Kamerstuk 28684-268

Verslag van een algemeen overleg

Naar een veiliger samenleving

Gepubliceerd: 5 maart 2010
Indiener(s): Anja Timmer (PvdA)
Onderwerpen: openbare orde en veiligheid organisatie en beleid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-28684-268.html
ID: 28684-268

28 684
Naar een veiliger samenleving

nr. 268
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 5 maart 2010

De vaste commissie voor Economische Zaken1 heeft op 10 februari 2010 overleg gevoerd met staatssecretaris Heemskerk van Economische Zaken over:

– de brief van de staatssecretaris d.d. 27 januari 2010 over de besteding van het budget op de begroting van Economische Zaken voor de subsidie Veiligheid Kleine bedrijven (28 684, nr. 262).

Van dit overleg brengt de commissie bijgaand stenografisch verslag uit.

De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken,

Timmer

De griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken,

Franke

Voorzitter: Timmer

Griffier: De Veth

Aanwezig zijn vijf leden der Kamer, te weten: Elias, Gesthuizen, Ten Hoopen, Smeets en Timmer,

en staatssecretaris Heemskerk van Economische Zaken, die vergezeld is van enkele ambtenaren van zijn ministerie.

De voorzitter: Ik heet iedereen welkom. We hebben een overleg over de subsidie Veiligheid Kleine Bedrijven (VKB).

De heer Ten Hoopen (CDA): Voorzitter. Gisteren las ik in de krant dat het aantal overvallen het afgelopen jaar met zo’n 12% is toegenomen. We praten er nu met elkaar over in het kader van een betrouwbare overheid die zich inzet voor veiligheid. Voor ons is veiligheid de kerntaak van de overheid. Daarbij is preventie de sleutel tot veilig ondernemen. Daarom is twee jaar geleden op verzoek van CDA, PvdA en SGP extra geld vrijgemaakt voor de veiligheid van kleine bedrijven.

Mijn complimenten voor de staatssecretaris. De regeling is bijzonder succesvol voor het midden- en kleinbedrijf. Dat was de reden voor CDA, PvdA en SGP om bij de afgelopen begrotingsbehandeling nog eens 10 mln. extra vrij te maken voor de veiligheid van kleine bedrijven.

We hebben echter met stijgende verbazing de brief van de staatssecretaris gelezen. De staatssecretaris wijzigt de hoogte van de vergoeding waarvoor bedrijven in aanmerking kunnen komen van € 10 000 naar € 1000. Hij doet dit niet alleen voor 2010, maar met terugwerkende kracht ook voor 2009. Dat is een forse tegenvaller voor meer dan 3000 kleine bedrijven die eind 2009 een aanvraag hebben ingediend. Dit is des te pijnlijker voor die bedrijven die op basis van hun aanvraag al geïnvesteerd hebben in camera’s, rolluiken, alarmsystemen enzovoorts om de veiligheid van hun bedrijf te verbeteren en te waarborgen. De staatssecretaris noemt het in zijn brief een mineure wijziging. We delen deze kwalificatie niet. Daarom hebben we ook dit spoeddebat aangevraagd. Ik kan het ook staven. Er zijn bedrijven die al aanvragen hebben ingediend. Een voorbeeld is een bedrijf met twee mensen waar de scanner ziek was. Dat valt nu buiten de regeling, waarvan de geschatte kosten € 14 300 zijn. Een aannemersbedrijf in Kerkrade heeft nu kosten van ongeveer € 23 000.

De staatssecretaris verlaagt met terugwerkende kracht het subsidiebedrag met € 9 000 per aanvraag. Kan de staatssecretaris zich voorstellen dat alle mkb-bedrijven die een aanvraag hebben ingediend, hevig teleurgesteld zijn in de overheid als een betrouwbare partner? Is de staatssecretaris bereid om alsnog alle aanvragen die voor 2009 zijn ingediend, te beoordelen op de oorspronkelijke regeling? Is hij bereid daarvoor, indien nodig, het budget van 2010 te gebruiken?

De regeling is populair onder kleine ondernemers, zo populair dat de staatssecretaris het in 2010 ook met de 10 mln. extra niet gaat redden. Dat blijkt uit zijn brief. We willen niet dat de mkb-ondernemers de dupe worden van te weinig budget. Is de staatssecretaris bereid de mogelijkheden te onderzoeken en met voorstellen te komen om binnen de begroting van het ministerie van Economische Zaken extra budget vrij te maken voor deze regeling in 2010? In zijn brief aan de Kamer geeft de staatssecretaris aan dat de start van deze regeling gepaard ging met een communicatieprogramma met de naam Sta voor je zaak. We roepen de staatssecretaris dan ook met klem op om gedane beloften na te komen en te blijven staan voor de kleine ondernemer in Nederland die deze eenvoudige regeling volop en met succes gebruikt. Hij draagt daarmee ook bij aan de veiligheid in winkelcentra, buurten en steden.

De heer Elias (VVD): Zegt de heer Ten Hoopen hiermee dat het budget toereikend moet zijn voor iedereen die een aanvraag indient, zowel voor het doen van de veiligheidsscan als voor het werk dat daarop moet volgen, voor alle jaren die nog komen?

De heer Ten Hoopen (CDA): Ik heb het volgende betoogd. De aanvragen die in 2009 zijn gedaan, zijn onder een aantal voorwaarden gedaan. Er zijn verwachtingen gewekt. Die verwachtingen dient de overheid waar te maken. Degenen die nog geen aanvraag hebben ingediend weten dat de voorwaarden in 2010 anders zijn. Wat betreft 2009 was de ondernemer daarvan niet op de hoogte. Bovendien heeft men de aanvragen gedaan onder andere condities. Dan moet de overheid een betrouwbare partner zijn en moeten die condities ook nog gelden.

Mevrouw Smeets (PvdA): Voorzitter. De criminaliteit is de laatste jaren afgenomen. Helaas geldt dat niet voor de overvallen op ondernemers. Met name de detailhandel heeft er enorme last van. Gisteravond hebben we bij de presentatie van de landelijk overvalcoördinator gezien dat het schrikbarend is wat er in de detailhandel gebeurt. We hebben samen met andere partijen extra geld ter beschikking gesteld aan kleine bedrijven. Ze kunnen daarmee maatregelen nemen om zich te weren tegen die overvallen. De staatssecretaris heeft dit thema ook heel hoog op zijn agenda staan. We hebben twee amendementen ingediend, een voor de begroting 2008 en een voor de begroting 2010 om de budgetten te kunnen uitbreiden. Dat geeft aan dat we het ontzettend belangrijk vinden dat bedrijven, en met name kleinere bedrijven, de mogelijkheid hebben om verbeteringen aan te brengen. Het kan gaan om tralies of videocamera’s. Het kan ook zijn door gewoon personeel op te leiden.

De regeling om de beveiliging van een bedrijf goed door te lichten is een enorm succes. Dat verheugt ons natuurlijk enorm. Daar moeten we alleen maar blij om zijn. Om alle aanvragen te kunnen honoreren, moet de regeling versoberd worden. Dat betekent dat er per ondernemer minder geld beschikbaar is. Dat accepteren we. Het is natuurlijk niet leuk, maar je kunt niet alles en je moet dus keuzes maken. Dan kiezen we liever ervoor om meer ondernemers te helpen.

Waar we absoluut niet achter staan, is dat de aanvragers die onder de oude regeling een subsidieverzoek hebben ingediend, worden overgeheveld naar de nieuwe voorwaarden omdat de pot leeg is. De geloofwaardigheid van de overheid komt hierdoor ontzettend in het gedrang. Het meest schrijnende is dat die bedrijven bovendien al investeringen hebben gedaan. Ze kunnen dus in de problemen komen. Ze hebben niet alleen te maken met de kredietcrisis waardoor ze moeilijk aan geld kunnen komen. Ze hebben ook nog te maken met uitgaven die ze dachten in ieder geval terug te krijgen.

We hebben veel mails gehad. Ik geef een paar voorbeelden uit Limburg. Ik noem een café in Vaals. Ik noem een bloemisterij uit Schimmert. Ze hebben investeringen gedaan en, helaas pindakaas, ze hebben het nakijken. En zo zijn er meer te noemen. Ik vraag de staatssecretaris wat de rol van SenterNovem is. We hebben sterk de indruk dat deze organisatie dit traject niet goed begeleid heeft.

Er is een ander fenomeen dat ons een beetje triggert. Waar komen in een tijdsbestek van vier weken – als ik de brief van de staatssecretaris goed lees – ineens 3000 aanvragen vandaan? Dat aantal is opmerkelijk. Hoe is op dit moment de communicatie met de gedupeerde ondernemers? Welke rol speelt SenterNovem hierin? Het baart ons grote zorgen of SenterNovem alles wel onder controle heeft. We gaan ervan uit dat de staatssecretaris met een adequate oplossing komt. We vinden het ongehoord als kleine bedrijven in de kou blijven staan.

De heer Elias (VVD): Voorzitter. We hechten buitengewoon veel belang aan de veiligheid voor kleine bedrijven. Terugkijkend vraag ik de staatssecretaris of het niet uitermate onverstandig is geweest om, los van het doel en het middel dat daarvoor wordt ingezet, de facto een openeinderegeling te maken. We vinden de zaak belangrijk en we zijn het eens met wat de collega’s van de PvdA en CDA hebben gezegd over de geloofwaardigheid van de overheid met betrekking tot de aanvragen die in 2009 zijn gedaan. Als er sprake is van een openeinderegeling dreig ik als lid van deze Kamer, omdat de geloofwaardigheid van de overheid in het geding komt, met terugwerkende kracht alsnog akkoord te moeten gaan met regelingen die uiteindelijk veel royaler uitvallen dan bedoeld. Dat wens ik niet. Dit soort regelingen valt ook in 2010 en de jaren daarna wellicht duurder uit. Er zullen natuurlijk nieuwe en strakkere regels worden gesteld.

Is het niet onverstandig geweest om het op te zetten zoals de staatssecretaris dat gedaan heeft? Moet de staatssecretaris hiervan niet leren? Is de verhoging van € 300 naar € 1 000 voor advies niet wat aan de hoge kant? Als er per aanvraag € 1 000 beschikbaar is voor de veiligheidsscan, wordt het dan niet automatisch een stuk duurder? Moet die grens niet wat lager liggen waardoor er meer ondernemers van die mogelijkheid gebruik kunnen gebruiken?

De staatssecretaris zet in zijn brief uiteen dat het idee is dat de veiligheidsscan door een onafhankelijke derde wordt gedaan in plaats van door installateurs die vervolgens meestal adviseren om vooral te installeren. Hij krijgt hiervoor onze steun. We snappen dat het verstandig is dat door een onafhankelijke derde te laten doen, maar moet het bedrag nog een keer genoemd worden? Wellicht heeft dat een prijsopdrijvende werking. Kan het niet iets intelligenter en slimmer worden vormgegeven?

Al met al lijkt het geen gelukkige gang van zaken. Ik wacht natuurlijk de antwoorden af op de vraag wat er moet gebeuren met de «oude» gevallen van 2009. Misschien is het verstandig om het hele budget dat voor 2010 beschikbaar is, alleen te benutten voor de veiligheidsscan en de prijs hiervoor lager te stellen, zodat veel ondernemers van dat onafhankelijke «gratis» advies gebruik kunnen maken. Ze moeten dan vervolgens de installatie en de dingen die nodig zijn, zelf betalen. Wellicht is dat een oplossingsrichting.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Voorzitter. Criminaliteit is een levensgroot probleem voor veel ondernemers. Hoewel er in sommige sectoren inmiddels een verbetering te zien is, blijft het aantal gevallen van bedrijfscriminaliteit de laatste jaren ongeveer gelijk. De Monitor Criminaliteit Bedrijfsleven 2008 laat zien dat in 2004 2,9 miljoen delicten werden gerappor teerd, in 2008 is dat aantal 3 miljoen. Een derde van alle ondernemers heeft te maken met een of meer vormen van criminaliteit. Nog schokkender is het lage percentage aangiften dat wordt gedaan. Hierover hebben we het al verschillende keren gehad. Hieruit spreekt totaal geen vertrouwen in de politie. Van de bedrijven die met criminaliteit te maken hebben gehad, heeft maar 60% in 2008 melding gedaan bij de politie. In 2004 werd nog in 67% van de gevallen de politie op de hoogte gesteld. Dat is dus een achteruitgang. Aangifte doen is een nog grotere hobbel. Er moet proces-verbaal worden opgemaakt. Er moet een aangifteformulier worden ingevuld. Dat doet men alleen als men er echt vertrouwen in heeft dat de dader wordt gepakt of dat men schadevergoeding krijgt. In 2004 deed maar 11% aangifte, dat is al beschamend laag. In 2008 was het nog erger: toen deed maar 8% aangifte.

Natuurlijk hebben ondernemers een eigen verantwoordelijkheid met betrekking tot het beveiligen van hun eigendom. Als criminelen weten dat ze toch niet gepakt worden of dat die kans zeer gering is, vragen we ondernemers eigenlijk om een soort fort te bouwen en zichzelf te beschermen omdat de overheid het laat afweten. De muren van dat fort moeten dan ook hoger zijn dan die van mijn buurman, want anders kiest de crimineel mij uit. Ik ken voorbeelden van zaken waar in verband met de veiligheid tegenwoordig standaard twee mensen in de winkel staan, terwijl er omzet wordt gedraaid waarvan er maar eentje betaald kan worden. We mogen dan ook absoluut niet gaan bezuinigen op politie. Ik breng dat hier nog meer even onder de aandacht. En pak de bureaucratie aan. Dan heeft het weer meer zin om aangifte te doen. Bovendien zal er dan meer blauw op straat te zien zijn.

We hebben nog een lijstje met andere voorstellen. Een van die voorstellen is om een waarborgfonds voor ondernemers in te stellen. De overheid schiet dan de schade die verhaald moet worden op de dader, aan de ondernemer voor en int vervolgens zelf het geld bij de dader. Nu is het probleem dat de ondernemers vaak veel te lang moeten wachten op schadevergoeding.

De subsidieregeling is niet de enige oplossing waaraan we denken bij het voorkomen van criminaliteit. Beveiliging kan een belangrijke steen bijdragen. Op deze manier gebeurt dat ook. We kunnen de redenering van de staatssecretaris wel volgen dat de behoefte met name ligt in een gesubsidieerd onafhankelijk advies. De € 1 000 subsidie die ondernemers daarvoor krijgen, lijkt me voldoende om een start te maken met het aanschaffen van beveiligingsartikelen. Wel vragen we de staatssecretaris te overwegen het budget te verhogen indien het aantal aanvragen dusdanig hoog wordt dat het budget voor 2010 ondanks de verlaagde subsidie dreigt te worden overschreden. Is hij bereid alle aanvragen van vorig jaar te laten vallen onder de oude regeling? Mijns inziens moet dat kunnen. Het lijkt me niet dat alle 3000 aanvragers een beroep doen op het maximale bedrag van € 10 000. Dus met wat schipperen moet de staatssecretaris uit kunnen komen. Dat is mijn verzoek aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Heemskerk: Voorzitter. Ik dank de fracties voor hun inbreng. Gisteravond hadden we de overvaltop in Rotterdam. Iedereen die zich bezighoudt met de bestrijding van criminaliteit was daar aanwezig. De minister van Justitie, het Openbaar Ministerie, hoofdcommissarissen, de burgemeesters van Amsterdam en Rotterdam. De top werd geleid door burgemeester Aboutaleb. Er zijn heel veel maatregelen aangekondigd, want het gaat niet goed. Het is niet acceptabel dat het aantal overvallen zo hoog is als het nu is. We hebben gisteren gezegd dat het aantal omlaag moet met minstens 1000 per jaar. Daarvoor is nodig dat we een heleboel dingen beter doen. Dat betekent zowel repressie als preventie.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Is dat een getal waaraan de staatssecretaris zich committeert? Stelt het kabinet zich als doel dat het aantal overvallen met 30 000 omlaag gaat?

Staatssecretaris Heemskerk: Ik heb 1000 gezegd. We hebben gezegd dat het aantal overvallen met 1000 omlaag moet. Daarvoor is nodig dat iedereen zijn werk goed doet. Het OM moet zorgen dat die mensen opgesloten worden. De politie moet ze vangen. Er is niet alleen meer blauw op straat nodig, maar er zijn ook meer blauwe ogen op straat nodig in die zin dat je met elkaar alert bent als er iets misgaat. Er waren voorbeelden van een top 100 van criminelen die je ook deelt met bijvoorbeeld de tramchauffeur. Die kan waarschuwen dat iemand die vaak overvallen heeft gedaan, rondloopt en dat de politie er dan op afgaat. Het gaat om heterdaadjes. Het gaat niet alleen om taakstraffen, maar ook om celstraffen. Alle hens aan dek. Ook de Kamer is er natuurlijk van overtuigd dat het vreselijk is als je overvallen bent. Burgemeester Cohen gaf voorbeelden van twee vreselijke overvallen die in Amsterdam hadden plaatsgevonden. Hij belt het slachtoffer dan altijd zelf. Aan de ene kant is hij dan beduusd en aan de andere kant woest dat het die mensen is overkomen. Zodra er sprake is geweest van een overval, komt er voor de winkeliers voortaan geen klant meer binnen maar een potentiële overvaller. Het is een economisch probleem, het is een maatschappelijk probleem, maar het is ook een groot menselijk probleem. We staan er met z’n allen voor om dat tegen te gaan.

De Tweede Kamer heeft het bij amendement mogelijk gemaakt om de subsidieregeling VKB in het leven te roepen. Dat ging om een bedrag van 12 mln. dat ik heb verhoogd tot 24 mln. We hebben er invulling aan gegeven door middel van pilots in Amsterdam en Rotterdam en een pilot die we zelf hebben uitgevoerd. Zo zijn we tot de nieuwe landelijk regeling VKB gekomen. Dat was op 1 september 2009. Ik schets graag hoe de gang van zaken is geweest. Ik wil wel van tevoren zeggen dat preventie de ene kant is. De winkeliers kunnen hieraan wat doen. Het doel van die regeling is natuurlijk om de winkeliers en de kleine kantoren die het ongelooflijk druk hebben omdat ze ook nog andere dingen moeten doen, bewust te laten zijn op veiligheid. Het belangrijkste is preventiemaatregelen nemen en daarop voor een deel een subsidieregeling plakken. We moeten ook aan de repressiekant en de samenwerkingskant al die andere dingen goed doen om het aantal overvallen te verminderen.

Dit is niet het enige wat ik doe. We hebben ook het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO). Dat betekent dat gemeente, politie, brandweer en ondernemers beter samenwerken. Als je zo’n KVO hebt, zie je de criminaliteitscijfers dalen en het veiligheidsgevoel verbeteren. Maar ook daar zijn helaas nog witte plekken. Dus meer KVO’s. We hebben de Bedrijven Investerings Zones (BIZ). Hierin werken ondernemers samen die er, naast de reguliere veiligheidstaken die de overheid natuurlijk heeft, soms zelf wat extra’s bovenop willen doen. Dat helpt ook. We hebben ook nog winkelstraatmanagement. We hebben een potje van 3 mln. voor die straten waar nauwelijks organisatie en dus ook geen KVO is. Hiervoor kan het bedrijfsleven met de gemeente een aanvraag doen bij het ministerie van EZ. Dat is gisteren ook nog eens onder de aandacht gebracht. We moeten heel veel dingen tegelijk goed doen.

Dat gezegd hebbende, de landelijke regeling VKB vormt een belangrijk onderdeel hiervan. Inderdaad is deze regeling succesvol verlopen. Er zijn heel veel aanvragen binnengekomen. Dat betekent dat uiteindelijk heel veel ondernemers de weg hebben weten te vinden. Voor een deel zijn we hierdoor ook verrast. Op basis van de pilots waarover de Tweede Kamer ook is geïnformeerd, was de gedachte dat het de kunst zou worden om de winkelier te bereiken. We hebben vrij veel geld gespendeerd aan communicatie en draagvlakontwikkeling. We dachten dat de regeling te weinig zou gaan lopen als we haar alleen via SenterNovem bekend zouden maken. Na de succesvol verlopen pilot hebben we op 1 september 2009 de landelijke regeling ingevoerd. In de maanden september en oktober kwamen er aanvragen binnen. In oktober hebben we er tijdens de behandeling van de begroting over gesproken. Er waren toen 407 aanvragen binnen. Onze inschatting was toen dat het bedrag lager zou liggen dan uiteindelijk feitelijk is gerealiseerd. We dachten toen nog dat we toe konden met het geld dat we hadden. Dat was een bedrag van 20 mln. Ik zeg nog even tegen de heer Elias dat het geen openeinderegeling was. We hebben geleerd dat we een budgetplafond hebben. Als het op is, is het op. Daarover moet je wel helder communiceren. Daarop kom ik later nog terug.

Het verloop was als volgt. Eind oktober waren 407 aanvragen. Eind november lagen er 1500 aanvragen. In december kwamen er opeens veel meer aanvragen. Er kwamen er soms 600 per week binnen en in de laatste week van december zelfs 700. De eindstand over 2009 was in totaal 4600 aanvragen. Dan is het belangrijk dat je helder maakt aan de ondernemers die die aanvraag doen en dus die scan hebben gedaan, dat ons budget gelimiteerd is en dat ze eventueel moeten wachten met het aangaan van verplichtingen. Op is op. We kennen en we willen in Nederland geen openeinderegelingen meer om budgettaire risico’s te beheersen. Het proces verdient qua communicatie niet de schoonheidsprijs. Eind november is wel op de website van SenterNovem – tegenwoordig Agentschap NL – de mededeling is geplaatst dat het niet ondenkbaar was dat het beschikbare budget al op zou zijn voor het einde van het jaar en het op dat moment niet meer mogelijk was om aanvragen te honoreren. Het is formeel juridisch dus gemeld. Begin december is er door SenterNovem een mail gestuurd aan de veiligheidadviseurs dat het budget voor 2009 waarschijnlijk overschreven zal worden. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat een en ander niet heel helder is gecommuniceerd. In de maand december vond er een ware run op de regeling plaats van bijna 3000 aanvragen. Als je terug gaat rekenen hoeveel aanvragen er binnen waren en wat het gemiddelde bedrag was dat werd aangevraagd, blijkt dat de regeling al op 7 december was uitgeput. Reden dat dit zo laat is gemerkt, is dat er lang met een gemiddeld aanvraagbedrag is gerekend dat lager was dan het uiteindelijke gemiddelde. De prognoses waren te optimistisch, je kunt het ook te pessimistisch noemen. De prognoses waren in ieder geval te laag. Toen het duidelijk was dat het harder ging dan verwacht, is er niet onmiddellijk aan de bel getrokken. Dit hele proces verdient dus niet de schoonheidsprijs. We hebben te laat te veel ondernemers moeten teleurstellen. Het was wel een regeling met een budgetplafond. Maar als het plafond bereikt is, als de pot leeg is, moet je dat zo snel mogelijk melden. Ik kom ook terug op de lessen die we trekken uit de tijdelijke regeling zoals we die vorm hebben gegeven. Ik wil wel een gebaar maken naar de ondernemers uit 2009.

De heer Elias (VVD): Als we een parlementaire enquête hiernaar zouden organiseren – maar dat gaan we niet doen – en we leggen de staatssecretaris op de pijnbank, geloof ik best dat er ergens juridisch in die regeling en ook in de communicatie naar de betrokkenen heeft gestaan «op is op». Ik zal geen flauwe vergelijkingen trekken met polissen die in het verleden wel door verzekeraars zijn aangeboden. Het stond er wel, maar zo dat je het niet erg gemakkelijk en transparant kunt terugvinden. Mijn stelling is dat er vanuit het perspectief van de potentiële gebruikers een soort openeinderegeling is ontstaan zolang de staatssecretaris niet in dezelfde blokletters «op is op» met hen communiceert. Dat is eerlijk gezegd toch wel heel erg dom. Wil de staatssecretaris daarop reageren?

Staatssecretaris Heemskerk: Heel erg dom vind ik een te grote kwalificatie. Er is wel gecommuniceerd dat het geen openeinderegeling was en dat er sprake is van een scan waarover men uiteindelijk een beschikking krijgt. Dan weet je het met 100% zeker. Ook de heer Elias wil niet dat je weer talloze openeinderegelingen terugkrijgt. Je moet wel helder communiceren als het plafond bereikt is. Achteraf gezien had dat al in december duidelijker gecommuniceerd kunnen worden. Toen ik daarover in januari werd geïnformeerd, heb ik de Kamer onmiddellijk geïnformeerd. In mijn brief van 27 januari heb ik aangegeven dat ook ondernemers wier aanvraag afgewezen zou moeten worden omdat het budget van 2009 op is, in aanmerking zouden komen voor de 2010-regeling. Ze hoefden hiervoor alleen een vinkje te zetten. In overleg met het bedrijfsleven hebben we gekozen voor de 2010-regeling om de groep te vergroten en het bedrag te verlagen. Het Hoofdbedrijfschap Detailhandel (HBD) en andere hebben mij ook opgeroepen om het amendement-Ten Hoopen c.s. voor 10 mln. zo in te zetten dat er een maximale doelgroep mee bereikt wordt. Bij de heer Elias is sprake van een misverstand wat betreft de besteding van die € 1 000. Van die € 1000 kan € 300 besteed worden aan de scan en vervolgens € 700 voor een subsidie. Het is dus niet zo dat we voor € 1 000 scans maken. De minister van Justitie en ik hebben in de overvaltop aangekondigd dat we ook in 2011 door willen gaan met deze regeling. We denken 10 000 ondernemers te bereiken in 2010. De totale groep van ondernemers is echter veel groter. Daarom willen we er ook in 2011 mee doorgaan.

Ik wil benadrukken dat ik juridisch niets verplicht ben. Ook ik erken dat die communicatie beter had gekund. Hierdoor zijn er ondernemers die een scan hebben gehad en die uitgaven hebben gedaan of verplichtingen zijn aangegaan. Ik wil nu de investeringen door ondernemers die een beroep hebben gedaan op het budget van 2009 en vervolgens daadwerkelijk uitgaven hebben gedaan, laten vallen onder het maximumbudget van € 10 000. Hierop is dus eigenlijk de oude regeling van 2009 van toepassing. Ik doe dat dus voor ondernemers die het geld al hebben uitgegeven. Ik doe dat niet op de termijn van 1 januari 2010, maar met de deadline 31 januari 2010. Op 27 januari heb ik dit formeel naar de Kamer gecommuniceerd. Daarvoor heb ik het al naar anderen gecommuniceerd. Tot 31 januari komen alle ondernemers die geld uitgegeven hebben, in aanmerking voor die subsidie. Dit geldt ook voor ondernemers die al harde verplichtingen zijn aangegaan. We weten niet precies hoeveel ons dat budgettair gaat kosten. Via het HBD en via VKB-adviseurs hebben we zo goed mogelijk een inschatting gemaakt over de omvang van deze groep en voor welk bedrag ze intussen hebben geïnvesteerd dan wel verplichtingen zijn aangegaan. Daarvoor moet ik en zal ik ruimte zoeken op de begroting van het ministerie van EZ in 2010. Ik zal de Kamer daarover schriftelijk informeren. Iedereen luistert heel haarfijn mee hoe die groep uit 2009 afgebakend kan worden. De mensen uit 2009 die nog geen uitgaven hebben gedaan en geen verplichtingen zijn aangegaan, vallen onder hetzelfde regime als alle andere ondernemers in 2010 en 2011. Deze komen in aanmerking voor een subsidie tot € 1 000 waarvan € 300 voor een scan en € 700 voor te nemen preventieve veiligheidsmaatregelen.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Dat is een hoopvol antwoord van de staatssecretaris. Hoeveel gaat het kosten? Ik kan me iets voorstellen bij de reeds gedane investeringen. Dat is gewoon een bonnetje met een datum erop als bewijsmateriaal. Maar hoe maakt de staatssecretaris een waterdicht systeem voor de aangegane verplichtingen?

Staatssecretaris Heemskerk: In de brief ga ik daarop in. Er is sprake van ongeveer 850 aanvragen waarvoor al uitgaven zijn gedaan of verplichtingen zijn aangegaan. Met een gemiddeld subsidiebedrag van ongeveer € 4 500 betekent dat een bedrag van bijna 4 mln. dat ik moet vinden op de begroting van 2010. Het gaat om kosten waartoe de ondernemer zich juridisch heeft verplicht en die hij vanzelfsprekend met bewijzen hard moet maken. Alle aangegane verplichtingen vallen onder gemaakte kosten, ongeacht of er al feitelijk betaald is of niet. Dat zal ik specifiek voor de Kamer uitschrijven.

De heer Elias (VVD): De staatssecretaris zei net dat hij dit in december duidelijker had moeten communiceren. Als hij duidelijker gecommuniceerd had, had hij zich dan nu verplicht gevoeld om die 4 mln. extra uit te geven?

Staatssecretaris Heemskerk: Nee. Als iedereen voor het indienen van zijn aanvraag had geweten dat de regeling zo’n succes was dat het plafond van 20 mln. was bereikt, met de hoop dat het kabinet ook voor 2010 weer middelen beschikbaar stelt, had het niet gehoeven. Je kunt zeggen dat dit zoals bij monopoly «een vergissing van de bank in uw voordeel» is.

De heer Elias (VVD): In het nadeel van de belastingbetaler.

Staatssecretaris Heemskerk: Ja, je kunt zeggen dat het in het nadeel van de belastingbetaler is. Het gaat dus wel om een winkelier die iemand heeft langs gehad ...

De heer Elias (VVD): U hoeft mij niet te overtuigen van het nut van de regeling.

Staatssecretaris Heemskerk: Een winkelier die iemand langs heeft gehad die gezegd heeft dat de scan goed was en dat de winkelier zo zijn winkel veiliger kon maken, en die het geld ook echt heeft uitgegeven. Hoewel ik het juridisch niet verplicht ben, vind ik het belangrijk het wel naar die groep toe te doen.

De heer Elias (VVD): Ik denk ook dat het moet. Ik denk ook dat u daarvoor uiteindelijk mijn instemming krijgt omdat het niet anders kan. Ik ben het eens met de heer Ten Hoopen dat er verwachtingen zijn gewekt. Hier zijn ergens fouten gemaakt. Dat kost 4 mln. U moet daar meer aan doen dan alleen maar vaststellen dat er in december beter gecommuniceerd had moeten worden. Ik hoef geen namen en rugnummers te hebben van degenen die die fouten hebben gemaakt. Ik vind wel dat u er iets aan moet doen om herhaling te voorkomen. Dat is een heel reële eis vanuit deze Kamer.

Staatssecretaris Heemskerk: Ik vind die 4 mln. binnen mijn begroting van 2010. We gaan niet opeens de belastingen verhogen. Ik moet gaan schuiven binnen mijn begroting om een oplossing te vinden. Ik vind het belangrijk wel wat te doen voor die winkelier hoewel dat juridisch niet nodig is. Het is wel belangrijk dat je lessen trekt uit de manier waarop er gecommuniceerd is. De lessen die ik met u wil delen zijn de volgende.

Les 1: Stel een tijdelijke regeling niet open tot 31 december, maar sluit haar eerder af zodat alle afhandelingen nog in hetzelfde jaar kunnen plaatsvinden. Nu moeten we schuiven tussen de begrotingen.

Les 2: Aan de ene kant kun je alle aanvragen van tevoren controleren, dan pas communiceren en toekennen waarmee je dikke aanvragen in het leven roept. Aan de andere kant kun je kiezen voor simpele formulieren die snel in te vullen zijn, en snel communiceren. Hiertussen bestaat een spanning. We hebben nu gekozen voor een subsidieaanvraag die zo makkelijk mogelijk toegankelijk is. Dat moeten we nog explicieter maken in de besluitvorming.

Les 3: We moeten alerter zijn op overvraging van budgetten en van tevoren duidelijker afspraken hebben over het beleid, het beleidsdepartement, en de uitvoering, het Agentschap NL, alsmede over de stappen die genomen moeten worden. We moeten niet pas in januari te horen krijgen dat we achteraf gezien op 7 december het maximum bereikt hebben.

Les 4: Het kaderbesluit EZ-subsidies omvat onze spelregels waarop we alle subsidies zo uniform en eenduidig mogelijk willen vormgeven. Dat is mede het gevolg van de motie-Ten Hoopen om het aantal instrumenten op EZ in te dikken en met vaste modules te werken op basis waarvan je het opbouwt zodat je herkenbaar bent. In dat kaderbesluit staat dat ondernemers maatregelen mogen nemen na aanvraag van de subsidie, maar voor het ontvangen van een beschikking. Sommigen zeggen dat ze het toch doen, ook al krijgen ze geen subsidie. Sommige winkeliers willen het meteen al uitgeven want die vinden dat gewoon een verbetering van de veiligheid van de winkel. De communicatie dat zo’n uitgave dan voor eigen risico is onder voorbehoud van budgetuitputting, moet glashelder zijn, om nog maar eens een verwijzing te geven naar een andere verzekeraar die met die term reclame maakt. Dit zijn mijn vier lessons learned.

De heer Elias (VVD): Voorzitter. Ik ben blij dat de staatssecretaris erkent dat dit proces niet helemaal goed gaat. Het belangrijkste is dat de overheid een betrouwbare partner dient te zijn, en zeker als het gaat over de kerntaak van de overheid in het kader van veiligheid. Dat de staatssecretaris erkent dat de communicatie niet goed is gegaan en dat we daaruit lessen moeten trekken, deel ik met hem. Ik ben hem ook erkentelijk dat hij een deel van de mensen die al kosten hebben gemaakt en al daadwerkelijk verplichtingen hebben, tegemoet komt. Wat betreft degenen die keurig netjes hebben gewacht: scheppen we hier niet een vorm van rechtsongelijkheid? Op welke wijze gaat de staatssecretaris daarmee om? Is er een zekere beoordeling waar de mensen in het proces zitten om verplichtingen aan te gaan, ook in het kader van die betrouwbaarheid? Hoe kijkt de staatssecretaris ertegen aan dat de overheid ook daar een betrouwbare partner is en in de toekomst moet blijven? Ik begrijp dat de staatssecretaris dit nog in een brief gaat zetten. Die zie ik graag spoedig tegemoet.

Mijn volgende punt heeft betrekking op de 4 mln. Als er zoveel belangstelling is voor deze regeling dat het eraan bijdraagt dat het proces zelf de verkeerde kant opgaat, nodig ik de staatssecretaris toch uit om meer budget vrij te maken voor de investeringen in 2010. De meeraanvragen kunnen dan ook daadwerkelijk worden gedaan in het kader van een veilig Nederland. Als ik daarover een toezegging van de staatssecretaris kan krijgen, kunnen we dat proces aflopen.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Mijn excuses als ik nu iets vraag dat de heer Ten Hoopen misschien heel helder heeft gesteld in de eerste termijn. Is zijn idee dat we dat budget van € 1 000 voor de individuele ondernemer moeten verhogen of dat we ervoor zorgen dat meer ondernemers gebruik kunnen maken van het budget?

De heer Ten Hoopen (CDA): Dat laatste.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Dan ben ik het van harte met u eens.

Mevrouw Smeets (PvdA): Voorzitter. Er is nog een vraag van mij blijven liggen. Hoe kan het nou, die 3000? De staatssecretaris heeft het nog eens opgesomd: 407, 1500, 4600. Ik vind zo’n sprong opmerkelijk. Graag krijg ik nog een antwoord op die vraag.

Ik vind het een verstandig gebaar van de staatssecretaris, ondanks het feit dat hij juridisch hiertoe verplicht is, om de winkeliers tegemoet te komen. Ik vind niet dat er hier een fout is gemaakt die 4 mln. kost, maar dat er meer ondernemers «geluk» hebben dat ze nog onder de regeling vallen. We moeten wel preciseren dat het niet een kwestie is dat we 4 mln. moeten betalen, maar dat er gewoon meer ondernemers in dit geval door een ietwat ongelukkige communicatie nu nog wel gebruik kunnen maken van de regeling.

Het Agentschap NL oftewel het SenterNovem verdient geen schoonheidsprijs, zegt de staatssecretaris. Dat is een understatement. Ik hoop dat het agentschap hieruit echt lessen heeft geleerd. Het is niet de eerste keer dat er een scheve schaats gereden wordt met subsidieverstrekkingen. Er rest mij nog te zeggen dat ik het ook eens ben als de staatssecretaris zegt dat het niet alleen om preventie gaat, maar ook om repressie. Ook dat moeten we niet vergeten, in gedachte ook wat er gisteravond door burgemeester Aboutaleb is gezegd.

De heer Elias (VVD): Voorzitter. Allereerst is het dus een feit dat door de staatssecretaris toegegeven is dat er nu 4 mln. uitgegeven moet worden, die niet zou zijn uitgegeven als de communicatie helderder was geweest. Het staat voor mij vast dat het vervolgens voor nuttige dingen wordt gebruikt. Maar dit proces is niet goed. Ik vind «lessen geleerd hebbende» erg mager. Ik wil zien dat ons op enigerlei wijze wordt meegedeeld wat er concreet aan interne maatregelen worden genomen om dit een volgende keer te voorkomen.

Ik sta met de rug tegen de muur over dat bedrag. Ik ga niet tegen de ondernemers kiezen. Ik ga niet tegen de fatsoenlijke, betrouwbare overheid kiezen die we moeten zijn. Als wij als overheid deze fout hebben gemaakt, dan moeten we ook op de blaren zitten. Met enige grommende tegenzin ga ik hiermee akkoord. Structureel moet de oplossing erin worden gezocht dat een zeer grote groep – van niet alleen winkeliers maar ook van bedrijven, bureaus en noem maar op – gebruik kan maken van de regeling door de scan en het advies ter beschikking te stellen ten koste van de overheid en vervolgens de te nemen maatregelen ten koste van het bedrijf zelf. Graag krijg ik hier nog een reactie van de staatssecretaris op.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Voorzitter. Ik dank de staatssecretaris voor de beantwoording. Er zijn op een aantal punten inderdaad foutjes gemaakt. Alles bij elkaar opgeteld zijn het er wel een aantal. Dat komt wat knullig over, maar het is geen weggegooid geld. Waar gehakt worden, vallen spaanders. De staatssecretaris gaat het geld op een andere plek binnen zijn begroting zoeken. Ik hoop dat het niet zal leiden tot bezuiniging op posten waar dat absoluut niet gemist kan worden. Hopelijk blijft er ergens anders nog wat geld over. Je moet er ook een beetje creatief mee om kunnen gaan.

Ik ben het ermee eens dat we meer mensen moeten adviseren met name over hoe ze hun bedrijf beter kunnen beveiligen en dat we ze ook een steuntje geven om wat hogerop te komen. Een soort keukentrapje om te kunnen beginnen met zo’n betere beveiliging. Ik benadruk van harte dat het budget hiervoor niet te hoog hoeft te zijn. Die € 1 000 lijkt me prima. Wel moeten er zo veel mogelijk mensen van kunnen profiteren. Grote investeringen moeten eerder gedaan worden in politie, of in ieder geval geen bezuiniging op politie, en meer en betere reclassering.

Staatssecretaris Heemskerk: Voorzitter. De kern van wat er in de maand december is gebeurd, is dat de ondernemers na de scan langer hebben gewacht dan ingeschat en later zijn gaan aanvragen. Wij dachten dat het rond de kerst rustig zou worden omdat iedereen dan heel druk bezig is met de kerstverkoop. In die maand is het aantal aanvragen juist opgelopen. Ik dacht in eerste instantie ook dat er misschien iets achter zat. Ik denk het niet, maar we zoeken het uit. Conform de Algemene wet bestuursrecht (Awb) checkt SenterNovem elke subsidieaanvraag op volledigheid en toetst of aan alle voorwaarden is voldaan. Men kijkt bijvoorbeeld of de subsidie al niet eerder is verkregen. Er wordt heel zorgvuldig gekeken, ook naar die groep van 3000 in december.

Heeft het een precedentwerking? Nee, er is geen recht bijvoorbeeld op een schadevergoeding of iets dergelijks. Als de subsidiepot voor 2009 is uitgeput, worden op grond van de Awb boventallige aanvragen afgewezen. De nieuwe landelijke regeling had een budgetplafond en daarvoor geldt «op is op». Ik heb zelf gezegd dat ik het corrigeer voor die groep die tot 31 januari uitgaven gedaan heeft dan wel verplichtingen is aangegaan.

Wat doen we in 2010 als het budget voor de groep van 10 000 ondernemers die die € 1000 heeft aangevraagd, op is? Dan kun je kijken of je nog iets doet met het bedrag dat we eventueel voor 2011 hebben neergezet. We willen de komende twee jaar 20 000 ondernemers bereiken die maatregelen nemen om hun winkel of kantoor verder te beveiligen. We kiezen er wel voor om ondernemers niet alleen tegemoet te komen bij de scan, maar ook een deel van de eventuele maatregelen te subsidiëren. Voor het idee om nu de subsidie te verlaten tot € 300 per ondernemer voel ik niets. Ik proef hiervoor gelukkig ook totaal geen steun in de Kamer.

Waar gehakt wordt, vallen spaanders. Ik noemde het «een vergissing van de bank in uw voordeel». Uiteindelijk is de uitkomst dat ik erken dat de communicatie helderder had gekund. Ik had begin december moeten zegge: op is op. Dat was niet helder genoeg. Het is wel juridisch gemeld maar het was niet helder genoeg. De uitkomst hiervan is dat er eigenlijk meer ondernemers een winkel hebben die beter beveiligd is. De overheid heeft gezegd dat ze het probleem van de criminaliteit zo groot vindt dat ze een deel van de subsidie voor haar rekening neemt. In die zin is de groep ondernemers voor wie we wat doen, groter geworden.

Toezeggingen

De voorzitter:

– De staatssecretaris zegt toe dat de Kamer schriftelijk geïnformeerd wordt over de gemaakte kosten en aangegane verplichtingen van de groep uit 2009, hoe deze groep kan worden afgebakend met een waterdicht systeem en waar ruimte op de begroting kan worden gevonden om deze kosten te dekken.

De heer Elias (VVD): Ik mis nog een antwoord op de vraag hoe we geïnformeerd worden over wat wordt gedaan om dit de volgende keer te voorkomen.

Staatssecretaris Heemskerk: Niet.

De voorzitter: De staatssecretaris is daarop uitgebreid ingegaan tijdens zijn lessons learned. Ik dank alle aanwezigen en sluit de vergadering.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), Schreijer-Pierik (CDA), Vendrik (GroenLinks), Ten Hoopen (CDA), Spies (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Aptroot (VVD), Smeets (PvdA), Samsom (PvdA), Timmer (PvdA), voorzitter, Irrgang (SP), Jansen (SP), Biskop (CDA), ondervoorzitter, Ortega-Martijn (ChristenUnie), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Van der Burg (VVD), Graus (PVV), Zijlstra (VVD), Besselink (PvdA), Gesthuizen (SP), Ouwehand (PvdD), Vos (PvdA), De Rouwe (CDA) en Elias (VVD).

Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Jan Jacob van Dijk (CDA), Sap (GroenLinks), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Aasted Madsen-van Stiphout (CDA), Koşer Kaya (D66), Ulenbelt (SP), Blok (VVD), Boelhouwer (PvdA), Kalma (PvdA), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Karabulut (SP), Luijben (SP), De Nerée tot Babberich (CDA), Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie), Atsma (CDA), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Bosma (PVV), Meeuwis (VVD), Van Dam (PvdA), Gerkens (SP), Thieme (PvdD), Heerts (PvdA), Algra (CDA) en Weekers (VVD).