Vastgesteld 9 februari 2012
De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken1 en de vaste commissie voor Defensie2 hebben op 19 januari 2012 overleg gevoerd met minister Rosenthal van Buitenlandse Zaken en minister Hillen van Defensie over:
– de brief van de minister van Buitenlandse Zaken d.d. 23 december 2011 houdende een aanvulling op de artikel 100-brief inzake piraterijbestrijding (29 521, nr. 178).
Van dit overleg brengt de commissie bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.
De voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Albayrak
De voorzitter van de vaste commissie voor Defensie, Van Beek
De griffier van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Van Toor
Voorzitter: Pechtold
Griffier: Van Toor
Aanwezig zijn zes leden der Kamer, te weten: Ten Broeke, Jasper van Dijk, Eijsink, Knops, Pechtold en De Roon,
en minister Rosenthal van Buitenlandse Zaken en minister Hillen van Defensie, die vergezeld zijn van enkele ambtenaren van hun ministeries.
De voorzitter: Ik heet iedereen van harte welkom bij dit overleg van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken met de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Defensie. Op de agenda staat de aanvulling op de artikel 100-brief over de piraterijbestrijding. Omdat het gaat om een artikel 100-brief, zullen wij dit onderwerp in drie termijnen behandelen. Wij verwachten dat de afgevaardigden van de diverse fracties in de derde termijn hun oordeel over het voorstel van de regering vellen.
Wij hebben een bericht van verhindering ontvangen van de fracties van GroenLinks en de ChristenUnie, maar ik kan aan de twee bewindslieden verklappen dat deze twee fracties hierbij al met dit voorstel instemmen. Op die manier is de spanning voor de bewindslieden gedurende de komende twee uur wellicht iets minder.
Ik stel een spreektijd van vijf minuten voor de eerste termijn voor. Ik kondig bovendien alvast aan dat ik aan het eind namens mijn eigen fractie het woord zal voeren en het voorzitterschap aan een van de andere aanwezige leden zal overdragen.
De heer Knops (CDA): Voorzitter. Het bestrijden van de criminele activiteiten van piraten zal ook in dit nieuwe jaar een belangrijke verantwoordelijkheid voor Nederland zijn. Gisteren is dit nogmaals bevestigd tijdens de zeer informatieve technische briefing die wij mochten ontvangen, waarvoor dank. Veel vragen zijn tijdens die briefing reeds afdoende beantwoord. Bovendien hebben wij een gedetailleerder beeld gekregen van zaken die zich zullen voltrekken en zaken die zich de afgelopen dagen hebben voltrokken. Het is een feit dat er nog altijd 200 mensen gegijzeld worden in de wateren rondom de Hoorn van Afrika. Deze wateren worden jaarlijks door zo’n 250 Nederlandse schepen doorkruist. Dat de risico’s daarvan groot zijn, bewijst de aanval van afgelopen week op de Nederlandse steenstorter Flintstone die op weg was van Singapore naar Malta. De aanval door piraten die daarbij zelfs een granaatwerper dreigden te gebruiken, werd door de aan boord aanwezige mariniers kordaat afgeslagen. Hulde aan het optreden van onze mariniers! Dit bewijst dat dit concept werkt.
Het is duidelijk dat het piraterijprobleem aanhoudt en dat grof geweld niet wordt geschuwd. De Nederlandse koopvaardij ondervindt hinder van deze criminele activiteiten en de aanleverroutes van noodhulp voor de hongerende bevolking in de Hoorn van Afrika worden ernstig bedreigd. Bestrijding van piraterij is daarom essentieel. Vandaag maakte het International Maritime Bureau (IMB) bekend dat piraterij in 2011 wereldwijd voor het eerst in vijf jaar iets is gedaald. De internationale marinepatrouilles spelen daarbij een essentiële rol, aldus dit bureau. Wij zijn er daarom ook trots op dat die Nederland samen met een aantal andere landen de verantwoordelijkheid heeft genomen om op te treden tegen de piraterij. Die strijd zal onverminderd worden voortgezet.
In de voorliggende artikel 100-brief schrijft de regering dat zij halverwege december in Brussel heeft ingestemd met enkele aanpassingen in het operatieplan van Atalanta. Een van de aanpassingen is om een zelfstandig militair beveiligingsteam in te zetten om schepen van het World Food Programme van de Verenigde Naties te beschermen tegen aanvallen van piraten. Deze schepen vervoeren broodnodige hulpgoederen voor ruim drie miljoen mensen die hiervan afhankelijk zijn. Als de voedselhulp niet meer de havens van Mombassa, Mogadishu of Djibouti kan bereiken, ontstaat een tekort aan voedsel en zullen de nu toch al hoge ondervoedingscijfers stijgen. Aangezien 90% van de voedselhulp van het World Food Programme voor Somalië via de zee wordt aangeleverd, is bescherming van deze schepen tegen piratenaanvallen absoluut noodzakelijk.
Daarnaast vergroot de inzet van een Autonomous Vessel Protection Detachment (AVPD) de effectiviteit van de Atalanta-operatie. Met de inzet van een AVPD is immers een wekenlange escorte van een duur marineschip niet meer nodig. Dan kunnen deze schepen worden ingezet voor de offensieve bestrijding van piraterij. Wordt er daarom nagedacht over een permanente inzet van een Nederlandse AVPD voor de bescherming van de transporten van het World Food Progamme? Graag krijg ik ook een toelichting op de belofte van de ministers dat de inzet van deze AVPD’s voor de bescherming van de transporten voor het World Food Programme (WFP) geen gevolgen zal hebben voor de eerder toegezegde VPD-inzet voor Nederlandse koopvaardijschepen. De Nederlandse reders moeten onverkort kunnen rekenen op bescherming door de Nederlandse overheid.
De Nederlandse inzet ter bestrijding van piraterij zal ook dit jaar een grote inzet vergen van onze krijgsmacht. Zo zal Nederland dit jaar afwisselend Hr. Ms. Van Amstel, Hr. Ms. Tromp en Hr. Ms. Evertsen, een onderzeeboot en militaire beveiligingsteams inzetten. De strijd tegen de piraterij is een strijd van lange adem. Dat is bekend. Die is echter noodzakelijk om de criminele activiteiten te kunnen bestrijden.
In de voorliggende brief staat dat er in Brussel is besloten om enkele aanpassingen in het operatieplan door te voeren. Dat is een goede zaak, want plannen moeten altijd op hun merites beoordeeld worden en indien nodig worden aangepast. Mijn fractie heeft ook met interesse kennis genomen van het nieuws in Der Spiegel van 30 december. Daarin stond dat de EU opdracht zou hebben gegeven aan de commandant van Atalanta om het operatieplan van Atalanta behoorlijk te wijzigen. Dit zou erop neerkomen dat piraten niet alleen op zee bestreden worden, maar dat er ook gerichte aanvallen zullen worden uitgevoerd op doelen van piraten op de Somalische stranden. Hierbij moet gedacht worden aan het vernietigen van wapenarsenalen, botenloodsen en brandstofdepots. Dit zou moeten plaatsvinden met behulp van helikopteraanvallen vanaf zee. Ik zeg dit speciaal voor de heer Ten Broeke. Het Duitse ministerie van Buitenlandse Zaken zou dit bericht bevestigd hebben. In de Kamerbrief van 27 december schrijven de ministers dat Nederland in Brussel het initiatief heeft gesteund om gronddoelen van piraten te gaan bestrijden. Mijn fractie is in principe voorstander van een dergelijke strategie. De strijd tegen piraterij kan niet alleen op zee gewonnen worden. Met deze nieuwe strategie worden de criminele activiteiten van organisaties die zich bezighouden met piraterij in de kiem gesmoord, dus voordat er ook maar één piratenschip het ruime sop kan kiezen. Het is alleen wel opvallend dat over dit voornemen niets wordt beschreven in de artikel 100-brief die wij vandaag bespreken. Daarin staat slechts dat er enkele aanpassingen in het operatieplan zijn. Waarom heeft het kabinet deze wijziging niet opgenomen in de brief? Mijn fractie steunt het voornemen om piraten niet alleen op zee, maar ook op het strand en op het land te bestrijden, maar zou graag een nadere toelichting van het kabinet ontvangen over de exacte opdracht aan de commandant van de Atalanta-operatie.
De heer Ten Broeke (VVD): Voorzitter. Ik sta ook even stil bij de actie die wij deze week van Defensie vernamen. Ik heb gisteren al mijn waardering uitgesproken aan generaal Middendorp, die de briefing gaf. Ik herhaal dit hier. Ik denk dat dit een goed voorbeeld is van de wijze waarop adequaat opgetreden moet maar ook kan worden. Het moet mij wel van het hart dat ik mij even afvroeg hoe het zou zijn geweest als er met «privates» was geopereerd. Ik heb namelijk begrepen dat er meer dan 200 meter zat tussen het bootje dat werd beschoten en de plek waar vandaan werd geschoten. Misschien krijgen wij daar nog wat meer informatie over. Wellicht blijft het echter bij de informatie die wij via het persbericht hebben gekregen. Heeft de minister van Defensie er behoefte aan om daar nog wat over te zeggen? Wij horen daar immers graag meer over.
Vandaag gaat het over een AVPD, een speciaal team voor inzet ten behoeve van het World Food Programme. Eigenlijk zijn wij dit al sinds 2008 aan het doen. In die zin is er op zichzelf niet zo veel nieuws onder de zon. De urgentie van het World Food Programme is helaas niet afgenomen. 35% van de Somaliërs is afhankelijk van deze voedselhulp. Het is dus van het allergrootste belang dat de internationale gemeenschap daartoe bereid en in staat blijft. Gelukkig doet Nederland er opnieuw aan mee om dit mogelijk te maken. Uit deze kwalificaties kan men al opmaken wat het oordeel van mijn fractie zal zijn. Dit mag op zichzelf ook niet zo verwonderlijk zijn. Je zou je zelfs kunnen afvragen of wij hier om de zes maanden – dat is kennelijk de termijn die het kabinet zelf heeft gesteld – over moeten spreken. Wij zijn in elk geval voorstander hiervan. Dat zal ik in de derde termijn herhalen.
De internationale gemeenschap levert een gezamenlijke bijdrage aan de strijd tegen de piraterij. Al sinds 2008 dragen Nederlandse fregattten daaraan bij, niet alleen via Atalanta, maar ook via de operatie Ocean Shield. Nu is er dan deze specifieke inzet. In totaal hebben marines van 28 landen meegewerkt aan deze internationale inspanning. Er worden inspanningen gedaan vanuit alle hoeken van de wereld, van de VS tot China, van het Midden-Oosten tot Europa en van Afrika tot Australië. Dat neemt echter niet weg dat er toch wat zorgen zijn over de vraag of al die marines bereid zijn om te doen wat op dit moment weer extra gevraagd wordt. Wellicht kan de minister van Buitenlandse Zaken hier nog iets over zeggen. Nogmaals, het neemt niet weg dat met de nieuwe VN-resolutie 2020 en de instemming die de EU hier ondertusen voor heeft gegeven de zelfstandige, autonome bescherming van de WFP-schepen nu kan gebeuren. Dit is noodzakelijk en moet dus ook plaatsvinden.
Er staat een cryptische zin in de brief die ons heeft bereikt. Collega Knops sprak daar ook al over. De zin luidt: «De Nederlandse bijdrage van een AVPD aan Atalanta heeft geen gevolgen voor de toegezegde VPD-inzet ten behoeve van Nederlandse koopvaardijschepen.» Kan die zin uitgelegd worden? Ik ben daar namelijk niet a priori van overtuigd. Ik wil nu geen debat voeren over de koopvaardij, want dit onderwerp komt op een ander moment aan de orde. Wij kunnen er echter niet aan voorbij gaan dat die mensen deze snelle en voortvarende keuze zullen voelen. Wij hebben van de minister het overzicht van de zestien afgewezen schepen ontvangen. De reden voor de afwijzing zou zijn dat de termijnen zouden zijn overschreden. Ik vraag mij af of een termijn van zes weken überhaupt commercieel hanteerbaar is. Het systeem lijkt niet flexibel te zijn. Over het hier vaker besproken draaiboek bestaat er geen transparantie. Wij kunnen dus moeilijk nagaan wie in dit zich nog steeds ontwikkelende welles-nietesspelletje tussen reders en de regering gelijk heeft. Mijn fractie zal daar echter buitengewoon scherp op letten. Wij gaan er dan ook vanuit dat de minister zijn recentelijk bij de begroting gedane toezegging zal nakomen, namelijk dat hij de hefboom niet alleen in werking zal stellen voor 50 koopvaardijschepen, maar, indien noodzakelijk ook voor 100 schepen of welk hoger aantal ook. Ik ga ervan uit dat die toezegging volledig gestand wordt gedaan. Mocht dit niet het geval zijn, dan verwijs ik naar de motie-Hernandez c.s. (33 000 X, nr. 45) terzake waarin voor het volgend jaar hiervoor middelen worden vrijgemaakt.
Graag wil ik dat de minister van Defensie ook ingaat op de volgende vraag over de veiligheid. De veiligheidsaspecten zijn namelijk, anders dan in 2008, wat nadrukkelijker aan de orde. Uit de risicoanalyse blijkt dat in de haven van Mogadishu veiligheidsmaatregelen zijn getroffen, omdat mariniers immers niet alleen aan boord, maar ook in de havens zullen verblijven. In het verleden zijn deze havens al «target» geweest. Is daar niet alleen een adequate analyse van gemaakt, maar kunnen de mariniers zich daar ook adequaat verdedigen? Kan de minister aangeven of de rules of engagement voldoende zijn volgens zijn inschatting en smaak? Ik hoor daar graag de politiek verantwoordelijke over.
Mijn fractie is overwegend positief over deze bijzondere inzet, maar wil wel graag schragend beleid.
De heer De Roon (PVV): Voorzitter. De brief van 23 december jongstleden van de hier aanwezige bewindslieden over de wijziging van het mandaat voor de operatie Atalanta en over de inzet van Vessel Protection Detachments aan boord van schepen van de Verenigde Naties heeft bij mijn fractie de wenkbrauwen doen fronsen. De reden daarvoor is de volgende. Wij hebben jarenlang in de Kamer gestreden voor de realisatie van die Vessel Protection Detachments. Het vorige kabinet wilde daar niets van weten. Onder dit kabinet werd het mogelijk dat militaire VPD’s worden ingezet voor de beveiliging van koopvaardijschepen tegen piraten. Daarvoor ben ik dit kabinet dankbaar en daarvoor verdient het credits. Het werd echter ook duidelijk dat de middelen beperkt zijn en dat niet iedere aanvraag van de koopvaardij voor de inzet van een militair Vessel Protection Detachment kan en zal worden gehonoreerd door Defensie. Wij vinden dat jammer. De Kamer vindt dat ook jammer en heeft daarom de motie-Hernandez c.s. aangenomen om te komen tot een structurele financiering van de VPD-teams vanaf 2013.
Ondanks die betrekkelijke armoe, blijkt nu dat het kabinet wel ineens een Vessel Protection Detachment beschikbaar wil en kan stellen voor schepen die voor de Verenigde Naties varen. De noodzaak daartoe zou zijn dat er een tekort is aan schepen voor andere taken van Atalanta. De vervanging van een oorlogsbodom die schepen van de VN naar Somalië moet begeleiden door een Vessel Protection Detachment maakt het mogelijk dat die oorlogsbodem dan vrijkomt voor het vervullen van de andere taken van Atalanta. Is er nu een Nederlands oorlogsschip bestemd voor de begeleiding van VN-schepen? Dat blijkt namelijk niet duidelijk uit de brief van de regering. Wordt er op deze manier een Nederlands oorlogsschip vrijgespeeld of gaat het om een schip van een ander land? Welke andere taken gaat dat vrijgespeelde oorlogschip op de door de regering voorgestelde manier vervullen? Heeft dit ook iets te maken met het feit – collega’s spraken daar ook al over – dat het Political and Security Committee van de Europese Unie aan de commandant van Atalanta de opdracht heeft gegeven om plannen te ontwikkelen voor de inzet van de EU-strijdkrachten om de infrastructuur van de piraten op het land aan te vallen? Voor alle duidelijkheid: wij ondersteunen dat idee, maar wij willen wel precies weten of dit daar iets mee te maken heeft.
Uit de briefing van gisteren begreep ik dat er de komende maanden sprake is van een verminderd aanbod van oorlogsbodems ten behoeve van Atalanta. Waarom is Nederland dan het eerste land dat aanbiedt om dat verminderde aanbod te helpen opvangen door een Nederlands VPD in te zetten voor de beveiliging van VN-schepen? Graag ontvang ik een reactie van de ministers. De Nederlandse inzet voor Atalanta is nu al stevig en is al jarenlang stevig. Bij mijn weten, heeft Nederland het nog nooit laten afweten. Als andere landen het nu wel laten afweten bij het beschikbaar stellen van voldoende oorlogsbodems voor Atalanta, waarom staat Nederland dan vooraan om dit probleem op te lossen door de Nederlandse inzet voor Atalanta nog eens extra te verhogen en er op die manier nog een schepje bovenop te doen door het beschikbaar stellen van een VPD? Het gaat om een VN-operatie die valt onder het World Food Programme. Zijn er ook VPD’s gevraagd aan niet-EU-landen? Ik denk in dit kader aan Rusland, China en andere landen die ongetwijfeld ook over dergelijke teams beschikken. Als dit niet is gebeurd, waarom niet? Dit was mijn inbreng in de eerste termijn.
De heer Ten Broeke (VVD): Vlak voordat dit overleg aanving, begreep ik uit berichten in de pers, in dit geval www.spitsnieuws.nl, dat de PVV al voordat wij dit overleg ingingen, naar buiten had gebracht dat zij alleen wil pleiten voor het inzetten van Nederlandse mariniers op Nederlandse schepen, althans op schepen onder Nederlandse vlag. Is dit juist? Dan kan de heer De Roon namelijk net zo goed nu al zijn conclusie geven over dit debat over de artikel 100-brief, want dit bericht preludeert daarop.
De heer De Roon (PVV): Het gaat hierbij om de inzet van schaarse middelen. Bij de inzet van VPD’s heeft wat ons betreft de bescherming van Nederlandse koopvaardijschepen echt de voorrang. Ik doel hierbij dus op koopvaardijschepen die onder Nederlandse vlag varen.
De voorzitter: Het bericht klopt dus.
De heer Ten Broeke (VVD): Er wordt in het bericht ook gesproken over Nederlandse opvarenden. Bij mijn weten varen heel veel van die schepen weliswaar onder Nederlandse vlag. De opvarenden komen echter vaak overal vandaan, maar zelden of nooit uit Nederland. Hoe zit het daarmee?
Ik haal weleens het programma van de PVV aan. De PVV krijgt vaak kritiek vanwege het feit dat de PVV niets aan ontwikkelingshulp wil doen, maar bij de noodhulp wil de PVV het liefst dat de Nederlandse bijdrage wordt verdubbeld. Dit is noodhulp par excellence. Wat zegt de PVV dan tegen die 30% of 35% van de Somaliërs die hier totaal van afhankelijk zijn? Doet Nederland vandaag niet mee, omdat andere landen dit niet willen doen?
De heer De Roon (PVV): Ik ben blij dat de heer Ten Broeke het artikel in Spits even aanhaalt, want dat geeft mij de gelegenheid om te zeggen dat het de PVV absoluut niet gaat om schepen met Nederlandse opvarenden. Het criterium is voor ons de inzet voor schepen varend onder de Nederlandse vlag, Nederlandse koopvaardijschepen dus. Dat is het onderscheidende criterium. Daar willen wij de prioriteit aan geven, zeker als er sprake is van schaarsheid van middelen, van schaarsheid van de mogelijkheden om Vessel Protection Detachments in te zetten.
De heer Ten Broeke vroeg verder wat de PVV zegt tegen de Somaliërs die afhankelijk zijn van de aanvoer van voedsel via het World Food Programme. De PVV zegt tegen hen dat Nederland al een forse inzet levert voor het programma en dat het nu de taak van andere landen is om ook bij te springen. Als dit niet door landen van de Europese Unie kan gebeuren, moeten ook andere landen, zoals Rusland en China, middelen ter beschikking stellen. Het kan niet zo zijn dat Nederland vooraanstaat om er nog een schepje bovenop te gooien, iedere keer als andere landen het laten afweten.
De heer Jasper van Dijk (SP): Ik probeer te achterhalen waarom de PVV hier precies tegen is. In de brief van de regering staat dat deze bijdrage geen gevolgen heeft voor de andere inzet voor de Nederlandse koopvaardijschepen. Is de PVV hiertegen omdat ze dit niet gelooft? Denkt zij dat dit wel degelijk druk uitoefent op de inzet voor de Nederlandse koopvaardij? Of is de PVV überhaupt tegen en wil zij helemaal niet dat Nederland meehelpt aan het World Food Programme en de bescherming daarvan?
De heer De Roon (PVV): Ik denk dat de brief van de regering niet helemaal goed wordt geciteerd. Daarin staat namelijk dat de inzet van de AVPD voor deze schepen van het World Food Programme geen gevolgen zal hebben voor de inzet van VPD’s zoals die is toegezegd door de regering voor de komende periode. De regering heeft niet toegezegd dat zij iedere aanvraag van een Nederlands koopvaardijschip om een VPD zal honoreren. Die toezegging doet zij niet. Ik vind dat die toezegging wel mogelijk zou moeten worden gemaakt. Als dan dus blijkt dat die toezegging op dit moment niet kan worden gedaan en er vervolgens van de beschikbare VPD’s ook nog een deel wordt afgezonderd om een schip van het World Food Programme te beveiligen, dan zijn we wat mij betreft op de verkeerde weg.
De heer Jasper van Dijk (SP): Ik vind het op zich terecht dat nadere informatie wordt gevraagd over de zin dat de Nederlandse bijdrage van een AVPD aan Atalanta geen gevolgen heeft voor de toegezegde VPD-inzet ten behoeve van Nederlandse koopvaardijschepen. Ik vraag me ten zeerste af of in het geval dat de regering de PVV zou kunnen overtuigen dat die daadwerkelijk geen druk zal uitoefenen op de overige inzet, de PVV het dan uitstekend zou vinden. Daar geloof ik geen snars van.
De heer De Roon (PVV): Wij hebben begrepen dat er bij de koopvaardij grote vrees bestaat dat met de huidige toezegging van de regering niet alle verzoeken om een VPD voor de beveiliging van Nederlandse koopvaardijschepen zullen kunnen worden gehonoreerd. Ik heb ook begrepen dat de regering van mening is dat verzoeken om een VPD alleen maar gehonoreerd zullen kunnen worden voor transporten die een verhoogd risico inhouden. Dat zijn schepen die langzaam varen, een laag vrijboord hebben, enzovoorts. Er zijn echter ook andere schepen. Die hebben dan misschien wel niet een verhoogd risico, maar die lopen ook risico. Wij vinden dat ook die gewoon aanspraak moeten kunnen maken op bescherming door een Nederlands militair VPD.
De heer Knops (CDA): Het is duidelijk. Als de regering toezegt dat zij op basis van de criteria die er liggen alle verzoeken honoreert, dan kan de heer De Roon namens de PVV niet anders dan instemmen met deze missie. Ik hoor graag een reactie daarop. Ik krijg hier toch een beetje het volgende gevoel bij. Iemand raakt te water, er staan twee mensen op de wal en de heer De Roon zegt: en nu ben jij aan de beurt om hem eruit te halen. We hebben het hier over noodhulp. Dat is iets wat de PVV altijd heeft ondersteund. Ik ga er ook van uit dat dit vandaag wederom zal gebeuren en dat de heer De Roon dat ook wil bevestigen. Als hij dat niet doet, heb ik nog een vraag voor hem.
De heer De Roon (PVV): Als de regering straks toezegt dat hoeveel aanvragen er ook komen voor een VPD, die allemaal gehonoreerd zullen worden, dan nog blijft dat andere punt liggen. Op dit moment laten andere landen het afweten. De toezeggingen die we nodig hebben om Atalanta van voldoende oorlogsbodems te voorzien, zijn er niet. Die komen vanuit de EU al niet eens op tafel. Dan zeg ik: dan moet het niet zo zijn dat Nederland dan weer als eerste vooraan staat om dat even te helpen oplossen. Zo maak je het de andere landen wel erg gemakkelijk om het af te laten weten. Nederland pakt de rekening dan wel weer op!
De heer Ten Broeke (VVD): Ten eerste, ik constateer dat de woorden van de heer De Roon over de toezeggingen feitelijk onjuist zijn. Ik kan daar niet in het openbaar over spreken, maar wij zijn daar gisteren vertrouwelijk over geïnformeerd. Daar was de heer De Roon gewoon bij aanwezig. Ik concludeer dat zijn woorden daarover feitelijk onjuist zijn. Ten tweede, het blijft natuurlijk niet alleen de vraag wat de rest van de wereld doet. Wij hebben onze eigen verantwoordelijkheid of wij op basis van verzoeken die aan ons gedaan worden, de capaciteit hebben. Als de regering zegt dat die capaciteit er is, dan is het toch heel opmerkelijk dat de heer De Roon, als een Kamerlid dat de regering controleert, zegt dat hij dat niet gelooft. Dan hebben we een ander probleem, want dan hebben we het over gebrek aan vertrouwen. Het lijkt me goed om die vertrouwenskwestie dan ook maar meteen op tafel te leggen.
De heer De Roon (PVV): Ik heb niet gezegd dat andere landen toezeggingen hebben gedaan en dat zij die vervolgens weer hebben ingetrokken. Dat wordt nu een beetje door de heer Knops gesuggereerd. Dat heb ik dus niet gezegd en dat heb ik ook niet bedoeld. Ik zeg dat de toezeggingen achterwege blijven. Ik heb het dan over de toezeggingen voor oorlogsbodems die nodig zijn voor het goed laten draaien van de operatie Atalanta. Die blijven op dit moment gewoon achterwege. Daardoor zijn er onvoldoende oorlogsbodems. Dat is de reden die ons wordt voorgehouden om nu VPD’s ter beschikking te stellen, zodat er een oorlogsbodem van het begeleiden van die WFP-schepen kan worden vrijgespeeld om die andere taken van Atalanta te vervullen. Daar gaat het mij om. Dat heb ik willen zeggen.
De voorzitter: U wordt het niet eens. Dat is niet erg. Ik stel voor dat dit punt in de beantwoording van de minister nog eens naar voren komt. Wie weet kan hij daar nog wat meer licht over laten schijnen.
Mevrouw Eijsink (PvdA): Voorzitter. Zoals al is gezegd, hebben wij gisteren een goede technische en informatieve briefing gehad. Er zijn heel veel vragen beantwoord door zowel generaal Middendorp als de heer Wijnands. Het was plezierig om die informatie van tevoren nog even te kunnen delen. Ook ik zal niet ingaan op het deel dat vertrouwelijk was. Wat mij betreft, zijn de betreffende vragen gisteren ook goed beantwoord. Ik heb zelfs geleerd wat een steenstortschip is. Het is altijd goed om te weten hoe Nederlandse schepen er uitzien. Er is een actie geweest op het steenstortschip Flintstone. Ik wil mijn waardering uitspreken voor die actie van de mariniers.
Er is al een aantal vragen afdoende beantwoord, maar ik heb toch nog enkele vragen. In de brief staat dat wordt beoogd om de schaarse militaire middelen doelgerichter en doelmatiger in te zetten. Ik zou zeggen dat dit in deze tijd voor zich spreekt. Gaan beide ministers de discussie voortzetten binnen zowel de EU als de NAVO? Deze discussie is immers ingezet onder het Political Security Committee. Het zou goed zijn om te weten hoe de discussie wordt voortgezet. Een aantal collega’s heeft vraagtekens gezet bij de noodzaak om hier iedere zes maanden over te spreken. Mijn fractie zou dat wel willen blijven doen. Het is natuurlijk goed om te weten wat de verdere ontwikkelingen zijn. Die zijn wat mij betreft overigens vaak zeer terecht.
Er is gesproken over de landen die eventueel gaan deelnemen. Wij kunnen daar niet al te veel over zeggen. Het is wel goed om te weten of er mogelijk ook een rotatieplan komt. Enkele jaren geleden vond in de Kamer een eerste overleg plaats over het World Food Programme. Er is terecht opgemerkt dat de vooruitgang helaas niet zodanig is als we gedacht en gehoopt hadden, ook voor de mensen voor wie deze noodhulp bestemd en bedoeld is. Maar het is wel goed om te weten hoe we het verder zullen voortzetten. Wij zijn nu een viertal jaren bezig. In het begin bestond het idee dat het een tijdelijke actie was. Daar lijkt het niet meer op. Het lijkt structureel te worden, en niet incidenteel. Dan is het goed om te weten hoe daar zowel binnen de EU als binnen de NAVO verder mee omgegaan moet worden. Dat heeft dus zowel betrekking op de operatie Ocean Shield als op de operatie Atalanta. Wij hebben nu een aantal keren het mandaat verlengd. Wat is de verdere bedoeling?
Wij hebben het AIV-rapport inzake meer publiekprivate samenwerking bij de bestrijding van piraterij ontvangen. Ik neem aan dat wij daarover binnenkort een advies van de regering zullen ontvangen. Dat is ook heel spannend voor de verdere discussie. Ik wil een enkel aspect aankaarten, namelijk de rol van de kapitein in relatie tot de rules of engagement en de inzet van de VPD’s. Die rol wordt een andere nu de mariniers zich aan boord van het schip zullen bevinden. Wat is de rol van de kapitein in relatie tot het VN-mandaat?
Mijn laatste vraag sluit aan bij eerdere vragen van collega’s over de Nederlandse toezegging. In de brief staat dat de Nederlandse bijdrage van een AVPD aan Atalanta geen gevolgen zal hebben voor de toegezegde VPD-inzet. In een eerder debat is het aantal van 50 genoemd. Ik wil de regering aan dat aantal houden. De Kamer heeft daarvan gezegd dat dit een minimaal aantal is. Mijn fractie wil echter blijven vragen om een maximumaantal waar dat mogelijk is. Laten we in ieder geval de herbevestiging krijgen dat het minimaal 50 is. Wij kunnen daarover verder spreken in het kader van het AIV-rapport. Dat zal een spannende discussie worden.
De heer Jasper van Dijk (SP): Voorzitter. De piraterij breidt zich uit, evenals de piraterijbestrijding. Daarover spreken wij vandaag. Wij hebben het al eerder gehad over de inzet van VPD’s. Mijn fractie kan akkoord gaan met het inzetten van onze eigen militairen onder de strakke regels van het internationaal recht die daarvoor gelden. De zwaardmacht blijft dan in handen van de Staat, en daarmee onder democratische controle. Dat is niet het geval bij de inzet van particuliere beveiligers. Daarom hebben wij daar wel bezwaar tegen.
De regering wil nu een stap verder gaan en een AVPD ter beschikking stellen voor de schepen van het World Food Programme. Deze schepen, die cruciaal zijn voor humanitaire hulpverlening, moeten vanzelfsprekend bewaakt worden. Het plan werpt echter wel wat vragen op. Dat is allereerst de vraag waarom dit geen gevolgen zou hebben voor de reeds toegezegde VPD-inzet voor de Nederlandse koopvaardij. Hoe kan dat? Het kost toch inzet van mensen en het kost ook 1,3 mln. Wij kunnen dat steunen, maar het is toch vreemd om te beweren dat dit geen effect heeft op de inzet van Defensie. Hoe staat het dan met de inzet van de VPD’s voor de Nederlandse koopvaardij? Zijn vraag en aanbod daar in evenwicht? Ik krijg graag een update.
Ik wil ingaan op de inzet van de AVPD's in plaats van een escort door marineschepen. Dat laatste gebeurde eerder. De regering schrijft dat er een tekort aan marineschepen is. Waar wordt dat tekort door veroorzaakt? Is het ook mogelijk om met kleinere schepen dan fregatten, bijvoorbeeld patrouillevaartuigen, dezelfde escorttaken te ondernemen voor de voedseltransporten? Wat is de precieze status van het woord «autonomous» in de naam AVPD? Zijn er ook juridische redenen voor om VPD’s zo te omschrijven?
De regering schrijft dat de rules of engagement van Atalanta van toepassing zijn. Komen die overeen met de rules of engagement van de afzonderlijke deelnemende staten, inclusief Nederland? Heeft de inzet van het Nederlandse AVPD onder vreemde vlag consequenties voor de rules of engagement? Indien excessief geweld gebruikt wordt, is dit dan inderdaad een kwestie van het Nederlandse OM, en niet meer dan dat? Heeft het optreden onder een buitenlandse vlag geen gevolgen voor de Nederlandse militairen? Wat is de aard van de overeenkomst die met de vlagmogendheid is afgesloten? Kan de Kamer inzage krijgen in die overeenkomst?
We hebben begrepen dat het EU-mandaat bepalend is. Kan de minister uitleggen wat de precieze relatie is tussen het VN-mandaat, het EU-mandaat en de nationale soevereiniteit en wat de gevolgen zullen zijn voor het Nederlandse personeel?
Het is al vaker gememoreerd: de inzet van deze VPD’s, en ook de andere inzet van Nederland, is wat ons betreft goed maar biedt geen oplossing voor het echte probleem van Somalië als Failed State. In die zin heb ik een vraag over het laatste VN-mandaat. In resolutie 2020 van afgelopen november staat dat illegaal vissen in de Somalische wateren evenals het dumpen van giftig afval moeten worden onderzocht. Welke activiteiten onderneemt de regering om dit deel van het VN-mandaat uit te voeren? Worden de schuldigen opgespoord, vervolgd en gestraft? Dat lijkt ons ook een cruciale taak van Atalanta wil Somalië ooit weer een zelfstandige, goed draaiende staat worden.
Voorzitter: Eijsink
De heer Pechtold (D66): Voorzitter. Piraterij kost de internationale samenleving zo’n 10 mld. dollar per jaar. Mijn fractie wil dit integraal bestrijden. Wij willen een concrete bijdrage aan de handhaving van de internationale rechtsorde leveren, wij willen vrij bevaarbare zeeroutes bevorderen en wij willen dat humanitaire acties zoals die van het World Food Programme doorgang kunnen vinden. Daarom steunen wij de Nederlandse inzet bij antipiraterij-operaties voor de kust van Somalië.
Het kabinet heeft nu een nieuwe artikel 100-brief gestuurd. Het mandaat van de EU-missie Atalanta is gewijzigd, waardoor het mogelijk is om zelfstandige militaire beschermingsteams in te zetten aan boord van schepen van het World Food Programme. Dat zijn de zogenaamde AVPD’s. Tijdens de technische briefing werd gisteren niet helemaal duidelijk wat de behoefte aan die AVPD’s is en welke landen de inzet hiervan overwegen. Misschien kan de minister hier toch iets meer over vertellen. Wat heeft hij geproefd bij collega-ministers in bijeenkomsten of en marge van die bijeenkomsten? Is het de verwachting dat Nederland in 2012 meer AVPD’s gaat inzetten?
Eergisteren heeft een Nederlands militair beveiligingsteam aan boord van het steenstortschip Flintstone in de Arabische Zee een piratenaanval afgeslagen. Het prominente International Maritime Bureau publiceerde vandaag zijn jaarcijfers over piraterij in 2011. Volgens het IMB daalde het aantal aanvallen wereldwijd in 2011 voor het eerst in vijf jaar. Tegelijkertijd steeg de activiteit van Somalische piraten in 2011. Somalië blijft daarmee het grootste probleem. Van de 439 gemelde incidenten kwamen er 275 uit de wateren rond Somalië. Het IMB stelt dat er twee redenen zijn voor de wereldwijde daling: meer marinepatrouilles en meer zelfstandige beveiligingsteams. Dit zullen we rond Somalië dus moeten volhouden.
De lijn van mijn fractie is altijd geweest: hard tegen piraterij en hard tegen de oorzaak van piraterij. In Somalië is sprake van grote onveiligheid en ernstige droogte. Ongeveer een derde van de bevolking heeft humanitaire hulp nodig. Tegelijkertijd zien we dat het aantal piraten dat verantwoordelijk is, betrekkelijk laag is. Geschat wordt dat zo’n 1400 Somaliërs rechtstreeks betrokken zijn bij de piraterij. Dat zijn 1400 Somaliërs die ieder jaar honderden miljoenen euro’s losgeld eisen en krijgen. Dat zijn dus 1400 Somaliërs die miljarden kosten. Mijn fractie ziet nog altijd geen duidelijk plan van de internationale gemeenschap om die 1400 Somaliërs de wapens structureel uit handen te slaan. Deelt de minister deze mening? Wat gaat het kabinet daar concreet aan doen?
De heer Knops (CDA): De heer Pechtold roept in het laatste gedeelte van zijn betoog eigenlijk op tot meer actie, ook meer actie op land. Bedoelt hij dat? Wil hij echt één voor één die 1400 piraten uitgeschakeld zien?
De heer Pechtold (D66): De heer Knops had iets beter moeten luisteren. Het gaat erom dat de oorzaak wordt weggenomen. Je wordt niet als piraat geboren. Misschien ben je wel visser geweest en inmiddels door alle onrechtmatigheid en onzekerheid in het gebied overgegaan of gedwongen tot piraterij. Laten we immers wel in het oog houden dat de uitvoerders van deze acties vaak de armere sloebers zijn, terwijl degenen die incasseren op een andere plek zitten. Het gaat mijn fractie erom dat ook de oorzaak wordt weggenomen. Als dat betekent dat 1400 hardliners stevig moeten worden aangepakt, dan is dat de andere kant van de medaille. Wij vinden dat de internationale gemeenschap daar ook een verantwoordelijkheid voor heeft. Maar laten we dus niet alleen onderaan de kraan dweilen, maar laten we vooral ook zorgen dat er iets gebeurt aan het begin van de waterleiding! Dat is het standpunt van mijn fractie.
Voorzitter: Pechtold
De voorzitter: Ik begrijp dat de ministers direct kunnen antwoorden. Ik geef allereerst het woord aan de minister van Buitenlandse Zaken.
Minister Rosenthal: Ik bedank de leden van de commissie voor hun inbreng in eerste termijn. Ik ben blij met de positieve geluiden die ons bereiken omtrent de technische briefing die gisteren is gehouden. We zullen dat ook doorgeven aan de betrokken ambtenaren die hier met naam en toenaam zijn genoemd.
Ik spreek vervolgens ook van mijn kant grote waardering uit voor de actie ter bescherming van het steenstortschip Flintstone. Het was me een actie wel! Ik ben blij dat het door onze voortreffelijke militairen allemaal in goede banen is geleid.
Ik zal het kort houden, omdat de meeste vragen zijn gesteld over de militaire kant, de technische kant, de capaciteit en wat dies meer zij. Ik wil nog een paar opmerkingen maken. We kunnen niet genoeg benadrukken dat het bij piraterij om georganiseerde misdaad gaat die ook gekoppeld is aan internationale financiële netwerken. Ik zit, wat dat betreft, op het spoor van bijvoorbeeld de heer Pechtold. Het gaat inderdaad om die 1400 hardliners, maar er zit een verzorgingsstructuur omheen die niet mis is. Ik kom er zo meteen nog op terug.
Ik zou kunnen herhalen wat wij al eerder in diverse debatten hebben gezegd over de situatie in Somalië et cetera, maar ik laat dat bij dit overleg achterwege. Ik wil nogmaals benadrukken dat een geïntegreerde aanpak van groot belang is. Dat moet worden onderkend door de internationale gemeenschap. Het is om die reden dat het Verenigd Koninkrijk op 23 februari a.s. een high level conference over Somalië organiseert. Het VK doet dat om het politieke proces nu eens echt een impuls te geven. Daarbij zal zonder meer ook al datgene aan de orde komen wat met de piraterijbestrijding te maken heeft. Ik zal daar zelf acte de présence geven, maar ik zal zeker ook in de voorbereiding ervan met de collega’s Hillen en Opstelten bezien hoe wij het rechtstreeks oppakken van de piraterijbestrijding en het aanpakken van die 1 400 hardliners kunnen realiseren. Dat moet toch in die internationale constellatie waarachtig kunnen.
Er is, als het gaat om piraterijbestrijding in het algemeen, sprake van nauwe betrokkenheid van nieuwe spelers, waaronder Turkije en een aantal landen in de Perzische golf, want het lijkt voor een deel ook wel een kwestie van communicerende vaten. Ik heb van de Verenigde Arabische Emiraten en Oman begrepen dat de zorgen daar ook zeer groot zijn, nog los van de landen die dicht tegen de Straat van Malakka aanliggen. Internationale netwerken zijn natuurlijk niet aan plaats gebonden. Du moment dat we met Somalië mogelijkerwijs de goede kant opgaan, kunnen we weleens merken dat de zaken zich elders gaan vermeerderen.
Doel van de conferentie in Londen is het lostrekken van het politieke proces. Momenteel is er, zoals in veel andere delen van de wereld tegenwoordig, sprake van een road map, maar het gaat erg moeizaam. Ik laat die nu voor wat het is, maar ongetwijfeld zullen we daarover, ook in de context van de conferentie, nog nader spreken.
Voorzitter. Ik kom bij de humanitaire hulp. Daar gaat het in dit geval natuurlijk vooral over. Ik heb grote waardering voor het World Food Programme. De voortvarendheid van de directeur, Josette Sheeran, om het World Food Programme stevig aan te zetten, valt alleen maar te prijzen. Het WFP besteedt volop aandacht aan zo veel mogelijk effectiviteit en efficiency. Als daar verzoeken worden gedaan die nu ook hier aan de orde zijn, zijn die niet zomaar uit de lucht gegrepen. Er is door een van de woordvoerders al gezegd dat de Nederlandse militaire betrokkenheid al in 2008 is begonnen, met de bescherming van transporten van het World Food Programme, dus nog voor de oprichting van Atalanta en Ocean Shield. Nederland was toen bereid om de helpende hand toe te steken. De argumenten die toen bestonden, bestaan nog steeds.
Nederland heeft positief gereageerd op het desbetreffende verzoek – ik denk, net als collega Hillen, op zeer goede gronden – maar hoe zit het met andere landen? Zijn wij niet weer in ons eentje bezig? Drie landen overwegen serieus om mee te doen: Duitsland, Malta en Estland. Zij hebben te kennen gegeven dat dit het geval is, maar om er nu druk op zetten om hiermee voort te gaan ... Dit was gisteren nog vertrouwelijk, maar ik mag het vandaag in de openbaarheid melden. Of dat een grote of een schrale oogst is, is voor interpretatie vatbaar. Het is in elk geval zo dat die landen het serieus overwegen. Ongetwijfeld zullen wij naarstig bekijken of die serieuze overweging inderdaad tot daden zal leiden.
De heer Van Dijk vraagt naar de illegale visserij. Het mandaat van Atalanta is eind 2009, mede op initiatief van Nederland, uitgebreid met het monitoren van illegale visserijactiviteiten. Ik meen dat ik in een eerder overleg al heb gezegd dat volgens de laatste rapportages niet of nauwelijks sprake is van illegale visserij. Dat vergt natuurlijk wel een zekere fiducie in de monitoringscapaciteit van Atalanta, maar die kunnen we toch ook wel zo zien. In het verleden is het mogelijk anders geweest, maar het lijkt erop dat we in de goede groef zitten.
In een rapport van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties van 25 oktober over de bescherming van de Somalische natuurlijke hulpbronnen en wateren wordt gemeld dat de beschuldigingen van illegale visserij en illegale afvaldumping, de tweede loot aan de negatieve stam, moeilijk te verifiëren zijn, mede vanwege onveiligheid en gebrek aan een functionerende overheid in Somalië. De vraag hoe we ervoor kunnen zorgen dat als er gemonitord moet worden, dat ook goed gebeurt, zal ongetwijfeld ook onderwerp zijn van bespreking in Londen op 23 februari.
Minister Hillen: Voorzitter. Ik dank de Kamer voor haar inbreng in eerste termijn en voor haar complimenten voor de briefing gisteren en haar complimenten aan de mariniers, die met hun recente actie hebben laten zien dat ze er niet voor niets zijn.
De heer Knops vraagt zich af of wij nagedacht hebben over permanente inzet van zelfstandige VPD's. Dat kan best aan de orde komen. We staan pas aan het begin. De oorzaak ervan is niet dat we op dit moment denken dat dat de oplossing voor alle kwalen is, maar het komt voort uit een chronisch gebrek aan voldoende schepen om Atalanta goed te laten draaien. Je gaat dus bekijken hoe je met de middelen het beste kunt werken. Vandaar dat het nu start. Ik heb er goede hoop op dat het ook zo zal werken.
«Autonoom» is overigens geen zelfstandige juridische term. Het wil gewoon zeggen dat waar de EU normaal gesproken werkt met bescherming vanaf schepen, deze teams zelfstandig zijn en geen bescherming hebben van schepen in de buurt. We gaan bekijken of dat werkt en of dat afdoende is. Als deze eerste periode voorbij is, wordt die uiteraard geëvalueerd en gaan we bekijken hoe we er verder mee gaan. De inzet van Nederlandse VPD's hiervoor gaat in ieder geval niet ten koste van de VPD's voor de koopvaardij. Ik heb toegezegd dat dit jaar alle VPD's die in aanmerking komen voor de Nederlandse koopvaardij, ook uitgezonden zullen worden. Die belofte wordt nagekomen. Daarvoor is de capaciteit in Nederland voor de mariniers afdoende.
De heer De Roon gaf een wat verkeerde interpretatie van de capaciteit. Hij ging uit van «u vraagt en wij draaien» en dat als daarom gevraagd wordt, er ook mariniers aan boord gaan. Het is zo dat wij samen met de reders een protocol zijn aangegaan. Op basis van het protocol wordt besloten over inzet, want wij hebben geen ongelimiteerd aantal mariniers beschikbaar. Het is een kwestie van afwegen of het noodzakelijk is, want er zijn ook andere manieren van beveiliging. Het protocol wordt na samen onderhandelen en met voortschrijdend inzicht opgesteld. De AVPD's die nu worden ingevoerd, gaan niet ten koste van de VPD's voor de koopvaardij. Ik wil dat hier nogmaals benadrukken.
De heer Knops vraagt of we met Atalanta op het strand willen ingrijpen. Hij las er niets over in de brief. Ik heb met de Kamer gedeeld dat ik vorig jaar internationaal sterk heb gelobbyd om de acties tegen de piraten – dat zijn over het algemeen acties om piratenacties te voorkomen – uit te breiden, waarbij ik heb gezegd dat optreden op het strand niet moet worden uitgesloten. Het duurt altijd even voor dat op gang komt. Je moet er altijd voor zorgen dat je voldoende landen meekrijgt om dat met je te gaan delen. De EU en Atalanta hebben een operatieplan voorbereid om het mogelijk te maken. De counsel binnen de EU moet daar nog over beslissen. Als zo'n operatieplan inderdaad tot stand komt, wordt het voorgelegd aan landen die daaraan deel willen nemen. Dan volgt een kabinetsbesluit en dan komt ook de Kamer in beeld om met ons te spreken over de rules of engagement die dan zullen gelden. Dat geldt niet alleen voor optreden op het strand, maar kan ook voor andere vormen van pre-emptive strike. De EU is daar dus mee bezig. Op het moment dat het werkelijk operationeel kan worden, krijgt de Kamer uiteraard een aanvulling op de artikel 100-brief.
De heer Knops (CDA): Ik begrijp dus goed dat de berichten in Der Spiegel geen betrekking hebben op de operatie waaraan wij nu deelnemen en dat u, terecht, slechts over enkele aanpassingen hebt gesproken en dat die aanpassingen dus niet gaan over dingen die u al een jaar geleden geopperd hebt en die misschien over een tijdje effectief zouden worden?
Minister Hillen: Dat klopt. In de Duitse pers is wel meer gefantaseerd over wat er allemaal mogelijk zou zijn en wat de bijdrage van Duitsland zou zijn. Ik juich toe dat de gedachten daarover zich steeds meer in onze richting ontwikkelen. Dat kan alleen maar behulpzaam zijn bij de implementatie.
De heer Knops (CDA): Die fantasie was niet gebaseerd op echte fantasie, maar op een reallife-uitspraak van deze minister, wellicht.
Minister Hillen: Ik doelde op het voortborduren daarop.
De heer Ten Broeke vraagt zich af hoe het zou zijn gegaan met de Flintstone als een privaat team aan boord zou zijn geweest. Dat weet ik niet, want dat was niet zo. Het aan boord hebben van een professioneel militair team heeft wel een aantal voordelen, ook voor de positie van de kapitein in deze nieuwe AVPD's. Normaal gesproken is de kapitein verantwoordelijk voor wat er aan boord gebeurt. Als er VPD's aan boord zijn, zijn volgens afspraak de militairen verantwoordelijk voor het toepassen van geweld en niet de kapitein. Als er een VPD is, krijgt de VPD een totaalpakket waarbij dus de justitiële afhandeling is inbegrepen. In wezen gaan we met AVPD's voor Atalanta volgens hetzelfde stramien te werk, alleen is het daarbij ingewikkelder omdat je dan onder vreemde vlag vaart. Daarom is afgesproken dat voor zover geweld wordt toegepast door Nederlandse AVPD's, dat geweld onder toezicht valt van het Nederlandse Openbaar Ministerie en dus ook aan het Nederlandse Openbare Ministerie wordt gemeld en binnen het Nederlandse recht wordt afgehandeld. Met andere woorden, de kapitein is verantwoordelijk voor het navigeren en alles wat er voor de operationaliteit van het schip nodig is en de VPD is verantwoordelijk voor het toepassen van het geweld en de gevolgen die daarbij horen, met afhandeling door de Nederlandse justitie.
Ik kom terug op de vraag wat er dan gebeurd zou zijn. Als er private bewaking aan boord is, is de kapitein verantwoordelijk voor op welke manier en wat voor geweld wordt toegepast. De heer Ten Broeke heeft ook opgemerkt dat het 200 meter was. Het gaat er even niet om om welke afstanden het precies gaat, maar de militaire uitrusting van onze mariniers is natuurlijk zodanig dat ze altijd dominantie hebben, dat ze snel kunnen ingrijpen. Als ze zich werkelijk bedreigd voelen, bijvoorbeeld als ze vaststellen dat er een raketwerper in de buurt komt, mogen ze de middelen toepassen die ze bij zich hebben. Die middelen zijn dominant. Dat wil zeggen dat mariniers een vrij stevige bescherming kunnen geven.
Doet iedereen mee? Nee. Daar heeft mijn collega van Buitenlandse Zaken al over gesproken. Er is wel toenemende belangstelling. Het moet ook eerst bekend worden. Dan zal het waarschijnlijk ook wel breder gedragen worden; aan Atalanta doet ook niet iedereen mee.
De heer Ten Broeke heeft gevraagd hoe veilig het is in de haven van Mogadishu. Dat ligt eraan. Het is niet zo veilig. Daarom gaan de mariniers daar niet van boord. AVPD's blijven aan boord van de schepen. Er is in de haven beveiliging. Als de schepen worden aangevallen, ook in de haven, kunnen de mariniers het schip en zichzelf verdedigen.
De heer De Roon komt met een moeilijk punt. Hoe Hollands moet het zijn? Ik benadruk dat als je internationaal iets doet, je dit samen doet, ongeacht nationaliteit. Als je samen ergens op intekent – Atalanta is daar een voorbeeld van – doe je dat samen. Dat wil zeggen dat men voor elkaar opkomt. Dat is niet alleen uit solidariteit of omdat we zo op elkaar gesteld zijn, maar, gewoon heel praktisch, omdat we het alleen niet kunnen. Nederland is absoluut niet in staat om in zijn eentje de piraterij voor de kust van Somalië op een of andere manier te beïnvloeden, anders dan een keer voor de gezelligheid langs te varen en een schot te lossen of zo. Met elkaar kun je echter een vuist maken. Voor elkaar kun je zaken doen. Ook voor AVPD's geldt dat je dat met elkaar doet.
De noodhulp die gegeven moet worden, is inderdaad noodhulp. Nederland staat niet alleen als braafste jongetje van de klas klaar om te helpen. Nederland komt te hulp omdat er hulp wordt gevraagd. Dat had ook gebeurd kunnen zijn met een fregat. Omdat we te weinig schepen ter beschikking hebben, gaat het nu op deze manier. We hebben ook voedseltransporten met schepen begeleid, dus dat verandert eigenlijk niet. In die zin is datgene wat er nu gebeurt, organisatorisch anders, qua menskracht anders, maar principieel niet. Het is nog steeds begeleiding van voedseltransporten die natuurlijk juist voor kapers uiterst interessant kunnen zijn. Met andere woorden, het is een multinationale opzet. Multinationaal worden taken verdeeld. Ik kan me niet anders voorstellen dan dat ook de PVV daaraan steun moet geven, omdat het aan al die voorwaarden voldoet. Als Nederland werkelijk zou zeggen dat we het bij voorkeur alleen doen voor Nederlanders, doet ook niemand meer iets voor ons. Daarmee schaden we onze eigen belangen misschien nog veel meer. Ik denk dus dat datgene wat we daar doen uit welbegrepen eigenbelang voortkomt, maar vervolgens leidt tot een collectief gedragen belang dat ook inderdaad effect kan hebben.
Kan dat een Nederlands schip zijn dat vrijgespeeld wordt? Ja, dat zou kunnen. Nederlandse schepen spelen een rol bij het escorteren van voedselschepen. Dat zijn ook andere schepen. Je doet niet: voor dit, dan dat.
Wat is de rotatie van Atalanta? Is er überhaupt rotatie? Nee, Atalanta en Ocean Shield werken beide met het systeem van intekening. Er wordt voor een paar seizoenen vooruit een schema opgesteld van wat nodig is. Dan wordt landen gevraagd wat ze beschikbaar hebben. Dan geef je een beschikbaarheid op en word je ingedeeld. Dat doet Nederland. Dat doen andere landen ook. Dat doe je op grond van de capaciteiten die je hebt en de capaciteit die anderen hebben. Natuurlijk kan dat er wel eens toe leiden dat er vervolgens aanvullende vragen komen, omdat het niet helemaal rond loopt, maar in principe gaat het volgens dit systeem. Nederland doet dus van alles. Nederland is inderdaad soms met een fregat daar of met een bevoorradingsschip, maar het kan ook zijn dat Nederland het bevel voert. Al die dingen komen voor. Dat doen andere landen ook. We tellen niet elke dag na of iedereen precies evenveel knopen levert, maar landen die het meeste belang hebben bij een veilige doorvaart voor de koopvaardij, zijn het sterkst vertegenwoordigd. Ook dat is weer een vorm van toegepast welbegrepen eigenbelang. In die zin zie ik de belemmeringen voor de PVV niet. Ik zal haar voorstem straks dan ook van harte toejuichen.
De inzet voor Atalanta wordt, strikt genomen, niet verhoogd. Wij begeleiden voedseltransporten en zullen van seizoen tot seizoen bekijken wat er nodig is. Overigens maak ik in dat verband de opmerking dat naarmate Nederland meer moet bezuinigen op zijn marine, het steeds moeilijker zal worden om schepen beschikbaar te stellen, maar dat is een andere zaak. In principe doen wij datgene wat van Nederland verwacht kan worden en dat doen we met overgave en enthousiasme. Het bestrijden van piraten doen wij omdat wij het belang van de Nederlandse koopvaardij buitengewoon groot vinden en omdat wij de Nederlandse verantwoordelijkheid op internationale wateren zichtbaar willen maken.
Mevrouw Eijsink heeft gevraagd of de NAVO en de EU ideeën hebben over verdere ontwikkelingen. Dat is niet het geval. Er wordt anderhalf à twee jaar vooruit gepland. De NAVO en de EU vullen elkaar aardig aan, maar de disciplines verschillen. Binnen de EU-operatie is pre-emptive opereren beter mogelijk dan binnen de NAVO-operatie. Er zijn dus nuanceverschillen. Er is dagelijks overleg en de activiteiten worden op elkaar afgestemd. Als ergens een gat in de verdediging valt of als ergens moet worden ingegrepen, worden elkaars krachten heel efficiënt verdeeld naar hetgeen op dat moment mogelijk is.
Er is, zoals ik al heb gezegd, geen rotatieplan. Je schrijft in en dan weet je waar het komende halfjaar, jaar of anderhalf jaar aan toe bent. Dan kun je ervoor zorgen dat je eigen marine daarvoor beschikbaar is en niet elders op de wereld zijn functies vervult. De rol van de kapitein heb ik al besproken.
Mevrouw Eijsink vroeg of 50 VPD's minimaal is. Nee, minimaal is niets. Als er minder gevraagd worden, zijn het er minder dan 50. Wij hebben 50 als richtaantal genoemd en daar de begroting op ingericht. Als er meer nodig zijn, zijn er meer beschikbaar. Als wij met minder toekunnen, door welke omstandigheden dan ook, zullen het er minder zijn. Wij doen het niet de laatste maand voor de halve prijs of dat soort dingen. Het gebeurt in goed overleg met de reders, naar aanleiding van de behoefte die er is.
Natuurlijk gebeurt het dat reders een paar weken van tevoren al een aanvraag doen. Het is een kwestie van goed naar elkaars argumenten luisteren. Wij hebben een aantal procedurele beperkingen, die bij de reders bekend zijn. Die liggen niet bij Nederland zelf, maar hebben te maken met internationale verplichtingen. Het gebeurt ook dat een reder denkt af te varen op bijvoorbeeld 28 januari, maar dat het vervolgens toch 17 februari wordt en uiteindelijk 3 maart. Dan zitten onze mensen te wachten. Met al die dingen houd je rekening, over en weer. Je kijkt naar de problemen en de oplossingen die beschikbaar zijn. Je probeert zo praktisch mogelijk te zijn. De Koninklijke Marine, de Nederlandse defensie, probeert de koopvaardij te bedienen met hetgeen voor haar haalbaar is en doet dat met grote overgave.
De heer Van Dijk vroeg of het mogelijk is om schepen te begeleiden met Offshore Patrol Vessels (OPV's) in plaats van met fregatten. Ja, dat kan. Die OPV's rollen nu zo langzamerhand van de band af en zullen steeds meer te zien zijn bij dit soort activiteiten, want daar zijn zij uitstekend geschikt voor. Zij zijn nog upcoming.
De heer Van Dijk vroeg ook of de rules of engagement voor alle landen binnen Atalanta hetzelfde zijn. Ja, dat is het geval. Atalanta heeft rules of engagement die gelden voor alle deelnemende landen. Andere landen die daar ook voor de kust varen, zoals China en Rusland, hebben hun eigen rules of engagement. Welke dat zijn, weet ik niet. Die hebben zij ons niet meegedeeld. Binnen Atalanta gelden voor alle landen dezelfde voorwaarden. Als er geweld is gebruikt, wordt het Nederlandse Openbaar Ministerie ingeschakeld.
Deze AVPD's komen er omdat er een tekort aan schepen is. Het is dus een praktische oplossing voor een probleem.
De heer Pechtold riep op tot het aanpakken van de 1400 piraten. Daarbij moeten volgens hem, zo mogelijk, de situatie op het land en de economische voorwaarden in beeld blijven. Het een, het begeleiden van voedseltransporten, is aan de orde. Het hard aanpakken van piraten wordt voorbereid. De statistieken laten zien dat de aanwezigheid van de internationale marinemacht in de wateren daar enige resultaten begint te krijgen. Dat is bemoedigend.
De heer De Roon (PVV): Ik heb nog geen antwoord gekregen op mijn vraag of wij aan andere leden van de Verenigde Naties – het World Food Programme is van de Verenigde Naties – hebben gevraagd om zo'n Vessel Protection Detachment ter beschikking te stellen opdat binnen het kader van Atalanta het oorlogsschip dat nu met die schepen meevaart kan worden ingezet voor andere taken. Zijn zij daartoe uitgenodigd en, zo nee, waarom niet?
Minister Hillen: Zij zouden daartoe kunnen worden uitgenodigd door de VN. De VN zou dan een operatie moeten opzetten a la Atalanta. Atalanta is een operatie van de EU. Die geeft bescherming aan die voedseltransporten conform een afspraak met de VN. Als de EU dat anders of bijzonder gaat inrichten, richt zij zicht tot de deelnemers aan Atalanta. Het verzoek is dus alleen gericht aan de deelnemers aan Atalanta. Die hebben ook getekend voor de rules of engagement. Zij weten waar zij aan toe zijn met elkaar. Daartoe blijft het dus beperkt.
De heer De Roon (PVV): Dat begrijp ik op zich wel. Als Atalanta echter op een gegeven moment niet meer volledig kan voldoen aan wat er eigenlijk nodig is, zou de EU natuurlijk best aan de VN kenbaar kunnen maken dat het even niet lukt en vragen om eens in eigen gelederen te kijken, of bijvoorbeeld bij Rusland, China en andere landen, of zij in staat zijn om een VPD te leveren voor die zes maanden.
Minister Hillen: Het is heel goed mogelijk dat de EU dat op een gegeven moment gaat doen. Tot nu toe is dat nog niet aan de orde, maar het kan goed zijn dat er andere landen worden uitgenodigd om een bijdrage te leveren. Dan ontstaan er wel complicerende factoren op het punt van de rules of engagement en dat soort dingen. Daar moet echter uit te komen zijn. De internationale gemeenschap heeft de afgelopen jaren in toenemende mate laten zien dat het lidmaatschap van een club alleen niet noodzakelijk hoeft te zijn om met elkaar samen te werken in internationaal verband.
De voorzitter: Ik zie dat er behoefte is aan een heel korte tweede termijn. Daarna doen wij de derde termijn. De fracties hoeven nog niet hun eindoordeel te geven. Dat doen wij in de laatste ronde. Nu is er gelegenheid om de korte dingen die zijn blijven liggen aan de orde te stellen.
De heer Knops (CDA): Voorzitter. Ik zal de spanning er nog even in houden. Ik dank beide bewindslieden voor de heldere beantwoording. Ik heb daar geen vragen over. Op basis van de antwoorden concludeer ik dat het volstrekt helder is – de minister van Defensie heeft dat bevestigd – dat elke aanvraag die voldoet aan de eisen uit het draaiboek dat het ministerie en de reders overeen zijn gekomen, wordt gehonoreerd. Daarmee is het obstakel voor de PVV weggenomen om niet voor te stemmen, zodat zij uiteindelijk wel kan instemmen.
De heer Ten Broeke (VVD): Voorzitter. Ik dank de bewindslieden voor hun beantwoording in eerste termijn. Ik heb geen nadere vragen over deze specifieke inzet. Bij ons blijven vragen leven – die zullen op een ander moment aan de orde komen – over de daadwerkelijke inzet ten behoeve van de koopvaardij. Wij horen hoopvolle geluiden van de minister van Defensie, die in lijn zijn met wat hij eerder heeft gezegd. Hij zei dat hij er heel praktisch en heel pragmatisch mee om wil gaan. Daar horen wij ook andere geluiden over. Daar kom ik graag op een ander moment op terug, omdat het niet helemaal binnen de orde van dit overleg valt. De minister roerde het echter zelf aan. Ik wil weten hoe praktisch het is om een termijn van zes weken te hanteren en hoe flexibel dat draaiboek is op het moment dat het moet worden ingezet voor reders die in het gebied blijven en alleen maar nieuwe vracht aannemen, die dus helemaal niet in- of uitvaren. Daar moeten wij nog eens naar kijken. Dat heeft echter niet te maken met waar wij vandaag over spreken. Wij komen daar zeker op terug.
Ik wil ook nog wat zeggen over de overwegingen van de heer De Roon naar aanleiding van de publicatie die wij vooraf mochten lezen. Ik ben er toch wel wat verbaasd over dat een partij die zich altijd zo nadrukkelijk inzet voor het geven van noodhulp, zich nu er nu ineens op beroept dat er in de EU misschien niet voldoende wordt gedaan. Daar heeft de PVV zich nog nooit afhankelijk willen maken. Er wordt gezegd dat het voedsel alleen maar mag aankomen als het onder Nederlandse vlag is vervoerd. Als de heer De Roon op vakantie in Spanje wordt beroofd, gaat hij toch ook niet eerst met de politie in Amsterdam bellen voor bijstand? Ik vind dit een buitengewoon bizarre argumentatie. Ik roep hem op om die in tweede termijn te laten varen. First things first. Die voedselhulp is absoluut noodzakelijk. Die kwalificeert absoluut als noodhulp. Het lijkt mij dat de PVV dit voorstel volledig kan steunen.
De heer De Roon (PVV): Voorzitter. Het gaat om noodhulp en daar is de PVV voorstander van. Wij zeggen ook niet dat wij daar niet aan meedoen. Wij willen natuurlijk meedoen aan noodhulp. Het moet echter allemaal wel redelijk en billijk blijven, ook ten opzichte van de inzet van andere landen. Nederland levert al een forse bijdrage aan Atalanta. Dat vinden wij voldoende. Ik hoor de regering zeggen dat wij genoeg VPD's hebben om te kunnen voldoen aan de aanvragen van reders binnen de gemaakte afspraken. De regering zegt dus eigenlijk dat wij een VPD overhebben, want daar komt het op neer. Dat is prachtig. Dan kunnen de zware criteria die zijn opgenomen in de afspraken met de reders worden versoepeld. Er kan dan ook worden besloten om VPD's niet alleen in te zetten in de regio waar het nu over gaat, maar om die ook beschikbaar te stellen voor Nederlandse koopvaardijschepen die bij Malakka of in de Golf van Benin varen. Daar zijn immers ook grote risico's. Nogmaals, het gaat mij erom dat de beschikbare VPD's moeten worden ingezet voor de Nederlandse koopvaardij. Wij moeten niet het VPD dat wij naar het idee van de minister nu over hebben, aanbieden aan projecten waar ook andere landen een realistische en serieuze bijdrage aan kunnen leveren. Het wordt de andere landen veel te gemakkelijk gemaakt door te zeggen: wij pakken de rekening wel weer even op. Dan kunnen die andere landen natuurlijk heel makkelijk achterover blijven leunen. Die weg moeten wij echt niet op gaan.
De heer Knops (CDA): De heer De Roon, die normaal gesproken uitblinkt in duidelijkheid, heeft heel veel woorden nodig om uit te leggen waarom er, als het argument voor de PVV om niet in te kunnen stemmen door de regering wordt ingewilligd, toch weer een ander argument is om niet mee te hoeven doen. Hij stelt nu dat de criteria zouden kunnen worden versoepeld. Daar heb ik hem nog nooit eerder over gehoord. Ik vind het echt een opportunistisch argument.
De voorzitter: Wat is uw vraag, mijnheer Knops?
De heer Knops (CDA): Wat vindt de heer De Roon daarvan?
De heer De Roon (PVV): De kwalificatie «opportunistisch» is onzin, in mijn ogen. Ik houd hier een heel duidelijk verhaal. Daar heb ik geen omhaal van woorden voor nodig. Nederlandse militaire VPD's moeten worden ingezet voor de bescherming van Nederlandse koopvaardijschepen. Als er vraag is naar meer dan wat in de criteria overeen is gekomen, moeten de criteria worden bijgesteld.
De voorzitter: Wij dreigen in herhaling te vallen, dus ik geef het woord aan mevrouw Eijsink.
Mevrouw Eijsink (PvdA): Voorzitter. Ik dank de bewindslieden voor de beantwoording. De minister heeft een duidelijk antwoord gegeven op mijn vraag over de verhouding tussen de EU- en de NAVO-operatie. Ik begrijp de verschillen. Wij zijn nu een aantal jaren bezig. De inzet is niet meer incidenteel, maar krijgt een structureel karakter. In welke vorm zal daarover worden nagedacht, waar zal het geagendeerd worden? Het is noodzakelijk om verder te kijken. Het oplossen van het probleem is helaas blijkbaar nog niet direct aan de orde. Mijn fractie vindt het World Food Programme enorm belangrijk, maar dat moet wel samen met andere landen worden uitgevoerd. Wellicht kan het kabinet verder op reageren.
De voorzitter: De heer Van Dijk geeft aan dat hij geen behoefte heeft aan een tweede termijn. Ik heb zelf ook geen vragen namens mijn fractie in de tweede termijn. Dan is het woord aan het kabinet.
Minister Rosenthal: Voorzitter. Volgens mij heb ik niets op mijn bordje liggen.
Minister Hillen: Voorzitter. Ik heb twee puntjes. Mevrouw Eijsink vroeg naar de NAVO en de EU. Ik zou het nog breder willen bezien. De vraag is hoe erover wordt gedacht door landen die daar belangen zouden kunnen hebben. Ik ben vorige week in de VS geweest. Daar heb ik met mijn Amerikaanse counterpart en militairen onder andere gesproken over hoe wij in de komende jaren met piraterij moeten omgaan. Zoals bekend, heb ik mij nogal activistisch opgesteld. Ik merk dat er een groeiende belangstelling is voor actiever optreden. Dat heeft lang geduurd. Een van de meest springende argumenten bij andere partners, was de vraag of het geld dat de piraten verdienden direct werd aangewend voor terroristische doeleinden of anderszins. Zo lang het niet direct terroristisch was, verflauwde de aandacht wat. Gaandeweg, onder andere gezien de schade die de koopvaardij lijdt, is bij een aantal landen de knop wat omgezet. Er komt steeds meer steun. In de VS en ook in Europa is er meer steun. Je ziet meer belangstelling voor pre-emptive strikes. Ik heb net al gezegd dat men binnen de EU zich daarvoor opmaakt. Binnen de NAVO is het nog niet zover. De besluitvorming op dit punt is daar nog niet zodanig dat ik dat binnen een halfjaar zie gebeuren. Wij hebben echter vaak te maken met dezelfde partners. Ik ga ervan uit dat dit op den duur wel het geval zal zijn. Er zit dus vooruitgang in. Dat moet ook wel.
Een van de punten waar ik op heb gewezen en op zal blijven wijzen is – dat is mijn welbegrepen eigenbelang – dat als je zit met dit soort zeurende aanwezigheid van onrecht waardoor je aantoonbaar schade lijdt terwijl je strikt genomen met een surplus aan middelen zit om dat probleem op te lossen, mensen – de koopvaardij en de samenleving – verwachten dat je dat probleem oplost. Je moet dus laten zien dat je effectief kunt optreden in overzienbare situaties. Ik hoop dat de shift naar belangstelling voor actief ingrijpen door andere landen ook wordt gemaakt. De ontwikkeling gaat langzaam maar zeker – de EU ligt een stukje voor op de NAVO – in die richting.
Tegen de heer De Roon wil ik nog zeggen – dat is nagekomen informatie – dat Rusland wel degelijk een voedseltransport heeft begeleid, als aanvulling op wat Atalanta op dat moment ter beschikking had, en China overweegt om dat te gaan doen. Dat gaat om transportbegeleiding, de escortes. Ik heb al gezegd dat wat wij nu doen niet meer is, maar anders. Er vaart nu geen fregat mee. Je geeft en je verdient. Je zou kunnen zeggen dat er geen principiële verandering is bij het begeleiden van voedseltransporten. Die vindt nu op het schip plaats in plaats van bij het schip. Principieel verandert de inzet dus niet, maar het soort operatie is anders.
De voorzitter: Ik dank de bewindslieden voor hun beantwoording in tweede termijn. Formeel hebben in een artikel 100-procedure een derde termijn waarin de fracties hun oordeel uitspreken over het voorstel van het kabinet.
De heer Knops (CDA): Voorzitter. Mijn fractie stemt in met het voorliggende voorstel om voor een periode van zes maanden een AVPD aan te bieden aan de operatie Atalanta. Dat is belangrijk voor de continuïteit van die operatie. Het is ook belangrijk dat Nederland een bijdrage levert om ervoor te zorgen dat mensen die afhankelijk zijn van voedselhulp die voedselhulp kunnen krijgen zonder tussenkomst van piraten. Mijn fractie wenst de bemanning van de AVPD's een behouden vaart en een veilige thuiskomst toe.
De heer Ten Broeke (VVD): Voorzitter. Ook de VVD-fractie stemt van harte in met het aanbod dat nu wordt gedaan aan de operatie Atalanta voor een AVPD. Dat is principieel niet anders dan het huidige aanbod, zoals de minister van Defensie terecht zegt, om de voedseltransporten die zeer noodzakelijk zijn – 35% van de Somalische bevolking moet bereikt worden – te begeleiden, al is de uitwerking misschien anders. Wij wensen de bemanning en de mariniers een behouden vaart en een veilige thuiskomst.
De heer De Roon (PVV): Voorzitter. Wat mijn fractie betreft zijn Nederlandse VPD's er ter bescherming van Nederlandse koopvaardijschepen. Daar willen wij niet van afwijken en dat zullen wij dus ook niet doen. Mijn fractie zal deze missie op deze manier niet steunen. Dat neemt niet weg dat als de missie toch op deze manier doorgaat, wij de mensen van de Nederlandse VPD's die worden ingezet veel succes en een behouden thuiskomst toewensen.
Mevrouw Eijsink (PvdA): De PvdA-fractie ondersteunt deze verlenging van harte, het nieuwe mandaat. Ik zal niet in herhaling vallen. De collega's van het CDA en de VVD hebben al prachtige woorden gesproken waar ik mij zeer bij aansluit.
De heer Jasper van Dijk (SP): De SP-fractie stemt in met deze missie. Wij wensen de bemanning een behouden vaart toe.
De voorzitter: Ik kan namens de fractie van D66 melden dat ook zij instemt met deze bijdrage. Het is een belangrijke bijdrage. Wij wensen iedereen die daarbij betrokken is heel veel sterkte en een behouden thuiskomst.
Heeft het kabinet nog behoefte om hierop te reageren?
Minister Rosenthal: Ik dank een grote meerderheid van de Kamer voor de in derde termijn uitgesproken steun voor het voorliggende voorstel. Ook ik wens de bemanning, die ook hier weer in moeilijke omstandigheden moet opereren met de daaraan verbonden risico's, een behouden vaart toe en zeker ook een veilige thuiskomst.
De voorzitter: Ik dank de bewindslieden en hun ondersteuning voor de briefing en alles wat daarmee samenhing. Ik dank de aanwezigen voor hun aandacht.