe de wetgever dat bedacht en overwogen heeft, maar de oorspronkelijke rechtsgrond was dus sterker dan die er nu is. Desalniettemin zien wij voldoende mogelijkheden om het handhavingstraject door te zetten. Het is misschien wel een punt om nog eens een keer over na te denken, om te bekijken of er enige reparatie nodig is. Die rechtsgrond is minder sterk geworden uit het oogpunt van vereenvoudiging van regelgeving, en dat soort algemene overwegingen. Zo zie je maar: principes over administratievelastendrukvermindering en minder regelgeving kunnen zich ook tegen je keren. Ook tegen de partijen die met de vuist op tafel sloegen. Als je een volgende keer dus weer stevig op tafel wilt slaan, kan het zijn dat je die rechtsgrond niet meer zo sterk hebt. Dat is toch wel een interessant dilemma. Ik leg het maar gewoon heel open aan de Kamer voor. Ook op gebieden als identificatie, registratie van honden enzovoort speelt dit. Nee, niet meer lastendruk, niet meer regels. Maar als je de boeven wilt aanpakken, moet je daar wel ergens een basis voor hebben. Je moet wel een systeem hebben. Eigenlijk ben ik een beetje een oude antirevolutionair: regels zijn niet slecht, als ze maar voor het goede doel zijn. Soms moet je goed nadenken over dat principe van regels, deregulering en wat je ermee wilt bereiken. Het zijn net mensen, die regels. Als je ze maar goed gebruikt voor het goede doel.
De heer Koppejan (CDA): De staatssecretaris prikkelt mij een beetje. Ik ken antirevolutionairen die steviger wisten op te treden. Als de staatssecretaris zich nu verschuilt achter de opmerking dat hij niet veel kan ... Ik bedoel: het advies van de officier van justitie voor Noordzee-aangelegenheden was om een strafrechtelijke weg te bewandelen. Maar de staatssecretaris heeft gekozen voor een bestuursrechtelijke weg. Eigenlijk heeft hij dus zelf gekozen voor deze weg, die leidt tot gedoogbeleid. Ik verwacht van deze staatssecretaris, die zich toch regelmatig vrij stoer uit, dat hij op dit gebied optreedt. Ik vind het allemaal een beetje slap.
Staatssecretaris Bleker: Wij komen daar nog over te spreken.
De voorzitter: Wellicht na de opmerkingen in tweede termijn. De spreektijd daarvoor is twee minuten.
De heer Dijkgraaf (SGP): Voorzitter. Ik houd het bij de gezamenlijke stijl van de eerste termijn: ik dank de staatssecretaris voor zijn zeer duidelijke antwoorden.
Mevrouw Jacobi (PvdA): Voorzitter. Ik wil nog wat zaken aanscherpen. Bij de commissie en het plan van aanpak komt nu ook het Masterplan Waddenzee. Op zich kan ik daar best mee leven, maar ik ontvang graag binnen twee weken een schrijven van de staatssecretaris over de manier waarop hij het nu aanpakt. Uit welke kringen komen de commissieleden, wat wordt de opdracht? Anders zitten we hier over een paar maanden nog zonder dat er wat is gebeurd. Dus: tijd, plaats, wie, wat, hoe, wanneer, enz. met een deadline. Dat lijkt mij belangrijk.
Over de reactie over staandwant zegt de staatssecretaris dat hij de brief van Ameland naast zich neerlegt. In september komt ook het bruinvissenplan. In de Kamer hebben wij het historisch medegebruik altijd omarmd. Daarom denk ik dat het toch verstandig is om contact te zoeken met de gemeente. Juist door dat historisch medegebruik krijgt de gemeente namelijk zelf de nodige mogelijkheden bij het beschikbaar stellen van gebieden. Ik vond de brief heel negatief, dus communicatief valt er misschien ook nog wel wat te verbeteren.
De heer Koppejan (CDA): Voorzitter. Ik heb een paar kleine restpunten. Over die MSC-certificering rond de makreel die onder druk staat geeft de staatssecretaris aan dat er sancties worden overwogen in EU-verband. Kan hij duidelijkheid geven over het tijdstip waarop een en ander geëffectueerd wordt? Want uiteindelijk zitten we wel met die deadline. Deze vissers raken voor het eind van het jaar hun MSC-certificering kwijt, met alle economische gevolgen van dien.
Over Greenpeace hebben we het wel genoeg gehad. Ik hoop dat de staatssecretaris toch nog tot handelen en handhaven komt.
Inzake de uitvoering van de motie met betrekking tot de discards, van ondergetekende en de heren Slob en Dijkgraaf, begrijp ik dat de staatssecretaris in zijn brief alsnog komt met meer informatie. Wij kunnen dus echt rekenen op een onderzoek met de laatste actuele gegevens?
Mevrouw Ouwehand (PvdD): Voorzitter. De boemerangs vliegen je om de oren, deze dagen. De Raad van State heeft al een paar keer mooie uitspraken gedaan. Zo ook in de afgelopen week, inzake de vergunning voor de waterkrachtcentrale in Borgharen. Die kan niet doorgaan omdat er vissen vermalen worden. Dat wil ik toch even gezegd hebben. Ik ben blij dat het wordt stopgezet. Maar ook vond ik het mooi om de staatssecretaris te horen over deze boemerang: met een voortdurend pleidooi om regels te vereenvoudigen kun je ineens geconfronteerd worden met een situatie. Ik vind het prima dat Greenpeace actie kan voeren. Volgens mij is er namelijk niks ergs aan de hand. Maar ik vermaak me goed als ik zie dat andere partijen, die én Greenpeace willen aanpakken én regels willen vereenvoudigen, zich nu ineens in een benarde situatie beland zien.
Het is goed om te horen dat de bruinvis het hart gestolen heeft van de staatssecretaris, in elk geval dat van zijn dochter. Dat lijkt mij een mooi begin. Ik kijk dus uit naar de verdere plannen in dezen.
Ik heb de inzet van Nederland inzake de Faeroër Eilanden op de IWC geprezen. Wat ik bedoelde met mijn woorden over Japan, is dat je eigenlijk het liefst zou willen zeggen: joh, wat kom je nou zeuren over die veiligheid op zee? Je schendt al twintig jaar het moratorium, je hebt je spreekrecht wel een beetje verspeeld. Dat is wat je gevoelsmatig zou willen zeggen. Ik begrijp dat je beide kwesties moet adresseren, maar ik zou zeggen: veel meer aandacht voor waar Japan de fout in gaat dan voor de kwestie van veiligheid op zee.
Ik heb expliciet gevraagd wat de staatssecretaris kan doen om op te treden tegen de dolfijnenslachtingen bij de Faeroër Eilanden. Ik word wat dat betreft nu wel een beetje pittiger. Als we wel met sancties kunnen dreigen als het gaat om de makreelvangst – die ik steun, want daar moet ook de hand aan gelegd worden – kunnen we toch ook iets doen om die slachtingen te stoppen? Ik hoop dat de staatssecretaris hier mogelijkheden voor ziet. Ik wil graag weten of er Europese subsidies naar de Faeroër Eilanden gaan en of we daar iets mee kunnen doen. Dat mag ook per brief. Ik wil gewoon heel graag dat we het kunnen stoppen.
Voorzitter: Dijkgraaf
De heer Houwers (VVD): Voorzitter. Wat staandwant betreft heeft de VVD steeds gepleit voor het historische gebruik. Ik sluit mij aan bij de woorden van mevrouw Jacobi: daar moet inderdaad goed over gecommuniceerd worden. Wij hopen dat de gemeenten wat dat betreft ook een beetje ruimhartig zijn.
Ik had mij in de eerste termijn nog niet uitgesproken over de IWC-opstelling. Ik wil de staatssecretaris daarvoor een compliment maken, want ook de VVD kan zich daar prima in vinden.
Inzake minder regels en daardoor minder kunnen: het is een kwestie van kiezen. De VVD staat nog steeds voor minder regels, en blijft daar ook voor strijden. De regels kunnen eenvoudiger en duidelijker, maar moeten wel rechtvaardig zijn. Daar heeft de staatssecretaris op zich een punt, maar dat is ook onze insteek. Vissers worden op enig moment wel aangepakt als er aan hun netten een paar millimeter niet klopt. Dan pakken we wel door. Wij denken dat dit soort acties van Greenpeace zeker vraagt om actie, al is het alleen maar om duidelijk te maken dat wij niet alles over onze kant kunnen en willen laten gaan.
Mevrouw Ouwehand sprak even over de waterkrachtcentrale in Borgharen, en dat brengt mij nog even bij wat ik afgelopen dinsdag ook heb gemeld in het waterendebat. Het gaat in Borgharen inderdaad over het mogelijk vermalen van vis door de pompen. Ik denk dat het bij het ministerie bekend is, maar ik vraag de staatssecretaris toch nog eens om er aandacht aan te schenken: er bestaat een bedrijf dat visveilige pompen heeft. Er is daarbij een systeem waardoor de vissen heel dicht langs de as toch door kunnen zwemmen. Op die manier kan er waterkracht gebruikt worden en wordt de vis gespaard. Het is toch de moeite waard om daar eens naar te kijken.
Tot slot zal ik volgend jaar de staatssecretaris zeker tijdig een advies geven over de vakantiebestemming, afhankelijk van de onderwerpen die de VVD dan belangrijk vindt. Ik begrijp dat dat zijn opstelling kan beïnvloeden, en wij gebruiken alle mogelijkheden om dat te doen.
Voorzitter: Houwers
Staatssecretaris Bleker: Voorzitter. Over drie weken ontvangt de Kamer een brief waarin de opdracht voor, en de samenstelling van de commissie staat.
Er zal contact worden opgenomen met Ameland.
De vraag aan de IWC: dat is positief.
Ik wil kijken naar de dolfijnenslachtingen, en ik ben bereid de Kamer daarover via een brief te informeren.
Met betrekking tot Greenpeace antwoord ik de heren Koppejan en Houwers dat wij doorgaan met het verder voorbereiden van het bestuurlijke handhavingstraject.
Wat de vergunningaanvragen en de waterkrachtcentrale Borgharen betreft, is het aan de centrale om de nieuwste technologie in beeld te brengen.
De heer Koppejan wil concretere antwoorden inzake makreel, sancties en MSC-certificering. De sancties moeten in EU-verband getroffen worden. Ik zal er bij commissie op aandringen om dat te doen. Het moet allemaal voor het eind van het jaar geëffectueerd zijn, zodat de certificering voor de betreffende bedrijven niet in gevaar komt. Daar is de inzet op gericht. Wat betreft de discards zeg ik toe dat er in oktober een brief komt. Daarnaast is er een internationaal literatuuronderzoek. Op die manier gaan we daarmee aan de slag. De meest recente gegevens en studies zullen daarbij worden betrokken.
Mevrouw Ouwehand (PvdD): De staatssecretaris heeft gezegd dat hij benieuwd is naar de proef in Noorwegen. Ik neem aan dat hij de Kamer informeert als hij er meer over weet. Hij heeft het zo niet letterlijk gezegd, maar ik hoop dat we daarvan uit mogen gaan.
Staatssecretaris Bleker: Als dat inderdaad perspectiefrijk is, dan zal dat op enig moment op de agenda voor de voorbereiding van een visserijoverleg in Brussel aan de orde komen in het kader van de discussie over een nieuw gemeenschappelijk visserijbeleid. Het zal dus niet apart, maar in dat verband aan de orde komen.
De voorzitter: Ik dank namens de commissie de staatssecretaris voor de beantwoording. Ik heb de volgende toezeggingen genoteerd:
– De staatssecretaris van EL&I zal de Kamer informeren over de redenen van het Openbaar Ministerie om de zaak van de Franse vissers te seponeren. Verdere informatie daarover zal hij aan de Kamer beschikbaar stellen zodra deze voorhanden is.
– De staatssecretaris zal de Kamer informeren over de dolfijnenslachting bij de Faeröer Eilanden zodra daar informatie over beschikbaar is.
– De staatssecretaris zal in oktober 2011 een brief aan de Kamer sturen over de discards en de uitvoering van de motie-Koppejan c.s.
– De staatssecretaris zal binnen drie weken een brief aan de Kamer sturen inzake de commissie voor de toekomst van de visserij, inclusief de Waddenvisserij.
Volledige agenda
1. Aanbieding voortgangsrapportage programma Naar een Rijke Waddenzee en de Transitie van de Mosselsector
29 675-109 – Brief regering d.d. 21-03-2011
staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker
2. Stand van zaken rond actief biologisch beheer en beheervisserij
21 501-32-477 – Brief regering d.d. 18-04-2011
staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, J.J. Atsma
3. Reactie op toezegging tijdens het AO energie over mogelijk onderzoek naar de effecten van koelwater op vispopulaties
29 023-90 – Brief regering d.d. 30-05-2011
staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker
4. Informatie t.b.v. de 63e jaarvergadering van de IWC (4-15 juli 2011 op Jersey)
32 500-XIII-204 – Brief regering d.d. 14-06-2011
staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker
5. Reactie op de aangenomen motie Ouwehand (32 658, nr. 14) over een verbod op het doden van paling middels een zoutbad
32 658-27 – Brief regering d.d. 16-06-2011
staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker
6. Beleid van de visstandbeheercommissie’s (VBC’s)
29 664-103 – Brief regering d.d. 21-06-2011
staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker
7. Tegemoetkoming aalvissers vangstverbod schone aal en wolhandkrab
29 675-130 – Brief regering d.d. 22-06-2011
staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker
8. Economische situatie visserij
29 675-132 – Brief regering d.d. 29-06-2011
staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker
9. Tegemoetkoming aalvissers naar aanleiding van het vangstverbod voor aal en wolhandkrab
29 675-131 – Brief regering d.d. 29-06-2011
staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker
10. Afschrift van de brief aan de meervalwerkgroep over de meervalsector
2011Z15266 – Brief regering d.d. 07-07-2011
staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker
11. Reactie op de brief van Sportvisserij Nederland inzake Visstroperij in Nederland (Brief nummer 23 van de procedurevergadering van 26 april 2011)
2011Z15264 – Brief regering d.d. 07-07-2011
staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker
12. Stand van zaken genetisch gemodificeerde zalm
27 428-203 – Brief regering d.d. 29-08-2011
staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker – Stand van zaken genetisch gemodificeerde zalm
13. Resultaten van de 63e vergadering van de Internationale Walvisvaartcommissie (IWC) op 4-15 juli 2011
32 500-XIII-201 – Brief regering d.d. 22-08-2011
staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker
14. Informatie over diverse onderwerpen ter voorbereiding van het Algemeen Overleg Visserij op 15 septembe
29 675-133 – Brief regering d.d. 13-09-2011
staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker