Vastgesteld 4 januari 2017
De vaste commissie voor Defensie en de vaste commissie voor Economische Zaken hebben op 8 december 2016 overleg gevoerd met mevrouw Hennis-Plasschaert, Minister van Defensie, over:
− de brief van de Minister van Defensie d.d. 20 september 2016 met de zestiende voortgangsrapportage project Verwerving F-35 (Kamerstuk 26 488, nr. 416);
− de brief van de Minister van Defensie d.d. 24 november 2016 met de beantwoording van vragen van de commissie over de zestiende voortgangsrapportage project Verwerving F-35 (Kamerstuk 26 488, nr. 419);
− de brief van de Minister van Defensie d.d. 21 oktober 2016 inzake de DMP A-brief over het project F-35 zelfbeschermingsmiddelen (Kamerstuk 26 488, nr. 417);
− de brief van de Minister van Defensie d.d. 24 oktober 2016 inzake de DMP A-brief over het project Middellange tot langeafstandsraket voor de F-35 (Kamerstuk 26 488, nr. 418);
− de brief van de Minister van Defensie d.d. 24 november 2016 inzake uitstel toezending reactie over de brief van de United States Senate Committee on Armed Services (Kamerstuk 26 488, nr. 420);
− de brief van de Minister van Defensie d.d. 30 november 2016 inzake reactie op een memo van de Amerikaanse DOT&E over het F-35-programma en de ontwikkelingen in Canada (Kamerstuk 26 488, nr. 421);
− de brief van de Minister van Defensie d.d. 29 november 2016 inzake instellingsbesluit Stuurgroep Uitvoering motie geluidsmeetnetten (Kamerstuk 33 763, nr. 22) (Kamerstuk 33 763, nr. 121);
− de brief van de Minister van Defensie d.d. 6 december 2016 inzake nLR-rapport Geluidsbeleving F-35 ten opzichte van F-16 (Kamerstuk 26 488, nr. 423);
− de brief van de Minister van Defensie d.d. 6 december 2016 inzake bestelling van F-35-toestellen in de block buy (Kamerstuk 26 488, nr. 422);
− de brief van de Minister van Defensie d.d. 7 december 2016 inzake informatie over de financiële gegevens block buy (Kamerstuk 26 488, nr. 424).
Van dit overleg brengen de commissies bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.
De voorzitter van de commissie, Ten Broeke
De voorzitter van de commissie, Vermeij
De griffier van de commissie, De Lange
Voorzitter: Ten Broeke
Griffier: Mittendorff
Aanwezig zijn negen leden der Kamer, te weten: Belhaj, Ten Broeke, Jasper van Dijk, Eijsink, Houwers, Knops, Maij, De Roon en Vuijk,
en mevrouw Hennis-Plasschaert, Minister van Defensie.
Aanvang 9.31 uur.
Voorzitter: Maij
De voorzitter:
Ik heet de Minister van Defensie en de haar ondersteunende staf welkom, en uiteraard ook de mensen die in de zaal zitten en via andere wegen meeluisteren en meekijken. Ik heet ook de collega's welkom. Ik heb twee korte mededelingen. De voorzitter is iets verlaat. Vandaar dat ik, de ondervoorzitter, dit algemeen overleg voorzit tot de heer Ten Broeke uit de bus hierheen komt gespurt. Uw collega De Roon heeft aangegeven dat hij om 10.00 uur moet vertrekken in verband met een ander algemeen overleg dat hij zelf moet voorzitten. Ik geef hem dus graag als eerste het woord in de eerste termijn namens de Kamer. We hebben zeven minuten spreektijd per fractie afgesproken.
De heer De Roon (PVV):
Voorzitter. Alle mooie foto's en filmpjes van de Joint Strike Fighter (JSF) boven Nederland ten spijt kan de PVV nog steeds niet enthousiast worden over dat toestel. Wij kijken naar de feiten, en die vinden wij vooralsnog allerminst rooskleurig. Jaar na jaar werd ons beloofd dat de kostprijs zou teruglopen, maar resultaat zien we nog niet. Vooralsnog blijkt de voorgeschotelde kostprijsdaling een sprookje. Daalde de kostprijs van de JSF maar net zo snel als de Partij van de Arbeid in de peilingen. Dan zou onze zorg op dat punt worden weggenomen.
De gemiddelde stukprijs van de Nederlandse Joint Strike Fighter, de F-35A, ligt al drie jaar rond de 88 miljoen dollar. Gaan we verder terug in de tijd en tellen we de kostprijsverwachtingen van 2010 tot en met 2012 mee, dan is de prijs zelfs gestegen van 57,5 miljoen dollar in 2010 naar 88,4 miljoen in 2016. Dat is een stijging van maar liefst 65%. De ongunstige dollarkoers is dan nog niet meegerekend. Kan de Minister reageren op het feit dat de gemiddelde kale stukprijs in dollars van de Nederlandse JSF sinds 2010 met 65% is gestegen? Kan de Minister daarnaast reageren op het feit dat die kale stukprijs in de periode 2013 tot 2016 vrijwel gelijk is gebleven? Deelt de Minister de conclusie van de PVV dat er, alle kostenbesparende maatregelen van de afgelopen jaren ten spijt, nog geen daling is ingetreden?
Voor het zomerreces diende ik een motie in met het verzoek om af te zien van de block buy, oftewel de meerjarige bestelling. Ik diende die motie in omdat de financiële voordelen onduidelijk en zelfs discutabel waren. Dat was toen zo, maar ook nu is nog niet echt glashelder geworden dat er voordelen aan zouden kleven. Naar de voordelen van de block buy blijft het op dit moment daarom gissen. In september meldde de JSF-projectleider, generaal Bogdan, dat de block buy van 450 toestellen ongeveer 2 miljard dollar zou besparen. Dat zou 4,4 miljoen dollar per toestel zijn. Kan de Minister in het openbaar ingaan op deze grove schatting? Of moeten we het doen met de commercieel vertrouwelijke brief die we op het laatste moment ter inzage hebben gekregen? Ik mag daar nu dus verder niet op ingaan.
Als het voordeeltje dat de Minister ons in het vooruitzicht stelt inderdaad gerealiseerd wordt, weegt dat dan wel op tegen de vele nadelen? Is het niet riskant om nu al een handtekening te zetten onder de aanschaf van achttien toestellen terwijl de bedrijfszekerheid nog ernstig tekortschiet? Er is op dit moment sprake van 53% in plaats van de geplande 60%. De softwareontwikkeling is weer vertraagd met enkele maanden. Een land als Canada heeft zich teruggetrokken. Graag krijg ik een reactie van de Minister.
Om de block buy mogelijk te maken, hebben leveranciers een aanbetaling nodig, zoals de Minister meldt in haar brief van 6 december. Betekent dit dat de financiële verplichtingen naar voren worden gehaald voor Nederland? Dat lijkt mij wel. Zo ja, om welke bedragen gaat dat dan? En is dit wel verstandig gezien de huidige, zeer ongunstige dollarkoers?
De ontwikkelingsfase voor de JSF wordt bijna afgesloten. Dat is merkwaardig, omdat de lijst met problemen nog niet korter lijkt te zijn geworden. Ik verwijs ook naar het memo van de hoogst onafhankelijke adviseur van de Amerikaanse Minister van Defensie op het gebied van nieuwe wapensystemen. De conclusies uit dat memorandum zijn glashelder: er is te weinig geld en tijd, de software is nog niet af en lang niet alle wapensystemen zijn getest. De Minister geeft aan dat deze problemen geen invloed hebben op de eerste operationele-inzetbaarheidsstatus voor de toestellen, waarvan wordt voorzien dat ze eind 2021 aan Nederland worden geleverd. Mijn vraag is: heeft het wel invloed op de functionaliteiten die het toestel uiteindelijk zal bezitten? Zijn de toestellen die Nederland in 2019 geleverd krijgt wel volledig uitontwikkeld, of moeten deze zodra ze in Nederland geland zijn meteen een doorstart maken en terug de hangar in voor updates?
Tot slot. De kostprijs is nauw verweven met de bestelaantallen. Belangrijk is dus wat de grootste afnemer, de Verenigde Staten, gaat doen. Wat dat betreft valt op dat de VS alleen een bestelling plaatsten voor 2020, waar Nederland zich al wenst te verbinden aan bestellingen van 2020 tot en met 2022. Zijn de Amerikanen zo slim of is Nederland zo dom?
De voorzitter:
Ik geef graag het woord aan de heer Knops. We hebben zeven minuten spreektijd afgesproken.
De heer Knops (CDA):
Die zal ik waarschijnlijk niet nodig hebben.
Voorzitter. We spreken over de verwerving van de F-35. Ik maak de Minister een compliment dat ze dit dossier, dat toch redelijk vastzat, losgetrokken heeft. Daarmee heeft ze de toekomst van een belangrijk deel van de krijgsmacht veiliggesteld. Dat was niet gemakkelijk, zo hebben we een aantal keren mogen vernemen. Het is dan ook belangrijk en onomkeerbaar.
Voorzitter: Ten Broeke
De heer Knops (CDA):
Maar deze coalitie zou deze coalitie niet zijn als ze niet eerst een goed besluit neemt en daarna een aantal zaken niet helemaal afrondt en afhecht. Uiteindelijk kwam een van de coalitiepartners met, zoals ik ze altijd maar noem, «de eisen van Eijsink», want dat bekt zo lekker. Het ging om een hek om het budget. De Minister zit nu vastgesnoerd in een gordiaanse knoop. Elk debat is het de vraag hoe de Minister zich buiten de grenzen van dat hek worstelt. Volgens mij wordt het probleem er alleen maar groter op, want het Defensiebudget stijgt te traag en de dollar stijgt te hard.
De wereld om ons heen wordt steeds onveiliger en instabieler. Het belang van airpower is alleen maar toegenomen. Poetin heeft ontzettend hard bijgedragen aan het draagvlak voor de F-35. Rusland kan een paraplu van weerstand om de Baltische staten heen leggen met geavanceerde luchtverdedigingssystemen. Ook in Syrië kan Rusland een no-flyzone afdwingen voor het Westen. De F-16 is, zoals we eerder hebben geconstateerd, verouderd en is hier nauwelijks meer tegen bestand. China komt met een eigen, vijfde generatie stealth-jachtvliegtuigen. Het technologisch overwicht dat wij heel lang hadden, is dus niet langer vanzelfsprekend.
Nu is er een besluit genomen voor aanschaf van die toestellen, maar er staan dus een aantal hekken omheen. Het gevolg is een gapend gat in het budget. Zelfs de 37 toestellen kunnen er niet mee worden aangeschaft. De luchtmacht heeft eerder al aangegeven dat dit aantal eigenlijk veel te laag is, en ook de Rekenkamer was er buitengewoon kritisch over. Daarmee lijkt de besluitvorming van het kabinet een beetje op die oude Russische stoomboot, dat vliegdekschip Koeznetsov. Als die door het Kanaal vaart, kun je zowel in Londen als Amsterdam de rookpluimen zien. Dat schip heeft stalen kabels die de jachtvliegtuigen aan boord moeten houden. Dat verloopt niet altijd succesvol bij de Russen. Er zijn al twee vliegtuigen in zee geplonst, de eerste keer omdat de kabels gerepareerd moesten worden en de MiG gewoon in zee moest landen – je kunt het je bijna niet voorstellen – en de tweede keer omdat een kabel brak. Die kabels zijn een beetje de kabels van het hekwerk van mevrouw Eijsink. Wat ons betreft blaast de Minister net als de Koeznetsov iets te veel rook uit.
Mevrouw Eijsink (PvdA):
Dit kan natuurlijk niet onweersproken blijven. De vergelijking met de Russen lijkt me niet zo goed, want de kabels van Eijsink breken nooit. Dat lijkt me dus nogal een vreemde vergelijking. Dat is echt een inkopper. En dat om 9.40 uur 's ochtends al; dat wordt wat vandaag. Mijn eigenlijke vraag gaat over het volgende. Het blijft natuurlijk leuk – maar eigenlijk niet, want we hebben het over heel serieuze zaken – maar het «hek van Hillen» was onder Rutte I al bedacht. Rutte I trad aan in november 2010. In het regeerakkoord van Rutte I stond dat het besluit over de aanschaf van de opvolger van de F-16 zou worden genomen door de volgende regering. We hebben het niet meegemaakt, maar stel dat Rutte I was blijven zitten. Dan zouden er verkiezingen plaatsvinden in mei 2015 en was het besluit over de opvolger van de F-16 op dit moment nog niet genomen. Dat is wel de realiteit. Alle lijstjes ten spijt – de heer Knops kan het me allemaal nog een keer voorleggen – had het «hek van Hillen» anders ook nu nog gestaan. Dan hadden we nog geen enkel besluit gehad, want zo stond het in het regeerakkoord van Rutte I. Zou de heer Knops hier eens op willen reageren?
De heer Knops (CDA):
Mevrouw Eijsink doet hier iets wat de voorzitter van de vaste Kamercommissie voor Buitenlandse Zaken eigenlijk niet hoort te doen, namelijk het adstrueren van een stukje geschiedenis wanneer het allemaal anders was gelopen. Dat kun je niet zomaar zeggen. We zijn vier jaar verder. Het kabinet-Rutte I heeft inderdaad niet lang genoeg gezeten. We weten allemaal hoe dat gegaan is. De vraag is hoe dat kabinet gereageerd zou hebben op de huidige dreigingen. Ik vind het dus een beetje flauw om vier jaar geschiedenis anders in te tekenen en er automatisch van uit te gaan dat er een «hek van Hillen» zou zijn. Ik heb de Minister gecomplimenteerd met het feit dat zij erin geslaagd is om dat besluit te nemen en om mevrouw Eijsink en de haren te verleiden om dat te steunen. Als mevrouw Eijsink hier lachend zegt dat haar kabels nooit breken, dan wordt mijn gemoedstoestand nog minder dan hij nu al is, want dat zou betekenen dat het hek tot in lengte van jaren blijft staan. Ik vraag nu juist aan het kabinet om ervoor te zorgen dat die ruimte wordt opgerekt, omdat een aantal externe factoren maken dat de, voor een deel theoretische, kostenoverschrijding van dit project steeds verder uit de hand loopt. Het zou de Partij van de Arbeid sieren als ze daar ook oog voor heeft en er vervolgens naar zou willen handelen.
Mevrouw Eijsink (PvdA):
De heer Knops spreekt terecht over «theoretisch uit de hand lopen». Ik denk dat we elkaar zeker vinden over meer budget voor onze krijgsmacht. Dat is niet nieuw. Maar het is ook weleens aardig om gewoon te zeggen: wat nou? Het is terecht dat de heer Knops complimenten maakt voor de besluiten die wel genomen zijn door een partij die altijd standvastig is geweest en kritisch blijft. Dat zal ik blijven tot het einde, in ieder geval tot en met 14 maart. Dat horen we hier ook te doen. Het «hek van Hillen» heeft natuurlijk alles te maken met de 4,5 miljard die Hillen zelf heeft vastgesteld. Dat heeft de Partij van de Arbeid niet gedaan. Ik was erbij en ik vond dat een daad van kracht van de voormalige Minister van Defensie Hillen, die direct na zijn aantreden, eind november 2010, zei: jongens, die 85 toestellen die eerder stonden, zijn nooit aan te schaffen vanwege het budget. Dat zeg ik even voor de geschiedschrijving. Hiermee hebben we het wat mij betreft voldoende afgedaan.
De voorzitter:
Dat gaan we zien. Mijnheer Knops?
De heer Knops (CDA):
Eén ding is zeker: de tijd heeft niet stilgestaan en vanwege externe factoren is het verschil tussen het benodigde en beschikbare budget groter geworden. Dat kunnen we niet ontkennen en daar zal op geacteerd moeten worden. Het is dan leuk om vier jaar terug te kijken. Dat gebeurt regelmatig. Daar ben ik ook niet bang voor. Maar het is veel interessanter om te bekijken wat je gaat doen met het vraagstuk dat nu voorligt.
Voorzitter. Zo kom ik automatisch bij de rapporten van de auditdienst, want die kan er niet echt meer een touw aan vastknopen. Ik citeer uit het rapport: «Zelfs voor goed in de materie ingewijde lezers» – dat is in deze commissie mevrouw Eijsink – «is de informatie in de financiële overzichten en tabellen nauwelijks nog te volgen». De auditdienst noemt «een uiterst complex LCC-model, de politieke afspraken en financiële inkadering voor wat betreft het budget en risicoreservering», de overheveling van DIP naar DEP, de verschillende dollarkoersen, de gedeeltelijk toegestane prijscompensatie en de discussie rondom het begrip «verdringing». Het was al uiterst complex en wordt steeds complexer. Kan de Minister de duidelijkheid scheppen waarom iedereen vraagt? Wat is de omvang van het probleem? En vooral: wat moet er gebeuren om te voorkomen dat wat nu nog theoretisch is – papier is geduldig – binnen heel korte tijd praktisch wordt en daarmee wel een probleem oplevert dat opgelost moet worden?
Een andere kritiek van de auditdienst is dat er wel melding wordt gemaakt van het tekort van bijna 590 miljoen euro, maar niet wordt aangegeven hoeveel toestellen met het beschikbare budget kunnen worden aangeschaft, en evenmin in hoeverre Defensie daarmee het ambitieniveau van de nota In het belang van Nederland kan waarmaken. Kan de Minister hierover in dit debat wel duidelijkheid geven?
De Minister rekent bovendien met een gunstige gemiddelde plandollarkoers vanaf 2022. Als we de huidige plandollarkoers zouden hanteren, zoals voorheen gebruikelijk was, loopt het tekort nog hoger op naar 755 miljoen. Klopt deze berekening? Het kabinet baseert zich nu nog op een dollarkoers uit 2012. Dat was de tijd waar mevrouw Eijsink over sprak...
Oh, zij wilde niet interrumperen.
De voorzitter:
Uw pauzes gaan gewoon van uw tijd af. Dat begrijpt u. U kunt wel uitlokken, maar als het niet lukt...
Mevrouw Eijsink (PvdA):
Niet alle uitlokkingen worden gehonoreerd.
De voorzitter:
Dat wilde ik ook net zeggen. Er loopt wel een kabeltje tussen u beiden vandaag, geloof ik.
De heer Knops (CDA):
Ook de exploitatiekosten moeten binnen het hekwerk blijven. Dat blijven ze nu niet. Nu al vallen ze door de hogere dollar 6 miljoen euro per jaar hoger uit. Op geen enkele manier wordt aangegeven hoe hiermee wordt omgegaan. Daar komt de onvolledige prijscompensatie nog bij. De Minister geeft toe dat dit erin hakt voor 33,1 miljoen. Dat leidt volgens de auditdienst tot een verdere uitholling van het budget. Hoe gaat de Minister hiermee om als ze het van de Partij van de Arbeid niet mag oplossen? Misschien mag ze het wel oplossen, maar dan horen we dat ook graag. De Minister heeft een oplossing bedacht, in een poging te ontsnappen uit de touwen. Ze wil tegen de afspraken met de PvdA in de risicoreservering kunnen inzetten. Maar daarmee wordt het gat onvoldoende gedicht.
Ik kan nog wel even doorgaan. Het accountantsrapport is gewoonweg vernietigend. Investeringsreeksen worden niet inpasbaar gemaakt, zowel in het DIP (Defensie Investeringsplan) als in de begroting, doordat noch de door Defensie gewenste bestelreeks noch de juiste plandollarkoers wordt gehanteerd. De tabellen zijn, volgens het rapport, zeer moeilijk te begrijpen. Door sommige tabellen wordt een beeld gecreëerd dat de lezer onbewust en onbedoeld op het verkeerde been kan zetten, wordt geschreven in het rapport. Als klap op de vuurpijl wil de Minister meedoen aan de block buy. Openbare informatie over de financiën wil ze niet geven. Het CDA staat op zichzelf heel positief tegenover de block buy, maar de vraag is hoe de F-35 goed kan landen op het vliegdekschip van deze coalitie, met de kabels die er nog steeds omheen staan. Er is, in dit voorbeeld, niet eens geld voor de vervanging van vliegtuigen die in zee belanden of toestellen die zouden uitvallen. Daar hebben we het al eerder over gehad.
Ik zie vooral een Minister die aan het begin een heel goed besluit heeft genomen, maar die nu we met problemen – voor een deel externe en voor een deel interne in de coalitie – geconfronteerd worden, de zaak een beetje voor zich uit schuift. Ik zag gisteren nog op een tegeltje staan: niet doorschuiven maar aanpakken. Ik maak altijd de fout dat ik het precies andersom zeg, want het lijkt nu meer op: niet aanpakken maar doorschuiven. Dat tegeltje zag ik overigens bij de heer Ten Broeke op zijn kamer.
De vraag is wat het kabinet nog wel kan doen op dit moment. Allereerst: orders binnenhalen. Het is van groot belang dat zo snel mogelijk een delegatie met bewindspersonen afreist naar de VS en spreekt met de nieuwe regering daar. De Minister is wat vaag in haar antwoord op een vraag daarover. Ik zou hier graag een wat duidelijker antwoord en een toezegging over krijgen.
De heer Vuijk (VVD):
Voorzitter. Ik begin even met een retorische vraag. Waarom kopen wij die F-35 eigenlijk? De heer Knops heeft daar ook al iets over gezegd. De F-16 is door de vele missies tot op de draad versleten. De instandhoudingskosten van de F-16 lopen op. De techniek van de F-16 is hopeloos verouderd. Ook is de wereld geen vredig paradijs. Onze welvaartsstaat, met onze uitstekende sociale voorzieningen, zorg en onderwijs, moet soms met harde hand worden verdedigd tegen kwaadwillende sujetten. Ons land heeft sinds 1913 een luchtmacht. Zag men destijds het vliegtuig als een aardige ondersteuning van de landmacht, men weet nu inmiddels wel beter. Zonder luchtoverwicht is een militaire operatie op land of zee niet uitvoerbaar. Onze luchtmacht wordt daarvoor continu ingezet. In de Koude Oorlog was hij dag en nacht paraat om een verrassingsaanval van het Warschaupact af te slaan. Daarna zagen we onze vliegtuigen boven de Balkan, Afghanistan, Libië, Irak, Syrië en nu ook boven de Baltische staten. Ik denk ook aan de nationale taken, zoals voor de bewaking van het luchtruim en voor de eeuwige strijd tegen het water door bij hoog water dijken te monitoren.
Het paarse kabinet van PvdA-premier Kok besloot dat de F-16 op termijn moest worden vervangen. Dat gebeurde in 1996. In 1997 was de F-35 al kandidaat. In 2013 hakte deze Minister de knoop door: ons land koopt 37 F-35's. Hoe gaat het nu met de verkoop van die F-35? Ons land ontwikkelt de F-35 samen met Australië, Canada, Denemarken, Italië, Noorwegen, Turkije, het Verenigd Koninkrijk en de VS. We zijn mede-eigenaar van dat ding. Japan, Zuid-Korea en Israël willen het toestel ook kopen. De teller van de te verkopen toestellen loopt langzaam weer op en staat inmiddels op ruim 3.100. Canada stelt vanwege politieke opportuniteit de beslissing van de aanschaf uit en vervangt als tussenoplossing een aantal verouderde F-18's door iets minder verouderde F-18's. Maar in het post-Trudeautijdperk zal onze gewaardeerde NAVO-bondgenoot toch eens die F-18's moeten vervangen en de F-35 moeten aanschaffen. Het is niet anders.
Ook ben ik geïnteresseerd in de belangstelling van westerse landen die geen deel uitmaken van het consortium, maar die hun luchtmacht wel moeten gaan moderniseren en de aanschaf van de F-35 moeten overwegen. De F-35 is immers het enige moderne jachtvliegtuig dat momenteel nog in ontwikkeling is. Zijn er, buiten de drie die ik net noemde, landen in beeld die ook moeten gaan nadenken over aanschaf van nieuwe vliegtuigen, dus mogelijk de F-35?
Ik kom op de block buy. De Minister schrijft: «Nederland wil graag stapsgewijs meedoen aan de block buy. De opzet die het JPO heeft gekozen biedt die mogelijkheid. Defensie zal nog dit jaar achttien toestellen in de block buy bevestigen.» Die block buy leidt tot kostenvoordelen die vanwege de commerciële belangen vertrouwelijk zijn en die hier, zoals de heer De Roon al noemde, niet aan de orde kunnen komen. De VVD weegt de toegezegde kostenvoordelen af tegen de beperking van flexibiliteit in bestelreeksen voor de komende jaren. De VVD steunt dus de Minister in haar voornemen om deel te nemen aan de block buy. De Minister schrijft dat de VS niet meedoen aan deze block buy vanwege de regeringswisseling. Wat verwacht de Minister van de nieuwe regering in verband met het F-35-programma? Graag een reactie.
Ik kom op de loon- en prijsbijstelling. De heer Knops heeft daar ook al over gesproken. De Minister schrijft: «met de nota In het belang van Nederland is het projectbudget voor de investeringen vastgesteld op 4,5 miljard euro en is het jaarlijkse exploitatiebudget vastgesteld op 270 miljoen euro». Ook schrijft zei dat beide budgetten jaarlijks worden aangepast voor loon- en prijsbijstelling en daardoor op dit moment 4,7 miljard en 290 miljoen bedragen. De VVD constateert dat deze aanpassing in de praktijk onvoldoende is. De Minister schrijft verder dat de inflatie, de wisselkoers van euro en dollar en het btw-percentage direct van invloed zijn op de investeringskosten en exploitatiekosten. Ze schrijft daarover: «Indien een van deze factoren zich in ongunstige zin ontwikkelt, kunnen de vastgestelde budgetten ontoereikend worden.» De belangrijkste constatering van de Minister vind ik zelf dat Defensie aangeeft geen invloed te hebben op deze factoren. De VVD wijst in dit verband nog naar de brief van 9 juni 2016, waarin de Minister schrijft dat ze het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft gevraagd te onderzoeken of een specifieke prijsindex voor Defensie mogelijk is. Ik ben er nieuwsgierig naar of daar al iets over te zeggen is.
De VVD ziet dat de Minister de problemen niet alleen kan oplossen, maar het siert haar wel dat ze dat probeert. Ze schrijft onder andere: «Gelet op onder andere de gunstige prijsontwikkeling van het toestel en het feit dat het project enkele jaren verder is, wordt een vrijval van de risicoreservering verwacht. Die kan aan het einde van het project worden ingezet voor het opvangen van valutaschommelingen of, als de reservering daar ruimte voor biedt, voor het aanschaffen van extra toestellen.» Net als de heer Knops is de VVD van mening dat de risicoreservering daar niet voor bedoeld is. Die is niet bedoeld om tekortschietende loon- en prijsbijstellingen te compenseren. Maar is dat ook zo? Graag een reactie van de Minister.
Wij hebben hier vaak en langdurig over de softwareontwikkeling gesproken. De Minister schrijft: «De grootste uitdagingen in het F-35-programma liggen nog steeds bij softwareontwikkeling.» Het betreft daarbij de software voor ALIS, het onderhoudssysteem, en voor het vliegtuig zelf. Voor de Block 3F-softwareversie blijft volgens het JPO (JSF Program Office) het risico van vertraging bestaan. Het JPO voorziet wel een voltooiing per eind 2017. Onze toestellen worden geleverd vanaf 2019. Voor ons land lijken er dus geen gevolgen voor eventuele vertraging. Is dat ook zo? Graag krijg ik een bevestiging van de Minister.
Ik kom nu op de defensie-industrie. De Minister schrijft dat per saldo de totale waarde van de investeringen gestaag toeneemt. Vorig jaar was er een discussie over de contractueel afgesproken afdracht aan de Staat. De defensie-industrie kan die afdracht niet doorberekenen aan de vliegtuig- en motorbouwers. Daarom zou volgens de defensie-industrie de belangstelling afnemen om te participeren. Als dat zo is, kan de werkgelegenheidsdoelstelling niet behaald worden. Ik meen dat het probleem destijds is opgelost, maar ik hoor graag van de Minister of zij de belangstelling van de industrie ziet toenemen of afnemen.
Ik wil een laatste opmerking maken over het stageprogramma van de TU Delft. Ik wil daar niet te veel over zeggen, want het zou op regionalebelangenbehartiging lijken en dat is hier niet het punt. Het stageprogramma van Lockheed Martin, Fokker Aerostructures en de TU Delft, dat in 2004 begonnen is, is een heel mooi programma. Het duurt vijf maanden en geeft studenten de kans om unieke internationale ervaring op te doen en mee te werken aan het programma. De VVD spreekt opnieuw haar waardering uit voor dit programma en hoopt dat het nog lang wordt voortgezet.
De voorzitter:
Dank u wel, mijnheer Vuijk uit Delft. We gaan naar mevrouw Eijsink.
Mevrouw Eijsink (PvdA):
Voorzitter. Wat onder Rutte I niet lukte, onder het motto «niet aanpakken maar doorschuiven», lukte onder Rutte II wel. In een coalitie met de VVD heeft de PvdA verantwoordelijkheid genomen voor de vervanging van de F-16 en de keuze gemaakt voor de F-35. Dat is onder andere gebeurd op basis van vele rapporten van de Algemene Rekenkamer, die de politiek zowel na een evaluatie van het vervangingsproces in mei 2013 als in september 2013 adviseerde om een keuze te maken, onze krijgsmacht niet te lang in onzekerheid te laten en verantwoordelijkheid te nemen. Daarmee werden de regering en Tweede Kamer hogelijk aangesproken. Die keuze is gemaakt onder Rutte II. Mijn partij staat daarvoor. Deze ontwikkelingen hebben we in de afgelopen jaren gevolgd en zullen we blijven volgen.
Ik wil eerst complimenten maken voor de rapportages van de Minister die door de jaren heen zijn verschenen. Ik wil hierbij de medewerkers van Defensie in alle vormen een compliment geven. De rapportages zijn verfijnder en duidelijker geworden. De Kamer heeft een overzicht gekregen waar zij mee kan werken op basis van de Regeling Grote Projecten. Ik ben Defensie daar zeer erkentelijk voor, want het maakt dat de controletaak van de Kamer zoals die hoort te zijn bij zo'n groot project wel degelijk verbeterd is, ook als het gaat om de auditdienst. Dit stelt ons in staat om een zeer complex project als dit te blijven volgen. Nogmaals dank daarvoor.
Ik begin met wat op pagina 11 van de rapportage onder het kopje Incidenten staat. We bespreken vandaag de zestiende voortgangsrapportage van 20 september dit jaar. Daarin staat dat bij testen met de schietstoel in de zomer van 2015 geconstateerd werd dat piloten die, inclusief de uitrusting, minder dan 62 kilogram wegen, bij lage snelheden een risico lopen op nekletsel. Men is ermee aan het werk gegaan en er is een oplossing gevonden. Ik citeer: «Voor de Nederlandse F-35-vliegers heeft de beperking geen gevolgen, aangezien zij allen zwaarder zijn dan de kritische ondergrens.» Dit lijkt een klein dingetje, maar ik kan me door de tijd heen zo voorstellen dat het wel degelijk van belang is. Wat betekent dit voor het aannamebeleid van Nederland? Ik heb niets met gender, maar ik denk wel aan de verschillen tussen vrouwen en mannen. Waar kijken we naar? Het mag wat lachwekkend overkomen, waar we hebben dit eerder gehad met jachtvliegtuigen. Ik zou de Minister dus willen vragen wat het betekent voor het aannamebeleid van onze piloten als blijkt dat dit wel degelijk een voorwaarde is om te kunnen en mogen vliegen in de F-35. Wat betekent dat voor andere toestellen?
De voorzitter:
Mevrouw Eijsink, het mag misschien niet helemaal verbazing wekken dat nu de heer Knops u graag een vraag wil stellen.
De heer Knops (CDA):
Ik heb eigenlijk twee vragen. Brengt mevrouw Eijsink bij dit debat de punten in de volgorde van belangrijkheid in? En is dit nu echt een groot probleem? We hebben het hier over de hekken van Eijsink en honderden miljoenen aan gaten, en mevrouw Eijsink begint nu over het gewicht van de piloot in de schietstoel. Ik vraag me dus af of er nog iets anders komt, of dat zij de punten aan de orde stelt in omgekeerde volgorde van belang. Dat kan natuurlijk ook.
Mevrouw Eijsink (PvdA):
Ik herken hierin de nieuwsgierigheid van de heer Knops, maar ik geloof dat ik hier 30 seconden aan besteed heb.
De voorzitter:
U bent wel drie minuten onderweg. Het betekent dat u nog vier minuten hebt. Daar zou de heer Knops op kunnen wachten.
De heer Knops (CDA):
Dit was niet echt een antwoord op mijn vraag. Misschien kan mevrouw Eijsink een iets serieuzere poging ondernemen om mijn vraag te beantwoorden.
Mevrouw Eijsink (PvdA):
Ik vind dat een minachtende opmerking naar het rapport toe. In het rapport over de voortgang van het F-35-programma staat deze opmerking nota bene op pagina 11. Het zou betekenen dat de heer Knops over wat op pagina 11 onder Incidenten staat, zegt: couldn't care less. Zo kan de heer Knops ertegenover staan, maar ik niet. Uit mijn ervaring van de afgelopen jaren kan ik verzekeren dat dit soort zaken niet onbelangrijk zijn. We hebben het eerder over helmen en andere zaken gehad. Het materieel van Defensie doet er zeer toe voor het aannamebeleid van personeel, in dit geval voor de F-35. We moeten niet over een aantal jaren lezen dat door het gewicht van vrouwen of mannen nu al bepaald zou zijn dat een categorie niet zou kunnen deelnemen. Ik heb beelden van piloten van de F-16 voor me. Ik heb zelf een keer mogen meevliegen. Ik kan niet inschatten of de persoon met wie ik mocht vliegen – dat was geweldig – echt boven de 62 kilo was. Zo'n maatregel heeft gewoon gevolgen voor de huidige batch en crew van de F-16 in de transitie naar de F-35. Dit lijkt me dus wel passen in de categorie belangrijke vragen. Als de heer Knops mij de gelegenheid geeft om mijn vragen verder te prioriteren, zal hij zien dat er nog wel een paar komen.
De voorzitter:
De heer Knops en ik zullen dat doen. U hebt er nog vier minuten de tijd voor.
Mevrouw Eijsink (PvdA):
Heel belangrijk zijn de auditrapportages. Ik sluit me aan bij de opmerking van de heer Knops daarover. Ik herhaal die niet, omdat het auditrapport vorige keer al aan de orde geweest is. Maar de opmerking over de audit staat er natuurlijk nog steeds. Ik sluit mij daar graag bij aan.
Dan ga ik naar Canada en de block buy. Ik heb dat de afgelopen dagen besproken met een aantal collega's.
De voorzitter:
Voordat u aan dit nieuwe blokje begint, heeft de heer Knops nog een aanvullende vraag.
De heer Knops (CDA):
Het ging net even heel snel van het gewicht tot voorbij het auditrapport. In het auditrapport staat op pagina 15 – ik heb dat in mijn inbreng ook aangegeven – dat onder andere de politieke afspraken en de financiële inkadering als problemen worden geduid. Laat dat nu net iets zijn waar mevrouw Eijsink zelf een heel belangrijke rol in heeft gespeeld. Hoe beoordeelt mevrouw Eijsink de kritiek van de auditdienst op feitelijk haar eigen handelen?
Mevrouw Eijsink (PvdA):
De heer Knops verpakt het weer met een strik eromheen. Ik controleer de regering in dezen. Deze opmerkingen heb ik al gemaakt in november 2013. Ik zie nu zelfs knikkende gezichten aan de overkant. Ik kan de heer Knops de teksten laten zien. De beperkingen en de mogelijkheden zijn altijd een heet hangijzer geweest. Ik verwijs in dit verband maar even naar een boek over de F-35. Die punten blijven natuurlijk een zorg.
De heer Knops (CDA):
Dit is toch een beetje vreemd. Mevrouw Eijsink stelt zich aan de ene kant op als iemand die verantwoordelijk is voor het besluit om de F-35 aan te schaffen. Daarmee doet zij de geschiedenis enig geweld aan, maar goed, ik zal hier niet in herhaling vervallen. Zij was daarbij betrokken. Nu is de auditdienst buitengewoon kritisch op de Kamer en dus op degenen die het hek geplaatst hebben, de kabels getrokken hebben of wat dan ook. Maar nu wil mevrouw Eijsink daar aan de andere kant niet op reageren. Dat vind ik heel vreemd, want dit je kunt niet als een toeschouwer bezien. Dit moet je echt bekijken vanuit de kritiek van de Rekenkamer, ook op het functioneren van de politieke afspraken en de financiële inkadering. Die zijn keihard door mevrouw Eijsink in dit debat en een aantal eerdere debatten ingebracht.
Mevrouw Eijsink (PvdA):
De heer Knops is natuurlijk heel erg aan het zoeken naar zaken die de afgelopen jaren al gerepeteerd zijn en nota bene in november 2013 aan de orde zijn geweest. Natuurlijk zijn er kaders. Het zou vreemd zijn om die kaders niet te hebben. Of het nou hekken zijn of eisen, wij kunnen elkaar daar de maat op nemen. Het besluit is genomen binnen de mogelijkheden van het bedrag en de financiën die wij op dat moment beschikbaar hadden. Ik ben altijd de eerste geweest die hier de auditrapporten en de Rekenkamerrapporten heeft opgevraagd. Als de heer Knops nu tegen mij zegt dat ik dat niet serieus zou nemen, lijkt me dat nogal aan de magere kant. Dat zijn mijn woorden, zeg ik er meteen bij. Als de heer Knops zegt dat ik geen verantwoordelijkheid zou nemen voor wat er staat, is dat ook verkeerd geadresseerd, want de afgelopen jaren heb ik dat hier bij herhaling neergelegd. Dat blijft een spanningsveld.
De dollarkoers is op dit moment niet erg in ons voordeel, maar iedereen weet ook dat dat weer kan veranderen. Wij weten niet wat de stukprijs is. Ik heb verschillende mensen de stukprijs, kaal of niet, horen benoemen. De ene keer zou het 100 miljoen zijn, de andere keer 89 miljoen. Wij zitten nu op 85 miljoen, zeg ik uit mijn hoofd, maar dit staat op pagina 53 van het rapport. Dat is de kale stukprijs. Die is niet inclusief btw. Ik weet het net zo min als anderen die de cijfers hebben, maar het blijft een spagaat. De loon-prijsbijstelling onderschrijf ik even. Dat is niets nieuws, dus die verantwoordelijkheid neem ik gewoon. De controletaak is aan de Kamer. De heer Knops maakt graag het verschil tussen de regering en de Kamer, maar ik controleer en ik zal dat blijven doen.
De voorzitter:
Oké. U vervolgt uw betoog.
Mevrouw Eijsink (PvdA):
Dan kom ik op de partnerlanden, specifiek op Canada. Ik was de afgelopen dagen met een aantal collega's, onder wie de voorzitter, in de Verenigde Staten. Uiteraard hebben wij iets meegekregen over America First. Dit heeft ook betekenis voor de orders en de aankopen. Ik vraag de Minister hoe wij in dat verband handelen. Er is nog weinig bekend. Wij hebben proberen na te vragen – althans ik en de collega's waarschijnlijk ook – hoe Lockheed Martin en het Pentagon hierin zitten. Als de president elect zegt dat hij de Buy American Act maar eens even zou moeten gaan doorvoeren, wat voor gevolgen zou dat dan hebben? Dat is koffiedik kijken, maar wel iets om in de gaten te houden.
Bij de onderhoudscontracten en andere contracten moet er wat mij betreft echt een tandje bij. Ook hoor ik te veel geluiden over de samenwerking van Defensie en EZ. Wie is er nou eigenlijk de owner? Wie is eigenlijk verantwoordelijk? Wie zegt nu: dit moet gebeuren? Wie zit er in de driver's seat? Wij hebben een speciaal vertegenwoordiger. Ik heb uiteraard gelezen wat in dit rapport en in het vorige rapport staat. Het is een herhaling. Ik zie de grote stappen die echt gezet moeten worden nog niet. Ja, er is veel gebeurd. Ook ik ben uiteraard heel blij met het PTMS-onderhoudscontract voor Aeronamic in Almelo en de honderden banen die daaruit voortkomen. Dat is uiteraard van groot belang. Ik ben er zelf geweest en heb gezien dat de mensen daar erg blij mee zijn. Maar bij de 9 miljard die daaruit voortkomt, hebben wij het over een periode tot 2045. Het is niet zo: wie dan leeft, wie dan zorgt. Het is nu zo: wie controleert, is nu verantwoordelijk. Ik vraag de Minister om daarop te reageren.
In Canada heeft men tijdelijk voor de F-18 gekozen. Canada zit nog steeds bij de betaling. Dat heb ik de afgelopen dagen ook nog nagevraagd. De Canadezen nemen de volle verantwoordelijkheid voor het besluit dat tot op heden genomen is. Het zal daar waarschijnlijk ook zijn: niet aanpakken maar doorschuiven. Trudeau zal het waarschijnlijk doen zoals Rutte I het deed. Trudeau zal waarschijnlijk zeggen: de volgende regering moet het doen. Althans, zo heb ik het gehoord van mijn collega's. Maar dit heeft wel gevolgen. Wat betekent dit voor de partnerlanden?
Nu ga ik even in op onze eigen werkgelegenheid. Ik kom dan op Uden en de uitvoering van de aanleg van de geluidsmeetnetten. Uden en Leeuwarden hebben de volle verantwoordelijkheid genomen. Zij hebben de afgelopen jaren ongelooflijk goed meegewerkt aan alle verzoeken over geluid die gedaan zijn. Ik geef een compliment aan allen die daarbij betrokken geweest zijn. Ik ben blij met de instelling en de instandhouding van de stuurgroep uitvoering motie geluidsmeetnetten. Je hebt de lusten en de lasten. Uden heeft wel de lasten, maar nog niet de lusten. Leeuwarden heeft werkgelegenheid gekregen evenals de spin-off en alles wat daarbij hoort. Burgemeester Hellegers van Uden heeft al vele keren verzoeken gedaan, want Uden en de bevolking nemen de lasten van de geluidsmeetnetten, maar de economische effecten zijn nog te weinig inzichtelijk. De economische effecten zijn vooralsnog alleen maar gericht op Woensdrecht. Er komt in januari volgend jaar een regiegroep of een stuurgroep, maar het moet duidelijker worden voor de bevolking van Uden. Op dit moment is er nog volledig draagvlak. Ik zeg dat wederom als compliment voor velen, want het draagvlak is er volledig. Maar dat betekent niet dat dat blijft. Ik zou graag wijzen op de economische effecten.
Dan kom ik op de instelling van de stuurgroep uitvoering motie geluidsmeetnetten. Ik heb een praktische vraag over artikel 2: samenstelling, benoeming en ontslag. Onder punt 4 staat dat «de voorzitter en overige leden kunnen worden geschorst en ontslagen door de Minister van Defensie». Dat kan weer een klein dingetje lijken voor sommigen, maar het is niet onbelangrijk, want onder punt 2 staan de bewoners die de Commissie Overleg en Voorlichting Milieuhygiëne (COVM) vertegenwoordigen. Nu weet ik dat de COVM onder de Minister valt, maar als er onder de bewoners vertegenwoordigers zijn en ik onder punt 4 lees dat de Minister van Defensie de leden kan schorsen of ontslaan, lijkt mij dat vreemd. Graag krijg ik hier een reactie op.
Verder ben ik zeer content met de instelling van de stuurgroep voor de lange termijn. Bovendien geef ik de complimenten voor de door Kamer zeer gevraagde toevoeging van een adviseur, de heer Den Drijver.
Ik heb nog een laatste opmerking over de conclusie van de belevingsvluchten. Het rapport Geluidsbeleving F-35 ten opzichte van F-16 kregen wij afgelopen dinsdag toegestuurd. Daarin staat: «De resultaten en conclusies uit dit onderzoek zijn gebaseerd op een relatief klein aantal metingen en waarnemingen. Daarom kunnen deze resultaten en conclusies de resultaten van een grotere studie overschatten, onderschatten of redelijk weerspiegelen. Daarom moeten de resultaten en conclusies uit dit rapport voorzichtig worden geïnterpreteerd en niet worden gebruikt als afspiegeling van de beleving op lange termijn en de jaarlijkse geluidsbelasting.» Dit betreft belevingsvluchten. De omwonenden hebben in het verleden – ik was zelf bij de metingen – hogere geluidsniveaus gemeten. Is het mogelijk dat er in de toekomst hogere geluidsniveaus zullen worden gemeten? Dat is namelijk uit eerdere metingen voortgekomen. Hoe verhoudt dit zich dit in feite tot de metingen op Edwards Air Force Base? Dat zijn ook belevingsvluchten geweest. Mag ik ervan uitgaan dat het geluidsmeetnet er gewoon zal komen? Ik kom hier in de tweede termijn op terug, want ik moet nu afsluiten.
De voorzitter:
Er is nog een vraag van de heer Jasper van Dijk die wij ondertussen ook welkom heten in deze commissie.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Met uw toestemming, voorzitter, ga ik even terug naar de inleiding van mevrouw Eijsink. Ik wilde even het betoog afwachten om te horen wat er verder nog zou komen. In de inleiding vermeldde mevrouw Eijsink vol trots dat het kabinet-Rutte II de verantwoordelijkheid heeft genomen voor de aanschaf van de JSF. Ik vind die trots opmerkelijk, want volgens mij was de Partij van de Arbeid altijd tegen de JSF. In een vorig kabinet hebben we er nog samen tegen gestreden. Maar goed, dat is de keuze van mevrouw Eijsink. In de rest van het betoog van mevrouw Eijsink heb ik weinig gehoord over de enorme problemen waar het toestel mee kampt. Daar kan de SP wel van alles over zeggen, maar laat ik een meer neutrale bron nemen: de heer Johan Boeder. Hij is misschien wel de grootste kenner van de JSF in Nederland. Hij heeft een mail naar ons allemaal gestuurd. Zijn conclusie is dat de JSF een ramp is voor de belastingbetaler en voor de mensen bij Defensie, omdat het toestel alle speelruimte wegneemt voor andere nuttige zaken bij Defensie. Waarom zegt mevrouw Eijsink daar niets over?
Mevrouw Eijsink (PvdA):
Veel dank aan de heer Van Dijk dat hij mij nog even de gelegenheid geeft om hier iets over te zeggen. Ten eerste geloof ik dat ik het zelf was die per ommegaande de Minister vroeg om te reageren op een aantal zaken.
De voorzitter:
Wacht u heel even, want dit is de lange bel.
Mevrouw Eijsink (PvdA):
Zoals de heer Knops weet, neem ik de experts die ons benaderen zeer serieus; de heer Boeder zeker. Door de jaren heen was ik degene die de commissie voorstelde om op basis van zijn inbreng nog een aantal .... Sorry, zei ik de heer Knops? Excuses.
De voorzitter:
Nee, de discussie tussen u en de heer Knops hebben wij nu wel gehad. Nu naar de heer Van Dijk.
Mevrouw Eijsink (PvdA):
Wilt u dat gewoon even aan mij laten, voorzitter? Ik heb al vaker gezegd dat de heer Boeder een expert is die mij zeer aan het hart ligt. Ik doel dan op de inhoud. Ik heb die vraag per ommegaande, met instemming van de commissie, aan de Minister laten stellen. De heer Van Dijk was – als ik het mij goed herinner; en dit is geen flauwe opmerking – niet bij de inleiding van de heer Knops aanwezig. Ik heb verwezen naar een aantal opmerkingen van de heer Knops over het auditrapport die hier ook op terugslaan. Ik zeg dit gemakshalve, want zeven minuten lijkt heel veel spreektijd, maar in mijn geval is dat toch weer te kort. Mijnheer Van Dijk, u geeft mij nog even de gelegenheid om inderdaad te zeggen dat het softwarerapport over ALIS, het onderhoudssysteem, nog aanleiding is tot veel zorgen. Want in feite is het fair enough om te zeggen dat de software van ALIS het nieuwste is in het grote geheel van de F-35. Het gaat niet alleen om wat we zien. De software moet het gemakkelijk maken. Ik kan terugverwijzen naar het rapport van de Minister. Het is fair enough om te zeggen – dat compliment heeft de heer Van Dijk wel meegekregen – dat op pagina 52 het hoofdstuk Risico's begint. Daar staan enkele zaken zeer goed beschreven door de Minister zelf. Het is dus niet dat ik daar niet kritisch op ben. Ik heb er zojuist zelfs naar verwezen, geloof ik. Ik denk daarbij ook aan de block buy op pagina 53. De vragen die gesteld moeten worden, zullen door ons gesteld worden, maar wel binnen de tijd die de voorzitter mij geeft.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Mevrouw Eijsink verwarde mij even met de heer Knops. Dat begrijp ik heel goed als het gaat over het AOW-gat, want dan zijn wij twee handen op één buik. Als het gaat om de JSF is het net even iets anders. Maar dat is niet erg. Mevrouw Eijsink heeft alle recht om in haar spreektijd de JSF te bejubelen en daar enthousiast over te zijn. Dat mag. Maar hoe kijkt zij dan naar twee heel belangrijke landen in dit project, namelijk Canada en de Verenigde Staten? Daar worden grote vragen gesteld. Canada is er de facto mee gestopt. Laten wij daar eerlijk over zijn. Natuurlijk zeggen ze pro forma nog dat ze doorgaan, maar ze zijn er gewoon mee gestopt. Die mijnheer Trudeau is ook niet de eerste de beste. En als je leest wat politici in de Verenigde Staten allemaal zeggen, is dat ook niet mis. Is dat geen reden voor mevrouw Eijsink om zich ook een beetje achter haar oren te krabben en zich af te vragen of ze wel zo enthousiast moet blijven over dit zeer omstreden toestel? Heeft zij twijfels? Vraagt zij zich ook af of het allemaal wel zo goed gaat?
Mevrouw Eijsink (PvdA):
Enthousiasme en twijfels kunnen in het leven best samengaan. Ik wil mij best wel achter mijn oren krabben, maar niet in dit verband. Canada voldoet op dit moment aan alle verplichtingen. Ik heb de afgelopen dagen met verschillende Canadese delegatieleden gesproken, waarbij ik vragen heb gesteld en alle informatie heb gekregen die ik nodig heb. Of die informatie nu van de ene of van de andere partij komt, Canada realiseert zich zeker dat uitstappen uit het JSF-project een enorme schadepost kan opleveren. De huidige president pakt niet aan, maar schuift door. Wat de heer Van Dijk zegt, bestaat in ieder geval niet op basis van wat er nu op papier staat. Canada is niet uit dit project gestapt. Onlangs heeft het nog zo'n 38 miljoen betaald voor de ontwikkelingsfase. Dat staat gewoon op papier en is gewoon te checken, ook door de heer Van Dijk.
De VS hebben in deze tijd het aantal te leveren toestellen verminderd met 32 toestellen. Dat is niets nieuws, het staat gewoon in de stukken. Gilmore blijft terecht kritisch. Onze Rekenkamer moet eenzelfde taak vervullen. Dat is alleen maar goed. Mijn partij is enthousiast en kritisch. Gelet op de bedreigingen in de wereld moet je keuzes maken. Het was onze eigen Rekenkamer, onze eigen mevrouw Stuiveling, die toentertijd tegen de Kamer zei: er zal een keuze gemaakt moeten worden. Die verantwoordelijkheid heeft mijn partij genomen. Daar mag van alles over worden gezegd, maar politiek is ook verantwoordelijkheid nemen voor de keuzes die gemaakt moeten worden op basis van wat gaande is in de wereld. Kan ik daar trots op zijn? Ja, daar wil ik best trots op zijn. Dat is een verantwoordelijkheid die je op je neemt. Enthousiasme, twijfel en goede controle gaan – dat kan ik na jaren gerust zeggen – hand in hand.
De voorzitter:
De Minister heeft behoefte aan een korte schorsing.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
De voorzitter:
Ik geef het woord aan de fractie van D66 in de persoon van mevrouw Belhaj.
Mevrouw Belhaj (D66):
Voorzitter. Mijn collega's hebben een aantal opmerkingen gemaakt en ik zal soortgelijke opmerkingen maken en vragen stellen.
D66 was tegen de aanschaf van de F-35 en is nog steeds enorm kritisch. Het is nog steeds onduidelijk wat het toestel precies kost en wat de onderhoudskosten zijn. Het is nog steeds onduidelijk of het toestel kan voldoen aan de verwachtingen wat betreft de prestaties. Wij weten ook nog steeds niet of het bedrijfsleven wel profiteert. Kortom: het is een aanschaf ter waarde van ongeveer 5 miljard euro waaraan heel veel risico's verbonden zijn.
Ik begin met het budget. De aanschaf van de 37 toestellen gaat een slordige 5 miljard euro kosten, tenminste als de dollar-eurokoers een beetje gunstig is, want op dit moment zitten we inderdaad met een gat van ongeveer 600 miljoen euro. Als je even snel rekent, is dat ongeveer even veel als acht toestellen. Dat vinden wij nogal wat. Daarom vroeg ik het kabinet eerder om met scenario's te werken, zodat je kunt anticiperen op die ontwikkelingen en schommelingen in de dollarkoers, maar dat wil de Minister niet. Daar komt nog bij dat in de voortgangsrapportage in het hoofdstuk over de risico's staat dat op maar liefst acht verschillende aspecten het risico is toegenomen. Dat heeft allemaal te maken met de kosten van infrastructuur, opleidingen, reparaties, ICT enzovoorts. Hoe gaat de Minister dit oplossen? Waarom erkent zij niet de meerwaarde van dergelijke scenario's, als wij aan alles zien dat de kosten blijven toenemen?
Canada heeft aangekondigd een nieuwe kandidatenvergelijking te doen, zoals de Minister beschrijft in haar brief. Dit kan uiteindelijk negatieve consequenties hebben voor de stukprijs. De Canadezen zeggen op dit moment dat ze partnerland blijven en dat zij hun bijdrage aan de ontwikkeling voorlopig blijven leveren. De daadwerkelijke aanschaf is echter een jaar verschoven. Canada behoudt zich dus het recht voor om alsnog niet over te gaan tot de aanschaf. Daarover wil ik volstrekte helderheid hebben. Ik begrijp dat mevrouw Eijsink veel mensen heeft gesproken, maar het lijkt mij goed om er meer helderheid over te verkrijgen in plaats van dat hier twee verschillende waarheden bestaan over wat de Canadezen gaan doen. Ik hecht dan waarde aan de brief van de Minister.
De Minister wil een block buy gaan doen, zodat wij uiteindelijk goedkoper uit zijn. In een keer worden achttien toestellen aangeschaft, of wellicht niet, maar dan kan de Minister dat aangeven. Wat D66 betreft, klinkt dat heel verstandig. Wij kunnen helaas niet plenair of hier in het openbaar over de financiële informatie debatteren, want die informatie is vertrouwelijk en ik begrijp dat. Maar als de dollarkoers op het moment van de block buy ongunstig is, dan is het eigenlijk helemaal niet zo verstandig. Dan ben je op de langere termijn misschien wel duurder uit. Kan de Minister hierop reageren?
Ik kom bij de ontwikkeling van het toestel en de prestaties. De problemen met de software, waaraan ook de heer Vuijk refereerde, zijn onderhand chronisch. Het wordt echt de achilleshiel van het toestel. Wij vinden dat zeer zorgelijk, zeker voor een toestel dat juist zo afhankelijk is van deze informatievoorziening. Kan de Minister hier mondeling op reageren?
Dan kom ik bij het geluid van het toestel. Het is goed dat er een stuurgroep is ingesteld voor geluidsmeetnetten. De Minister meldde afgelopen dinsdag zelfs trots op haar website dat het geluidsverschil tussen de F-16 en de F-35 minimaal is. Die conclusie klopt, met de kanttekening dat het rapport van het NLR aangeeft dat omwonenden het geluid van de JSF wel wat harder vonden overkomen en dat het als meer trillend werd ervaren. Bovendien is het een momentopname. Het is dus goed dat er permanente geluidsmeetnetten komen. Mijn fractie zal de uitkomsten van die metingen blijven volgen.
Tot slot. De heer Knops refereerde al aan de opmerkingen van de Auditdienst Rijk. De ADR kijkt mee bij het project van de aanschaf van de JSF. Dat is nuttig, want ook dit keer heeft de ADR een aantal interessante punten. Mijn aandacht werd dit keer vooral getrokken door de opmerkingen over de complexiteit van de financiële administratie. Ik had hetzelfde citaat, dus dat hoef ik niet te herhalen. De strekking ervan is dat het wel heel moeilijk wordt om die financiële overzichten te lezen, laat staan te volgen. Dat moet je toch niet willen. Je moet je als regering gewoon helder en transparant verantwoorden. Alleen dan kun je het vertrouwen vergroten. Mijn vraag is dan ook of de Minister daarop kan ingaan en of zij bereid is om in overleg te treden met de ADR over hoe die financiële informatievoorziening beter, transparanter en duidelijker kan.
De heer Houwers (Houwers):
Voorzitter. Laat ik eens positief beginnen en de Minister een compliment maken voor het instellen van de Stuurgroep geluidsmeetnetten, mede op initiatief van mevrouw Eijsink. Ik denk dat dat een goede zaak is. Ik hoop dat dat het uiteindelijk zal meevallen voor de bewoners. Ik hoop dat temeer, omdat er in andere situaties testen zijn gedaan waarvan later bleek dat ze toch niet helemaal de werkelijkheid weergaven. Ik hoop, verwacht en denk dat dat hier niet zo zal zijn, maar ik hoef alleen maar de sjoemeldiesels in herinnering te roepen. Dan denk je: wat gaat er gebeuren? We gaan ervan uit dat het hier niet zo is, maar het is goed dat het gevolgd en getest kan worden.
Een aantal sprekers voor mij heeft al een aantal dingen aangeraakt. Ik heb alleen nog een aantal vragen. Ik noem ze kort, want dat lijkt mij het meest praktisch.
De Minister heeft het over Woensdrecht en vergunningen die daar wellicht tot vertraging leiden. Wat is eigenlijk de bottleneck waardoor dat onderhoudsprogramma, de motoronderhoudsfaciliteit Woensdrecht, later dan het vierde kwartaal van 2019 gereed kan zijn? Dat lijkt nog heel ver weg, maar helaas hebben we in dit land ellenlange procedures voor vergunningen. Is dat ook hier het probleem of zijn we niet op tijd begonnen? Kan de Minister er wat meer duidelijkheid over geven?
Ik heb een artikel gelezen over samenwerking met Noorwegen, waarbij een bedrag van 11,4 miljoen dollar wordt genoemd. Uit welk budget komt dat precies en wat zijn de voordelen daarvan? Zijn er meer van dit soort deelsamenwerkingen waarover we wellicht nog wat nadere informatie kunnen krijgen?
Ik kom bij het belangrijkste punt, de financiën. Anderen hebben er ook al over gesproken. Het gat in de financiën is reuzegroot. Vindt de Minister het nu echt verantwoord om een vrijval van de risicoreservering bij dit soort grote risico's in te zetten voor valutaschommelingen? Collega's hebben ook andere risico's genoemd, zoals de index die niet in de pas loopt. Kortom, er zijn nog vele problemen. Het lijkt er steeds meer op dat we niet kijken naar de behoefte van Defensie, maar naar onze portemonnee om te zien hoeveel vliegtuigen we kunnen kopen. Dat zou ertoe kunnen leiden dat we zo meteen een leuk aantal vliegtuigen hebben, maar er eigenlijk te weinig mee kunnen. Dat zal niet de bedoeling van de Minister en in ieder geval niet die van ons zijn. Op enig moment zul je daar toch met elkaar iets mee moeten doen.
Ik weet niet of Canada nu echt uit de samenwerking stapt; dat durf ik niet te zeggen. Mevrouw Eijsink is daar wat positiever over. In ieder geval maken de Canadezen wel een pas op de plaats. Zij nemen nu achttien toestellen van een ander type en, hoe bijzonder, wij kopen er precies achttien in een block buy. Het zal vast toeval zijn dat dat aantal hetzelfde is. Ik ben benieuwd of er een relatie is of dat het toevallig twee gelijke getallen zijn.
Ik heb een paar vragen over de block buy. Ik begrijp dat er niet kan worden gesproken over vertrouwelijke stukken. Dat zal de Minister ook niet doen. De kernvraag is wel welke zekerheid wij nu hebben als wij dingen naar voren halen. Hoe groot is de kans dat we uiteindelijk min of meer alleen staan en dat wij een heel aantal vliegtuigen hebben? Wat zijn de extra kosten? De dollarkoers is nu inderdaad helemaal niet zo gunstig. Dan moeten de voordelen wel immens zijn, wil je dit op deze manier doen en dit allemaal op je bordje laden.
Dat geldt temeer tegen de achtergrond van de uitspraken van de president elect, die tot nu toe nog geen positief woord over de F-35 heeft gezegd. Hij heeft alleen maar gezegd dat die te duur is en dat die ouderwets is of in ieder geval niet kan wat andere toestellen kunnen. Kortom, Trump is alleen maar negatief over de F-35. Wat zijn de verwachtingen van de Minister? Ik vraag dit temeer, aangezien de leiding van het testteam blijkbaar een intern memo heeft opgesteld met allerlei bedenkingen tegen de F-35. Ik verwijs naar het artikel van gisteren. Kan de Minister ons haar appreciatie geven van dat interne memo? Wat moeten we daarmee? Is het echt allemaal onzin of hebben die mensen er toch verstand van? Kortom, hoe moeten we dat zien?
De voorzitter:
Tot slot van deze eerste termijn van de zijde van de Kamer gaan we naar de heer Jasper van Dijk van de SP.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Voorzitter. Ik sluit mij volledig aan bij de laatste vraag van de heer Houwers. Ik ben ook benieuwd naar de reactie op dat memo en dat artikel van gisteren waarnaar hij verwees.
In verband met de enorme technische problemen met de JSF komt de reeds genoemde heer Boeder tot de volgende vraag: als ik een auto koop en er staat dat hij 130 km/u kan rijden en 1 op 15 verbruikt, dan is het nogal een domper als later blijkt dat de snelheid 110 km/u is en het verbruik 1 op 10; dan ga ik toch terug naar de dealer. Ik parafraseer hem even, maar hij komt op deze vergelijking vanwege de problemen met de JSF. Zijn conclusie is dat de JSF een ramp voor Nederland is. Ik vraag een reactie van de Minister op de brief die hij op 23 november naar de commissie heeft gestuurd. Ik kijk even naar de voorzitter. Is die ook naar de Minister gegaan? Dat weet ik niet, maar hij heeft op 23 november een brief naar de commissie gestuurd. Anders overhandig ik die graag aan de Minister.
De voorzitter:
De brief is alleen bij de commissie binnengekomen en ook aan ons gestuurd.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Oké, dan overhandig ik de brief straks graag aan de Minister.
Mevrouw Eijsink (PvdA):
Op basis van deze brief en de bijgesloten rapporten heb ik de commissie een verzoek gedaan. In die zin is er wel degelijk iets mee gedaan en heeft de Minister daarop gereageerd, ook met een brief die we vandaag behandelen. Het is doorgestuurd op verzoek van mij, met ondersteuning van de heer Van Dijk, met de rapporten die bijgesloten waren.
De voorzitter:
Het is gezamenlijk aangeboden, dus die correctie van mevrouw Eijsink is juist.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Als we mevrouw Eijsink niet hadden...
De voorzitter:
Dat zou ik ook niet weten.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Dan ben ik nog meer benieuwd. De Minister is dan volledig op de hoogte en kan straks een goed gefundeerd antwoord geven.
De wisselkoers is al voorbijgekomen. Door de hogere dollarkoers zal het toestel nu 700 miljoen meer kosten, wat zal leiden tot een flinke budgetoverschrijding. Volgens het zogenaamde hekwerk van de Partij van de Arbeid destijds zou het toestel niet meer dan 4,5 miljard mogen kosten. Daar zit je nu een flink stuk boven. Hoe lost de Minister dat op? Hoe voorkomt zij dat er op andere krijgsmachtdelen wordt ingeteerd? Gaat zij de zogenaamde risicoreservering daarvoor gebruiken? Mag dat wel? Is er niet afgesproken dat die risicoreservering niet gebruikt mag worden voor het opvangen van valutaschommelingen? Graag krijg ik een reactie.
In Canada is de aanschaf van de JSF op de lange termijn geschoven. Welke gevolgen heeft dit voor de prijs en de kosten van de JSF voor de landen die nog wel deelnemen aan het JSF-programma? Ik vraag de Minister om een goed antwoord te geven op de vraag waarom volgens haar Canada dit besluit heeft genomen. Welke motieven heeft Canada volgens deze Minister? Heeft zij contact gehad met de Canadese regering? Dit is niet zomaar een besluit. Wat weten zij wat wij niet weten dat zij tot zo'n besluit overgaan? Graag krijg ik een reactie.
Klopt het dat de Amerikanen zelf ook minder vliegtuigen gaan afnemen? Wij lezen op Amerikaanse websites, onder andere breakingdefense.com, dat de Amerikaanse regering in de defensiebegroting een korting heeft opgenomen van bijna 620 miljoen dollar. Daarmee neemt zij vijf stuks minder af in 2017. Wat betekent dit voor de prijs van één toestel? Als 620 miljoen dollar vijf toestellen minder betekent, klopt het dan dat een toestel ongeveer 138 miljoen dollar kost? Graag krijg ik een reactie.
Wat zegt deze reductie over een toekomstige Amerikaanse aanschaf? Kijk naar het Congres, dat beheerst wordt door Republikeinen zoals John McCain, die spreekt over minder vliegtuigen. Kijk ook naar de verkozen president Trump, die nog niet veel positiefs heeft gezegd over de JSF. Ik kan het niet mooier maken, maar wat hij over het toestel heeft gezegd, lijkt verdacht veel op het standpunt van de SP. De man doet niet alles verkeerd. Kan de Minister daar al iets over vertellen?
Mevrouw Eijsink (PvdA):
Als de president elect de maat wordt voor alles: ik heb hem nog niets positiefs horen zeggen, zelfs niet over de veteranen. Zou de heer Van Dijk dat willen meenemen? Kritisch zijn op iets is één ding, maar ik heb niet de indruk dat de president elect überhaupt iets met de krijgsmacht heeft.
De voorzitter:
Wij gaan dit debat niet gebruiken voor een uitgebreid debat over de aanstaande Amerikaanse president of over veteranenbeleid. Ik kan alle opmerkingen thuisbrengen, maar laten we wel proberen om bij het onderwerp, de F-35, te blijven.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Dat snap ik volledig. Desalniettemin is het natuurlijk een relevante vraag of de Nederlandse regering al bij de nieuwe Amerikaanse president heeft verkend – er worden ongetwijfeld telefoontjes gepleegd en diplomatieke relaties aangegaan – hoe het nou zit met het dossier JSF.
Overigens is het opvallend dat bijvoorbeeld in de brieven van John McCain nog steeds het woord JSF wordt gebruikt. De regering spreekt alleen nog maar over de F-35, maar John McCain over de JSF. Ik zou zeggen: houd dat vast. De heer Knops gaat er een motie over maken. Hartstikke goed!
In reactie op het nieuws vanuit Amerika en met name over het memo van de heer Gilmore, zegt de Minister: Nederland komt daar wel uit, we hoeven ons geen zorgen te maken. Ik vat het even in mijn woorden samen. Dat memo is echter zeer verontrustend: vertragingen, testmomenten uitgesteld, testen incompleet, testen onvoldoende, vooruitgang onvoldoende. Kan de Minister wel zo makkelijk achteroverleunen?
Ik sluit af met een aantal vragen. Wat vindt de Minister ervan dat de ontwikkelingsfases te vroeg worden afgesloten? Wat vindt zij ervan dat beloofde oorspronkelijke capaciteiten niet conform de specificaties gereed zijn? Wat vindt de Minister van opmerkingen dat de resultaten dus niet compleet zijn en de vliegtuigen nog niet volledig gevechtsklaar zijn? Is het juist dat Lockheed Martin als producent testen doorschuift naar de luchtmacht als consument? Hoe groot is nu de achterstand van fysieke testen van het vliegtuig? Klopt het dat deze 75% is? Is het na het lezen van alle tekortkomingen niet belangrijk om een plan B te maken waarin de JSF later wordt ingevoerd, waarbij dus langer wordt doorgevlogen met de F-16?
De vragen gingen heel snel. Ik hoop dat de ondersteuning dat mee heeft kunnen schrijven; anders wil ik ook die wel overhandigen. Mijn conclusie is dat deze vliegende Fyra omringd blijft door vele onzekerheden. Ik wacht met spanning de reactie van de Minister af.
De voorzitter:
Hiermee komt een einde aan de eerste termijn van de zijde van de Kamer.
De vergadering wordt van 10.40 uur tot 10.47 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik geef de Minister van Defensie het woord voor de eerste termijn van de zijde van de regering.
Minister Hennis-Plasschaert:
Voorzitter. Dit is een bijzonder AO, want er is enorm veel gezegd en geschreven over de F-35. De heer Van Dijk spreekt liever over de JSF. Het is mij echt om het even, want het gaat om hetzelfde toestel. Ik ben nog altijd blij met het besluit dat wij hebben genomen, omdat de F-16 hoe dan ook op een gegeven moment aan het einde van zijn economische, technische en operationele levensduur komt. Wil je doorvliegen, dan is dat bepaald niet gratis. Wij zien nu al dat de onderhoudskosten van de F-16 heel hoog zijn. Langer doorvliegen met de F-16 klinkt lekker, maar wij vliegen al een tijdje langer door met de F-16. Op een gegeven moment moet die worden vervangen.
Luisterend naar de heer Van Dijk en de heer Van Roon, dacht ik: hoe had u het dan gewenst? Het luchtruim moet bewaakt worden. Collega's van de heren Van Dijk en De Roon hebben opgemerkt dat luchtoverwicht van belang is bij ieder militair optreden. Hoe had u het dan wel gewild en welke kist had u dan wel willen hebben? Er is gekozen voor de F-35. Het is een jachtvliegtuig dat in ontwikkeling is. Gedurende zo'n ontwikkelingsfase komen er allerlei momenten waarop je zegt: dit hadden we anders bedacht of dit moet worden aangepast. Dat hoort bij de ontwikkelingsfase van een wapensysteem.
De Kamer heeft een brief ontvangen over de ontwikkelingen in Canada. Waar ligt dat dan aan? Wij hebben bijna twaalf jaar gedebatteerd over de vervanging van de F-16. Ik kan niet anders dan constateren dat het onderwerp ook in Canada politiek gevoelig ligt. Ik denk wel dat het van leiderschap getuigt, als je op een gegeven moment een besluit neemt. Ook de Canadese luchtmacht zal uiteindelijk moeten meedoen met de rest binnen de NAVO in een coalition of the willing binnen de VN en over voldoende en geschikt materiaal moeten beschikken. Mevrouw Eijsink merkte terecht op Canada sinds 2002 partner is in het F-35-programma en dat tot op de dag van vandaag is. Canada heeft wederom aangekondigd een kandidatenevaluatie te willen houden. Trudeau heeft daaraan toegevoegd dat hij daar misschien wel vijf jaar voor nodig heeft. Dat verbaasde mij ook, want dat lijkt mij wat lang. Maar goed, ieder zijn eigen tijdpad en zijn eigen schema.
De heer Jasper van Dijk (SP):
De Minister stelt mij een vraag: hoe had u het dan gewild? De Minister geeft het antwoord: net als Canada. Natuurlijk zijn er allerlei besluiten genomen en wordt het een enorm gebeuren als je dat afstelt of anders wilt doen. Wat de SP betreft, had het echter nooit zo moeten gebeuren. Ook Canada heeft de moed om te zeggen: we willen niet verder die fuik in zwemmen, we gaan op zoek naar een alternatief. Dat is het antwoord op uw vraag.
De voorzitter:
Ik geloof dat het een retorische vraag was. Ik verzoek de Minister haar betoog te vervolgen.
Minister Hennis-Plasschaert:
Dat is op geen enkele manier een antwoord op mijn vraag, maar dat doet er nu verder niet toe. Na twaalf jaar debat, na verschillende kandidatenevaluaties en na een hoeveelheid van onderzoeken denk ik dat het hoog tijd was dat Nederland een besluit nam. Canada bevindt zich iets later in zo'n zelfde traject van onderzoeken, nadenken, debatteren en nog een keer debatteren. Ik wens de Canadezen daarbij heel veel succes. Zij zijn nog steeds partner in het F-35-programma. Maar nogmaals, het getuigt ook van leiderschap, als je na een hoeveelheid van jaren een knoop doorhakt over de vervanging van in ons geval de F-16. Het Joint Program Office (JPO) hield er rekening mee dat...
De heer Jasper van Dijk (SP):
De Minister mag het oneens zijn met mijn antwoord, maar zij mag niet zeggen dat het geen antwoord is op de vraag. Wij zijn het fundamenteel met elkaar oneens. Zij is enthousiast over de JSF, ik niet. Ik constateer dat een belangrijk partnerland, Canada, dezelfde keuze heeft gemaakt. De Minister vindt dat allemaal niet verstandig, maar zij doen het. Dus suggereer nu niet dat er geen alternatieven zijn, want die zijn er wel.
Minister Hennis-Plasschaert:
Zoals ik net zei, is Canada nog steeds partner in het F-35-programma. Dat zal het ook blijven, niet alleen op papier, maar ook financieel, want Canada draagt fors bij. Stel dat Canada alsnog afziet van de aanschaf van de F-35 of er minder aanschaft dan de eerder beoogde 65 toestellen, dan kan dat leiden tot een beperkte stijging van de stukprijs in de productiejaren waarin de toestellen waren en worden gepland. De Kamer weet net zo goed als ik dat de stukprijs in een productiejaar van een hoeveelheid van factoren afhankelijk is. Nogmaals, Canada heeft recht op eenzelfde proces als wij hebben doorlopen. Ik denk dat het goed is dat er een besluit wordt genomen. Uiteindelijk heeft een krijgsmacht, in het bijzonder onze Koninklijke Luchtmacht, daar recht op. Zij wordt wel geacht dag in, dag uit ons luchtruim te bewaken en elders in de wereld op te treden in een hoeveelheid van militaire operaties.
Ik kom bij de block buy. Er is gevraagd of ik wat meer in het openbaar zou kunnen zeggen over het beoogde voordeel. Dat is altijd lastig als je midden in onderhandelingen zit. Ik heb in een brief van 17 juni jongstleden gesteld dat het zou kunnen gaan om een besparing van tussen de 2% en 4%. In die commercieel-vertrouwelijke brief ben ik daar nader op ingegaan. Wij zijn natuurlijk bezig – niet alleen wij, maar ook het JPO en alle partnerlanden – te bekijken hoe wij die stukprijs verder kunnen laten dalen. De Kamer is bij herhaling daarover geïnformeerd. Als je kansen ziet om de stukprijs verder te laten dalen door middel van deelname aan de block buy, dan is het goed dat je dat ook doet. De block buy als zodanig is geen doel op zich. Het verlagen van de stukprijs is wel een doel op zich. Stel dat die onderhandelingen nergens toe leiden en dat het ons geen enkel voordeel oplevert, dan kan Nederland natuurlijk alsnog van die block buy afzien. Dat geldt ook voor de andere landen. Laten we dat hier heel helder afspreken. Mevrouw Eijsink zegt vaak dat een bepaalde regel geen doel op zich is, maar dat we moeten blijven kijken naar het effect daarvan. Dat is nu niet anders. We moeten daarover duidelijke taal spreken.
Er is een kostendaling vanwege de toegenomen ervaring, de welbekende learning curve. Daarnaast doet de Amerikaanse overheid investeringen om de productiekosten te laten dalen, de zogenoemde cost reduction initiatives. Ook zijn wij nu bezig met de block buy.
De heer De Roon ging even terug naar het moment dat de stukprijs nog 57 miljoen was. Hij heeft net als al zijn collega's kennis kunnen nemen van een hoeveelheid van voortgangsrapportages van de afgelopen jaren. Hij weet dus heel goed dat er in 2012 een herstructurering van het programma heeft plaatsgevonden en dat daar toen een reëlere prijs uit voortkwam. Wij moeten ook niet vergeten dat als je verwijst naar zo veel jaar geleden, je ook te maken hebt met het prijspeil van toen. Het is heel gemakkelijk om nu dat soort cijfers achter elkaar te zetten en te zeggen: ziet u wel, ik heb het altijd al gezegd. Als je nu eerlijk kijkt naar wat er de afgelopen jaren is gebeurd, dan zie je dat de kale stukprijs aan het dalen is.
Wij kampen nu met een andere dollarkoers dan toen wij een besluit namen over de aanschaf van de F-35. Dat is niet alleen een probleem voor de F-35, maar ook voor Defensie in brede zin. Wij hebben dat uitgebreid besproken tijdens de begrotingsbehandeling. Het project F-35 heeft natuurlijk de aandacht. Eerder hebben wij een enorm debat met elkaar gevoerd over een gunstige dollarkoers: stel dat je zo veel geld overhoudt, wat gaan we daar dan mee doen? Ik zei toen: dan gaan we meer kisten kopen. De Kamer zei toen: ja, maar niet zonder instemming van de Kamer; dan houden we er nog een separaat debat over. Nu hebben wij een debat over een ongunstige dollarkoers: misschien hebben we straks onvoldoende budget om tot de aanschaf van 37 toestellen over te gaan. Juist met het oog op de politieke gevoeligheid van het dossier, hebben wij ook gezegd dat wij niet rücksichtslos allerlei aanpassingen gaan doen op basis van ramingen. Daar spreken wij de hele tijd over. Dingen worden pas werkelijkheid, als Defensie daadwerkelijk gaat verplichten. Dat geldt ook voor de block buy. Dat wij nu onderzoek doen naar de block buy, betekent niet dat wij nu alles gaan verplichten. Gelukkig niet, want dan zouden wij misschien een andere discussie hebben.
De voorzitter:
Er zijn een paar vragen, eerst van de heer Knops en dan van mevrouw Belhaj.
De heer Knops (CDA):
Dit verhaal is helder. Dat heeft de Minister al eerder betoogd en zo gaat het nu ook. Het venijn zit «m hier in de staart. In het begin is er nog budget beschikbaar en kun je wat schuiven om budget naar voren te halen, maar uiteindelijk kom je gewoon tekort, op dit moment zo'n 750 miljoen. Ik begrijp de systematiek wel. Je gaat niet elke dag opnieuw de gevolgen van de dollarkoers implementeren. Sommigen zeggen dat het allemaal weer goed komt en dat het verschil verdampt tot nul. Ik geloof dat niet zo. Ik denk dat er nog steeds grote risico's zijn en dat dat gat misschien zelfs nog groter wordt. Hoe dekt de Minister dat? Het rapport van de Rekenkamer is glashelder: het aantal van 37 is het absolute minimum. Als we nog lager uitkomen als gevolg van budgettaire problemen, dan kom je bijna op het punt van de heer Van Dijk: wat koop je dan? Koop je dan die auto die 110 km/u gaat, heel duur is en een hoog verbruik heeft? Voor de afweging die wij nu gaan maken, is relevant hoe de Minister daarop gaat koersen.
Minister Hennis-Plasschaert:
Ik ben mij daar zeer van bewust. Ik verwijs niet voor niets naar eerdere debatten waarin wij met elkaar van gedachten hebben gewisseld over wat wij gaan doen met het geld dat wij overhouden bij een gunstige dollarkoers. Nu hebben wij het omgekeerde debat. Ik snap dat heel goed, maar ik hecht in dit project en eigenlijk in alle projecten aan het uitgangspunt «rust bij de stukken», zoals mijn voormalige collega van V en J Ivo Opstelten dat graag zei. Het is van belang dat wij doorgaan met het infaseren van de F-35. Zoals het er nu naar uitziet, gaan wij dat ook doen volgens eerder afgesproken reeksen en planning. Er zit in de raming nog een forse risicoreservering van 487 miljoen euro. Ik heb de Kamer al eerder gemeld dat wij met Financiën goed daarnaar hebben gekeken en hebben afgesproken dat dit bedrag aan het einde van het project eventueel kan worden ingezet om koerstegenvallers weg te werken. Ik heb ook bij herhaling gezegd dat je niet in een keer alles verplicht, dus dat je termijncontracten afsluit. Stel dat wij inderdaad overgaan tot de block buy, dan zal er in eerste instantie bijvoorbeeld een contract moeten worden afgesloten voor materieel met een lange levertijd. Dat is 10% van het totaal. Dat is allemaal gefaseerd door de jaren heen. Natuurlijk wordt de Kamer daarover geïnformeerd, zodat zij goed zicht houdt op hoe wij met het budget omgaan, wat er overblijft van de risicoreservering en wat de ramingen zijn versus het beschikbare budget. Ik ga daar geen verstoppertje over spelen. Ik denk dat ik daar buitengewoon helder over ben geweest. Ik heb alleen willen vermijden dat wij ieder halfjaar of ieder jaar een debat met elkaar zouden hebben over wat we doen bij een gunstige koers en bij een ongunstige koers, omdat het nu eenmaal een dagkoers is.
De heer Knops (CDA):
Dat laatste is waar. De Minister had het net over de geschiedenis. Laten we even een sprongetje maken naar 2023. Er is een debat in de Kamer over de F-35, waarin terugkijkend wordt gezegd: in het begin is steeds gezegd dat het zich mogelijk vanzelf oploste en dat er positief over werd gedacht. Maar de vrijheid die de Minister en deze Kamer hebben om nog andere dingen te doen, wordt natuurlijk steeds kleiner naarmate wij verder in die cyclus zijn. Als na dat optimistisme in de eerste jaren blijkt dat de dollarkoers tegenvalt en als je dat aan het einde moet compenseren, dan wordt de kans steeds groter dat het uiteindelijk onder de nul eindigt. Als de huidige financiële situatie heel rooskleurig zou zijn, dan zou ik zeggen dat we dat wel ergens kunnen oplossen. Op basis van de huidige dollarkoers is echter ook de risicoreservering niet voldoende om het probleem op te lossen, nog even los van de vraag of de Partij van de Arbeid – ik weet niet hoe ze er dan bij zit en wie dan de woordvoerder is – dat allemaal geweldig vindt. Ik verwacht dat de Minister een soort plan B ontwikkelt. Ik weet niet of «rust bij de stukken» helemaal de goede houding is in dit dossier.
Minister Hennis-Plasschaert:
Met «rust bij de stukken» bedoel ik dat wij ons niet moeten laten verleiden tot een debat over dagkoersen, maar dat wij steeds weer de lange termijn op het netvlies houden. Dat doet de heer Knops ook. Hij maakt zich er zorgen over of wij over dat minimumaantal van 37 zullen beschikken. Dat snap ik heel goed. Wij houden dat binnen Defensie met argusogen in de gaten, want wij hebben er een significant operationeel belang bij om dat minimumaantal daadwerkelijk te kunnen aanschaffen. Wij spelen daar niet mee. Het is geen Russisch roulette. Er wordt serieus naar gekeken. Wij opereren binnen de kaders van de besluitvorming over de aanschaf van de F-35. Wij weten natuurlijk donders goed dat wij uiteindelijk een operationele behoefte hebben van ten minste 37 kisten. Wij blijven ons daarop focussen en laten ons niet meeslepen in de waan van de dag oftewel de dagkoersen. Op die manier kan de luchtmacht gestaag doorgaan met de infasering van de F-35.
Mevrouw Belhaj (D66):
Eén zaak is mij niet helemaal helder, ook naar aanleiding van de beantwoording van schriftelijke vragen dertien en zestien. Volgens mij is de afspraak gemaakt dat die 10% risicoreservering niet aangewend mag worden om de valutaschommelingen op te vangen; wellicht wel aan het einde van het project maar niet tijdens het project. Doet de Minister nu dus iets wat ingaat tegen de gemaakte afspraken?
Minister Hennis-Plasschaert:
Nee, want ik heb de Kamer, naar ik meen in de voortgangsrapportage en ook eerder, keurig gemeld dat aan het einde van het project de risicoreservering kan worden ingezet voor het opvangen van valutaschommelingen. Ik begrijp het punt dus niet helemaal. Ik was ook niet van plan om de reservering daarvoor tussentijds in te zetten. We hebben het juist over dagkoersen. Naarmate het project vordert, is te zien wat overblijft, wat de valutaproblematiek eventueel heeft betekend voor de aantallen en wat we daarmee kunnen doen. Dat zal dus gedurende het infaseren van de F-35 steeds meer duidelijk worden. Dan zullen we ook de risicoreservering daarvoor aanwenden. Maar ik heb het de Kamer gemeld, onder meer in de voortgangsrapportage.
Mevrouw Belhaj (D66):
Dan is het volstrekt helder: nu wordt de risicoreservering niet gebruikt en als het nodig is, gebeurt het aan het einde.
Minister Hennis-Plasschaert:
Voorzitter. Ik denk dat ik daarmee wel voldoende heb gezegd over de valutaproblematiek. Het heeft de aandacht van de Kamer. Dat begrijp ik. Het heeft ook mijn aandacht en die van de Defensieorganisatie, om een veelheid van redenen en in het bijzonder onze eigen operationele behoefte.
Ik wil even iets zeggen over de software. Daar wordt veel over gezegd en geschreven. Ik kom straks nog terug op de gelekte memo's van Gilmore. We weten, en hebben er hier vaak over gesproken, dat het gaat om softwareontwikkeling. Als er berichten zijn over problemen met software, en die zijn er, gaat dat precies daarover, namelijk over de ontwikkeling van de software waaraan het JPO nu werkt. Voor de ontwikkeling en de eerste test zijn toestellen beschikbaar. Pas als de software is goedgekeurd, worden nieuwe toestellen ervan voorzien. Dat geldt ook voor de Nederlandse toestellen, zo zeg ik tegen de heer Vuijk. Het klopt dat onze toestellen vanaf 2019 volgens de huidige planning worden ingefaseerd en worden geleverd. Tegen die tijd zou de Block 3F-software gereed moeten zijn. Dat gebeurt, zeg ik nu even uit mijn hoofd, voor eind 2017. Het JPO voorziet inderdaad vertraging met een aantal maanden. De heer Vuijk vroeg daar nadrukkelijk naar. Dit betekent niet dat wij in de problemen komen als het gaat om onze IOC-status. De Amerikanen zijn er duidelijk over geweest dat de Amerikaanse marine het toestel voor die tijd nog volledig operationeel wil verklaren. Dat staat gepland voor het derde kwartaal van 2018. Dat is dus ruimschoots voor het infaseren van de toestellen in Nederland. Met andere woorden, de Nederlandse toestellen worden in de fabriek reeds voorzien van de definitieve versie van de software.
Mevrouw Belhaj stelde ook een vraag over de software, maar ik denk dat ik het antwoord op haar vraag duidelijk heb gemaakt met het voorgaande.
Ik kom nu op de opmerkingen die zijn gemaakt over de Algemene Rekenkamer en de auditdienst door mevrouw Eijsink, de heer Knops en anderen. Vanzelfsprekend worden wij kritisch gevolgd door de auditdienst en de Algemene Rekenkamer, maar Defensie heeft de adviezen over verbeteringen ter hand genomen. We hebben onderzoek gedaan naar het verbeteren van de projectadministraties bij bijvoorbeeld de Defensie Materieel Organisatie. De uitkomst van dat onderzoek is, zoals ik volgens mij eerder heb gemeld, dat de administraties onderling sterk verschillen maar ze uiteindelijk van voldoende kwaliteit zijn. Dit betekent niet dat wij niet luisteren naar wat de Algemene Rekenkamer en de auditdienst ons zeggen. Sterker nog, het is voor ons leidend geweest om die aanbevelingen zo goed mogelijk te adresseren en over te nemen. We zijn ook steeds blijven bekijken of wij bijvoorbeeld een projectmodule in SAP konden activeren, wat hiervoor nodig was enzovoorts. Hierover communiceren wij ook met de auditdienst en de Algemene Rekenkamer. De eerste indruk is dat zo'n speciale projectmodule niet te realiseren is omdat het een te forse inspanning zou vragen. We moeten het nog verder bekijken. We verwachten dat een duidelijker plaatje over de opbrengsten en de kosten van het implementeren van zo'n module rond de zomer van 2017 volledig inzichtelijk is.
Inmiddels is specifiek voor het F-35-project gekozen voor een aantal aanvullende beheersmaatregelen door het opzetten van een zogenoemde accesdatabase. De Nederlandse vertegenwoordiging binnen het JPO en de Auditdienst Rijk hebben inmiddels voor het project F-35 ook afspraken gemaakt over de vastlegging en controle van financiële gegevens. Daarnaast is er extra personeel ingezet om de beheersmaatregelen te implementeren, dus het vullen van de database enzovoorts.
De Kamer heeft het nog niet kunnen lezen, maar de Auditdienst Rijk – oh, misschien mag ik het nu helemaal niet zeggen – was onlangs zowaar optimistisch over onze inspanningen. Dat zal de Kamer lezen in een volgende voortgangsrapportage. De opmerkingen die bijvoorbeeld de heer Knops naar aanleiding van de rapporten maakte, zijn terecht. Defensie pakt die dan ook op. Ik heb met de recente positieve woorden van de auditdienst het gevoel dat we op de juiste weg zitten.
Mevrouw Belhaj (D66):
Het is positief als er extra personeel wordt ingezet om dat zo snel mogelijk te doen. Is er een datumindicatie te geven voor wanneer het ministerie denkt het ingevuld te hebben en ready to go te zijn voor dagelijks gebruik?
Minister Hennis-Plasschaert:
Het dagelijkse gebruik is al volop gaande. Het gaat erom hoe je de dagelijkse praktijk nog beter beheerst en inricht, zodat ook de auditdienst tevreden is. Een punt van kritiek van de auditdienst is dat de administratie verspreid is en voor de auditdienst dus minder toegankelijk is. Dat heeft niet zo veel te maken met de kwaliteit van de administratie, maar ik begrijp wel de ergernis die daardoor kan ontstaan. Een hoeveelheid aan zaken is direct te adresseren. Andere zaken nemen wat meer tijd in beslag. De Kamer wordt er keurig over op de hoogte gehouden, niet alleen in mijn voortgangsrapportages maar ook in de rapporten van de auditdienst en de Algemene Rekenkamer. Ik kan hier dus helemaal geen tijdpad aan vastknopen, want dat zou te simplistisch zijn. Het zit al te veel verweven in de dagelijkse praktijk.
Mevrouw Belhaj (D66):
Ik snap wat de Minister zegt, maar het geeft een hoge mate van onzekerheid. Het is niet te simpel maar eigenlijk heel logisch gedacht. Als je begint met zo'n project, zou je ook moeten zeggen: we streven er minimaal naar om het binnen een halfjaar redelijk op orde te hebben. Het geeft meer vertrouwen als we daar een soort indicatie van hebben dan alleen af te moeten wachten tot de volgende rapportage met daarin de verslaglegging over stapjes die weer zijn gezet.
Minister Hennis-Plasschaert:
Ik snap wat mevrouw Belhaj zegt, maar het doet een beetje afbreuk aan de complexiteit die we in de werkelijkheid elke dag weer tegenkomen. Ik gaf net aan dat de Auditdienst Rijk zich zeer recentelijk in positieve bewoordingen heeft uitgelaten. Als Defensie dit vasthoudt, gaat de Kamer dit hopelijk ook teruglezen in het rapport van de auditdienst. Dat moet het anker zijn voor de Kamer om te bepalen of Defensie wel of niet on track ligt. Ik ga er hier dus geen tijdpad aan verbinden.
Mevrouw Eijsink (PvdA):
Ik wil nog even terugkomen op de block buy en heb daar een heel praktische vraag over. In haar brief verwijst de Minister naar de firma RAND, die een kostenraming heeft opgesteld en beoordeeld. Rapporten van RAND zijn voor ons altijd inzichtelijk en openbaar geweest in de afgelopen jaren. Ik vraag de Minister hoe er met het rapport waarover zij sprak, wordt omgegaan. Mijn tweede vraag betreft de transitie waarover de Minister het zojuist had. Ik lees in het rapport onder aan pagina 57 dat er capaciteitstekorten mogelijk zijn voor het overzetten naar Leeuwarden en Volkel. Als de vervanging op tijd plaatsvindt, zoals we verwachten, lijkt het mij vreemd als we zelf met capaciteitstekorten zitten en infrastructurele maatregelen te laat zijn. Kan de Minister op deze twee vragen ingaan?
Minister Hennis-Plasschaert:
Het rapport waar mevrouw Eijsink naar verwijst, is commercieel vertrouwelijk, dus dat kan ik alleen vertrouwelijk ter inzage leggen en niet openbaar naar de Kamer sturen. Als zij er prijs op stelt, doen we het zo.
Sorry, maar mevrouw Eijsink ging bij haar tweede vraag een beetje snel en mijn hoofd zit een beetje dicht, dus ik moet af en toe goed luisteren naar wat er wordt gezegd. Betrof dat de risicoparagraaf? Ik kom er in tweede termijn op terug, want daarvoor moet ik even terug in de stukken.
Ik ga door naar de loon- en prijsbijstelling, waarnaar de heer Vuijk vroeg. Hij stond stil bij het debat dat we tijdens de begrotingsbehandeling hebben gevoerd over de tekortschietende prijsbijstelling voor Defensiematerieel in zijn algemeenheid. Om die reden hebben we het CBS gevraagd om een specifieke prijsindex voor Defensie te onderzoeken. Er bestaat een tekort als je kijkt naar de Nederlandse en Amerikaanse inflatie. Dat wordt meegenomen in de prijsspecifieke index van het CBS. Ook hiervoor geldt dat we niet lijdzaam afwachten en toezien tot de tekorten verder oplopen. Met andere woorden, het wordt met argusogen in de gaten gehouden. Zoals dat hoort bij een goede bedrijfsvoering, worden er altijd voorbereidende maatregelen genomen. Dat hangt samen met het onderzoek van het CBS. Als de uitkomsten van het onderzoek er zijn, kan ik de Kamer er nader over informeren.
De heer Knops zei dat er snel een delegatie bewindspersonen naar de VS moet gaan, omdat de belangen van onder andere de Nederlandse industrie vertegenwoordigd moeten worden. Ik kan hem en mevrouw Eijsink – dat weet ze heel goed – geruststellen dat ieder geschikt moment wordt benut om de Nederlandse ambities en industriële capaciteiten onder de aandacht van de Amerikaanse overheid en relevante bedrijven te brengen. Er zijn dit najaar diverse gesprekken gevoerd op hoog ambtelijk en ministerieel niveau. Ik had het voornemen om in januari naar de VS te gaan met een aantal bedrijven, maar de timing is wat ongelukkig. Dat heeft vooral te maken met het aantreden van de nieuwe regering in Amerika. We kijken dus naar een wat geschikter moment, maar dit heeft onze volle aandacht. Er moet natuurlijk wel een concreet aanknopingspunt zijn. Je moet daar, zeker als er bewindspersonen naartoe gaan, een duidelijke boodschap hebben en duidelijk iets mee terug willen nemen.
De heer Vuijk vroeg naar de kosten van de afdrachten aan de Staat. De Kamer is al een tijd geleden door mijn collega van EZ geïnformeerd over het feit dat de continuering van het afdrachtspercentage op 2%, en dus geen stijging naar 4,1%, een feit is. Daarmee is de belemmering voor de industrie aangepakt. De industrie kon er ook mee instemmen, want men is ermee akkoord gegaan. De industrie heeft zeer zeker belangstelling om met het afdrachtspercentage te blijven deelnemen, ook gezien het aantal nieuwe bedrijven dat zich heeft gemeld na het akkoord. In 2016 was dat een viertal nieuwe bedrijven, zeg ik ter informatie.
Mevrouw Eijsink sprak over «een tandje erbij» voor de industrie. Ik denk dat ik net duidelijk hebben gezegd dat de heer Verhagen en ambtenaren van EZ en Defensie grote inspanningen verrichten om de industrie te ondersteunen bij opdrachtverwerving. Zoals ik net al zei, was ik voornemens om in januari naar de VS te gaan, maar dat kan wat mij betreft ook later. Er moet een duidelijk en concreet aanknopingspunt zijn, maar dan doe ik het anytime, al moet ik er in één dag voor op en neer vliegen. Dat geldt vanzelfsprekend ook voor collega-bewindspersonen. Voor de komende periode zijn er allerhande RFI's uitgezet, zogenoemde Requests for Information, door de Amerikanen voor instandhoudingswerk. Alle aandacht is erop gericht, ook vanuit de overheid, om zo veel mogelijk daarvan voor Nederland binnen te halen. Er is dus volgens mij echt een mooie samenwerking gaande tussen de industrie en de Nederlandse overheid. Ik kom zo nog specifiek terug op Uden.
Mevrouw Eijsink (PvdA):
Ik twijfel niet aan de inspanningen. Daar ging mijn vraag ook niet over. Maar de verdere voortgang zie ik nog niet. Het is inmiddels 2016. Er komen meer spelers op de markt. In het rapport staat aangegeven dat Foreign Military Sales misschien ook weleens wat zal willen. Het gaat om de opbrengst. Die moet vergroot worden. Het kan niet alleen bestaan uit inspanningen. Ik verwees ook naar de samenwerking tussen Defensie en EZ. Inspanningen worden aan alle kanten geleverd, maar ik hoor van verschillende kanten dat de opbrengst echt omhoog moet. Anders komen we er niet. Iedereen kan bedenken dat de 9 miljard in 2045 volgens de PwC-rapporten wel heel ver van nu is. We kunnen dus zeggen dat we de miljarden krijgen, maar dat is berekend tot 2045. Het gaat om wat we nu kunnen binnenhalen en wat de huidige inspanningen gaan opleveren.
Minister Hennis-Plasschaert:
De ontwikkeling van de contractwaarde – daar kijk ik graag naar, en mijn collega van EZ in het bijzonder ook – is in lijn met de eerder opgestelde raming van ongeveer 9 miljard dollar voor de gehele productieperiode tot en met ongeveer 2045. Die raming hoeft op dit moment zeker niet te worden bijgesteld. Ik verwees net naar de RFI's die zijn uitgezet. Daar moeten nog contracten voor worden gesloten. Dat proces is gaande. Ik zou graag zien dat dit morgen gebeurt. Er is zeker zicht op een aantal contracten, maar het gaat uiteindelijk om het moment van afsluiten. Ik verwacht dat dit gaat gebeuren en dat we daarmee binnen de lijnen van de raming blijven. Ik kan het afsluiten van die contracten nu niet afdwingen, want we zitten nu in het proces van de RFI's, waarop gereageerd moet worden. De signalen zijn goed, zeker rondom een bedrijf als Fokker, zoals eerder in het nieuws is gekomen.
Mevrouw Eijsink (PvdA):
Ik hoor wat de Minister zegt en ik ken het proces inmiddels wel een beetje, maar ik blijf herhalen dat het met de samenwerking tussen EZ en Defensie en het ownership misschien wat omhoog kan. Er wordt gesproken over bezoeken die aan de Verenigde Staten worden gebracht. Ik hoor ook weleens wat, bezoek ook weleens een bedrijf en spreek mensen. Mijn indruk is dat er een tandje bij moet. De RFI's staan uit, maar dat zegt nog niks. We hebben nog niks binnengehaald. Prognoses zijn prognoses. We kunnen er allemaal naar verwijzen en over vijf of tien jaar weet waarschijnlijk niemand aan deze kant van de tafel meer wat er toegezegd is, maar er is ook nu een verantwoordelijkheid. Ik wil de Minister daarom vragen om de Kamer voor maart op de hoogte te brengen van wat eruit gekomen is, want ik ben van mening dat de Kamer ervan op de hoogte moet blijven en wanneer nodig meer moet investeren waar dat kan.
Minister Hennis-Plasschaert:
Ik neem de oproep van mevrouw Eijsink ter harte, maar ik kan het proces van reageren op RFI's niet versnellen, want uiteindelijk zullen daaruit contracten voortvloeien. Ik kan veel, maar dit soort processen moeten hun beslag krijgen. Als er nieuwe contracten worden afgesloten, spreekt het voor zich dat de Kamer daarover in de eerstvolgende voortgangsrapportage uitgebreid wordt geïnformeerd. Het is vanzelfsprekend in het belang van Nederland dat we zo veel mogelijk contracten afsluiten. Daarop zijn de inspanningen van Defensie en EZ gericht. Bij de oproep over ownership kan ik me wel iets voorstellen, dus dat het nog nadrukkelijker aan de orde moet komen. Het is niet zo dat ik dat niet hoor, maar als het gaat om het afsluiten van contracten zullen een aantal processen hun beslag moeten krijgen, waaronder het reageren op de RFI's.
Voorzitter. De heer Vuijk vroeg naar de Nederlandse student-stagiaires bij Lockheed Martin. Wordt daar brede bekendheid aan gegeven? Het antwoord is ja. Tijdens de Luchtmachtdagen is door stagiaires en voormalige stagiaires brede publiciteit gegeven aan hun ervaringen bij Lockheed. Bezien wordt of daar jaarlijks een vervolg aan kan worden gegeven. Ook echt leuk: de studenten en de TU Delft hebben zelf diverse initiatieven voorbereid of voeren die al uit. Een videopresentatie ter gelegenheid van het tienjarig jubileum van het stageprogramma is inmiddels ook te zien op de website van de TU Delft. Wellicht is het aardig om daar even naar te kijken.
Mevrouw Eijsink vroeg naar de gewichtsbeperking. De ondergrens gaat om het gewicht inclusief technische uitrusting. Je moet dus wel heel licht zijn als je gewicht daaronder zou zitten, maar het is wel een terechte opmerking, zeker als het gaat om werving. Het JPO heeft aangegeven dat er een oplossing wordt ingevoerd waarmee die beperking komt te vervallen. De vraag van mevrouw Eijsink is relevant, maar het antwoord is ook helder: de beperking komt te vervallen. Daardoor zijn er dus geen beperkingen voor bijvoorbeeld ons wervingsbeleid.
Mevrouw Eijsink (PvdA):
Dan begrijp ik niet waarom in het rapport op pagina 12 staat dat de beperking voor de Nederlandse F-35-vliegers geen gevolgen heeft aangezien zij allen zwaarder zijn dan de kritische ondergrens. Ik begrijp dat deze beperking komt te vervallen en dat het gewicht van een vlieger in de toekomst, ook in de transitiefase, geen probleem is.
Minister Hennis-Plasschaert:
Op dit moment is er natuurlijk wel een beperking...
Mevrouw Eijsink (PvdA):
Tenzij er sprake is van overgewicht.
Minister Hennis-Plasschaert:
Dan pas je sowieso niet in die kist; dat lijkt me duidelijk. Op dit moment is die beperking er nog wel, maar die komt te vervallen. De huidige vliegers zijn allemaal zwaarder dan die 62 kilo. Gelukkig maar. Maar die beperking komt dus te vervallen. Over het algemeen zijn de vliegers goed getraind en echt wel op gewicht, ook de vrouwelijke vliegers in andere landen, maar de ondergrens komt te vervallen. In de toekomst is er geen beperking.
Mevrouw Eijsink vroeg naar Uden. Dat snap ik, want september vorig jaar is er tijdens een AO ook aandacht gevraagd voor deze kwestie. Ik heb toen gezegd dat Defensie en Economische Zaken zoeken naar samenwerkingsmogelijkheden, of mijn collega van EZ heeft dat misschien gedaan. We staan open voor nieuwe initiatieven. Diverse ambtenaren van Defensie en Economische Zaken hebben naar de mogelijkheden gekeken. Ik weet dat de burgemeester vindt dat er onvoldoende contact geweest is met de gemeente Uden. Volgens mij is er onlangs met de burgemeester zelf contact geweest. Het is ook wel echt een punt van aandacht. De realiteit is wel een beetje dat de activiteiten van de bedrijven in Uden – daar kan ik niet helemaal omheen – niet direct goed aansluiten bij wat nodig is om opdrachten te winnen voor de productie of het onderhoud van de F-35. Dat laat natuurlijk onverlet dat die inspanningsverplichting er wel is. Die voel ik ook zo. In de komende tijd zal in kaart worden gebracht welke spin-offs het onderhoud van de F-35 kan opleveren. Dat willen we breed bekijken, dus ook met betrekking tot de gemeente Uden. Maar nogmaals, ook de gemeente Uden zal zich ervan moeten vergewissen wat de bedrijven daar in de aanbieding hebben. Daar ga ik niet over. Let wel, bij het breder bekijken gaat het over toepassingen in andere sectoren van nieuwe onderhoudsconcepten die met de F-35 worden geïntroduceerd. De regiegroep Economische Effecten Sustainment F-35, waarin Defensie, Economische Zaken en de provincie Noord-Brabant zijn vertegenwoordigd, zet zich in om de mogelijkheden zo goed mogelijk te benutten. Vertegenwoordigers van de regiegroep zullen in het voorjaar van 2017 weer met de gemeente Uden bespreken welke bedrijfsactiviteiten in Uden het best aansluiten. Volgens mij ligt Uden in de provincie Noord-Brabant. Het is van belang dat we met elkaar scherp houden dat Uden via de provincie een belangrijke gesprekspartner voor ons is. Maar nogmaals, de activiteiten die zich daar afspelen, doen er wel toe. Ook wordt natuurlijk bekeken welke economische mogelijkheden de vliegbasis Volkel in algemene zin zou kunnen bieden.
Mevrouw Eijsink (PvdA):
Ik hoor wat de Minister zegt en ik heb dat ook overal gelezen. Sinds de Tweede Wereldoorlog is er al een militaire vliegbasis in Volkel. De bewoners van Uden hebben door de jaren heen de vliegbasis altijd gesteund, ook nu als het gaat om de overdracht, om de geluidsmeting et cetera. We hebben een enorme belasting neergelegd bij de bevolking en die is hierin zeer ondersteunend. Daar heb ik eerder complimenten voor gegeven. Het kan niet zo zijn dat de bevolking ziet dat heel veel economische activiteit naar Woensdrecht en heel weinig naar Volkel gaat. De burgemeester en de raad kunnen niet verwachten dat er activiteiten gestart worden zonder basis, maar ik vraag de Minister om verder te gaan dan een inspanningsverplichting. Wil je draagvlak blijven behouden bij de bevolking in Uden voor deze vliegbasis, die er sinds de Tweede Wereldoorlog is, dan zal er nu een tandje bij moeten. Ik vraag de Minister dus om hier duidelijk op te antwoorden, want een inspanning is niet voldoende. De Minister zei in haar openingszin dat we het hier vorig jaar ook over gehad hebben. Daarom zeg ik met nadruk dat er iets meer moet gebeuren.
Minister Hennis-Plasschaert:
De boodschap is duidelijk. Ik heb de burgemeester zelf gesproken. Ik begrijp de urgentie ook wel. Ik zeg niet voor niets dat de regiegroep komend voorjaar specifiek met de gemeente Uden in gesprek gaat. Ik vind het wel een beetje risicovol als we binnen een provincie een soort competitie met elkaar aangaan. We moeten dus goed bekijken waar de effecten en activiteiten neerslaan en wie daar voordeel bij heeft. Ik ben mij zeer bewust van de rol van de gemeente Uden. Ik heb de provincie ook gevraagd om wat guidance te geven. Anders krijg je een soort Ajax-Feyenoordgevoel binnen de provincie Brabant. Daar moeten we voor oppassen. Er is een keuze gemaakt voor bepaalde activiteiten in Woensdrecht. Ik ben bereid om heel ver te gaan en te spreken met de gemeente Uden, maar het moet wel passen. We gaan ook breder kijken naar andere bedrijfsactiviteiten die ten goede zouden kunnen komen aan de gemeente Uden. Ik heb de oproep van de burgemeester goed verstaan en die zal ook duidelijk aan de orde komen in het gesprek met de regiegroep in het voorjaar.
De voorzitter:
Mevrouw Eijsink, kort graag.
Mevrouw Eijsink (PvdA):
Als het gaat om Noord-Brabant, is die keuze natuurlijk best voor de hand liggend. We zeggen weleens voor de gein: Brabant is Defensie. Dat in die provincie competitie ontstaat, is logisch.
De voorzitter:
Uw vraag?
Mevrouw Eijsink (PvdA):
Ik blijf erop hameren dat de Minister zich inzet. Ik zou hier graag over geïnformeerd willen worden. Van de bevolking wordt een groot draagvlak voor de F-16 en de F-35 verwacht. Wij vragen dat als politiek. Wij hebben daarom een landelijke verantwoordelijkheid voor de bevolking om een extra inspanning te leveren.
Minister Hennis-Plasschaert:
Nogmaals, ik ben me zeer bewust van de rol van de gemeente Uden en het belang van het draagvlak voor vliegbasis Volkel. Ik zal in de eerstvolgende voortgangsrapportage verslag doen van wat er besproken is, in het bijzonder met de gemeente Uden, en waartoe dat leidt.
De voorzitter:
We worden dus geïnformeerd.
Ik meld de commissie dat wij nog een halfuur voor dit AO hebben staan. Er is ruimschoots geïnterrumpeerd, zeker door sommige leden. Ik verzoek de Minister om haar beantwoording af te maken. Ik zie dat dit met een minuut of vijf gedaan kan zijn. Daarna gaan we door met de tweede termijn van de Kamer.
Minister Hennis-Plasschaert:
Er is veel gesproken over de nieuwe president elect van de Verenigde Staten en wat hij vindt van de F-35. Ik heb hem nog niet gesproken. Ik heb daarom echt werkelijk geen idee. Ik zal het moeten doen met de uitspraken die hij heeft gedaan als kandidaat. Hij is nu president elect. Ik ga ervan uit dat hij zich van feiten en gegevens zal vergewissen alvorens een standpunt in te nemen. De beoogde Minister van Defensie, oud-generaal Mattis, staat bij de Nederlandse Defensieorganisatie bekend als een man van samenwerking en coalitievorming. Dat biedt volgens mij voldoende aanknopingspunten. Verschillende collega's van de krijgsmacht hebben bijvoorbeeld met hem gewerkt in Irak. Ik heb op basis daarvan geconcludeerd dat het aanknopingspunten biedt. Of dat ook geldt voor de F-35, weet ik niet. Maar het commitment van de Amerikanen brokkelt niet zomaar af. Kijk naar de statements die de Amerikaanse marine en luchtmacht maken over de ervaringen die zij opdoen met de F-35. Die zijn meer dan positief te noemen. Mevrouw Eijsink zei nog: America First. Er zit ook heel veel «America First» in, dus dat zullen ze niet zomaar opgeven. Maar goed, laten we niet speculeren over wat de president elect allemaal gaat vinden. Als hij in the White House zit, gaan we het allemaal meemaken.
De heer Houwers (Houwers):
Toch even voor de helderheid: is daarmee het stukje «Amerika» wat de Minister betreft afgesloten? Of komt zij op dat memo nog terug?
Minister Hennis-Plasschaert:
Ja.
De heer Houwers (Houwers):
Dan wacht ik dat even rustig af.
Minister Hennis-Plasschaert:
Dit was het stukje president elect. Ik kom straks nog op de gelekte memo's. Ik zal nu even opschieten.
Ik kom op de metingen. De metingen in Edwards zijn niet goed te vergelijkingen met deze metingen, zoals we eerder hebben besproken. Deze beperkte metingen zijn niet uitgevoerd volgens de meetstandaarden zoals die in Edwards gehanteerd worden. Ze vonden bijvoorbeeld niet onder gecontroleerde omstandigheden plaats. Dat was ook niet het doel van deze metingen, zoals mevrouw Eijsink terecht opmerkte. Het waren belevingsvluchten. Het geluidmeetnetwerk komt er zeker. Daar kan geen twijfel over bestaan, zeg ik wellicht ter geruststelling en anders ter bevestiging. Het geluid van het toestel gaat natuurlijk niet veranderen. Wel is het geluid, zoals we eerder hebben opgeschreven en hebben besproken, afhankelijk van een veelheid aan omgevingsfactoren, zoals wind, temperatuur en het vluchtprofiel. Eerst waren heel veel mensen, in ieder geval van Defensie, wat terughoudend over het geluidsmeetnetwerk, maar het enthousiasme groeit omdat je ermee over langere periodes verschillende geluidsbelastingen inzichtelijk kunt maken. Daardoor kun je met de bewoners praten over feiten en gegevens. Daar hebben de bewoners behoefte aan, maar ik denk dat het voor Defensie inmiddels ook fijn is als er op basis van gegevens kan worden gecommuniceerd.
Ik kom nu op het ontslag van de leden door de Minister. Ik schrok er helemaal van toen mevrouw Eijsink dat zei en dacht: mijn hemel, ik ga toch geen bewoners ontslaan? Ik zal nog even teruggaan naar de exacte tekst, want ik heb die niet bij me en kan het niet checken. Mevrouw Eijsink leest haar stukken altijd heel goed. Ik benadruk hier nogmaals dat het nooit de bedoeling kan zijn dat ik omwonenden ontsla. De COVM stelt geen Defensiedeelnemers aan voor de stuurgroep. Ik ga daar volgens mij ook niet over. Ik moet even checken hoe het is geformuleerd, maar duidelijk is dat ik geen omwonenden ontsla uit de stuurgroep.
De voorzitter:
Mevrouw Eijsink, heel kort.
Mevrouw Eijsink (PvdA):
Blijkbaar heeft niemand zijn stukken bij zich. Ik heb het hier voor me liggen. In artikel 5 staat dat het oordeel uiteindelijk bij de Minister ligt. Voor de rest ben ik het zeer eens met alle teksten, maar dat is iets voor de Minister om na te kijken. Ik hoor het graag in tweede termijn.
De voorzitter:
Met die suggestie gaat de Minister door met de beantwoording.
Minister Hennis-Plasschaert:
Hoe het er ook staat, ik ga dat niet doen. Ik zal het ook op die wijze communiceren en desnoods de teksten aanpassen. Ik hoef daar niet in tweede termijn op terug te komen. Er kan geen misverstand over bestaan. Volgens mij zijn we het dus helemaal eens. Ik ga niet omwonenden ontslaan.
Over de bedrijfszekerheid werd opgemerkt dat die tegenvalt. Wij hebben net al besproken dat de F-35 een wapensysteem in ontwikkeling is. Voor een nieuw en geavanceerd wapensysteem heeft de F-35 heel eerlijk gezegd, zeg ik tegen de heer Van Dijk, een goede bedrijfszekerheid. Wel loopt die nog iets achter op de doelstelling die was beoogd voor dit moment: 53% versus de geplande 60%. Toen de kisten eerder dit jaar in Nederland arriveerden, hebben we natuurlijk ook goed kunnen kijken naar de bedrijfszekerheid. Die bedrijfszekerheid is van een hoeveelheid factoren afhankelijk, maar was toen 72%. Bedrijfszekerheid heeft op dit moment ook te maken met de beschikbaarheid van bepaalde reserveonderdelen. De bedrijfszekerheid wordt in de Verenigde Staten echt van dag tot dag bijgehouden. Begin deze week was dat voor de F-35A 69%. Dat was dus alweer beter dan de 53% waarover ik net sprak. In zijn algemeenheid geldt dat een percentage bedrijfszekerheid van 50 voor een nieuw wapensysteem, en zeker een wapensysteem dat nog in ontwikkeling is, goed te noemen is. De heer Van Dijk sprak over het langer doorvliegen met de F-16 als een soort silver bullet, maar de bedrijfszekerheid van de F-16 ligt daar op dit moment niet bepaald boven. De percentages moeten wel in de juiste context worden geplaatst, alvorens daar conclusies aan te verbinden.
De heer Houwers vroeg naar de vergunningen en het motorenonderhoud. Voorafgaand aan de bouw en de ingebruikname van de motorenonderhoudsfaciliteiten is het natuurlijk nodig om over de juiste vergunningen te beschikken. U weet hoe dat in Nederland gaat. Dat is een tijdrovend en ingewikkeld proces. Werkelijk waar Jan en alleman kan daar iets van vinden en voor vertraging zorgen. Om deze vergunningen te verkrijgen moeten de effecten op milieu en omgeving worden bepaald en moet ook worden vastgesteld of die aanvaardbaar zijn. Na elke onderzoeksfase is dan weer een tussenoordeel nodig et cetera. Ik ga niet over het afgeven van die vergunningen. Ik ben er wel op gebrand dat we die zo snel mogelijk krijgen, maar heb dat wel als risico moeten omschrijven. Als ik dat niet zou hebben gedaan en ik de Kamer dan later zou melden dat er toch vertraging is opgetreden in het vergunningentraject, had zij mij, terecht, gekapitteld en gezegd «had het dan lekker opgenomen in die risicoparagraaf». Maar alles is erop gericht om die vergunningen zo spoedig mogelijk te verkrijgen en om daarmee voortvarend aan de slag te gaan. Nogmaals, Jan en alleman kan daar iets van vinden. Dat betekent ook dat Jan en alleman voor vertraging zou kunnen zorgen. Vandaar het risico.
Tot slot het rapport van de DOT&E, waarover Bloomberg heeft geschreven en waarnaar een aantal leden heeft verwezen. Niet iedereen had scherp dat de Director Operational Test and Evaluation de hoogste onafhankelijk opererende adviseur is van de Amerikaanse Minister van Defensie op het gebied van testen van nieuwe Amerikaanse wapensystemen. Het is dus ook zijn taak om te wijzen op onvolkomenheden en mogelijke risico's in materieelprogramma's. Ook is het dus zijn taak om toe te zien op de uitvoering van de operationele testfase van de F-35. Mevrouw Eijsink merkte terecht op dat zij juist blij is met die kritische blik. Ik ook. Net zoals we blij zijn met de kritisch blik van de Algemene Rekenkamer. Is het altijd fijn? Nee. Soms heb je ook weleens zin om gewoon door te gaan en niet 50.000 vragen van journalisten, parlementariërs of collega-ministers – ik heb het nu over mijn Amerikaanse collega – te krijgen naar aanleiding van een kritisch rapport. Maar dat zijn wel de rapporten die ons allemaal scherp houden en ons dwingen om steeds weer te reageren en terug te gaan in de processen om te zien of we nog op koers liggen.
Dr. Gilmore, de DOT&E, volgt het programma heel zorgvuldig en nauwkeurig. Hij rapporteert daarover. Hij brengt daarover jaarlijks een rapport uit. Dat is in februari. Dat rapport gaat naar de Kamer toe. Zij krijgt daar ook altijd een reactie van mij bij. Waar de Kamer nu mee wordt geconfronteerd in de media, zijn gelekte memo's die worden opgesteld in aanloop naar het rapport. Ze maken straks deel uit van het rapport. Ik vind het wat ingewikkeld worden als ik op gelekte memo's moet reageren. Ik wil de leden vragen om te wachten op het rapport dat jaarlijks in februari wordt uitgebracht. Dan krijgen zij, net als vorig jaar, een reactie van mij op dat reguliere DOT&E-rapport.
Volgens mij heb ik hiermee alle vragen beantwoord.
De voorzitter:
Dat gaan we bezien. Ik dank u voor de beantwoording in eerste termijn. We gaan naar de tweede termijn met twee minuten spreektijd per fractie. Ik leg geen embargo op interrupties, maar ik ga ze wel heel scherp in de gaten houden. Dan weten de leden dat vast.
De heer Knops (CDA):
Voorzitter. Dit debat ging over de verwerving van de F-35. Ik heb al gezegd dat de noodzaak voor de vervanging van de F-16 gigantisch groot is. De wereld om ons heen wordt onveiliger, het heeft al veel te lang geduurd en we moeten nu vooruit met de geit, ook als tegenwicht voor de stoomboten van Poetin die voorbijvaren en de ontwikkelingen in bijvoorbeeld China, met de vijfde generatie jachtvliegtuigen. Dat betekent ook dat de ban die nu gelegd is rondom de F-35, doorbroken moet worden. Ik herhaal wat ik in eerste termijn heb gezegd. Het kabinet heeft initieel een goed besluit genomen. Vervolgens zijn piketpalen geslagen die, in ieder geval op papier, gigantisch grote verschillen veroorzaken. Dat is voor ons geen enkele reden om terug te komen op de steun die we al die jaren gegeven hebben aan dit project, integendeel. Maar wij wijzen er wel op dat, als je hier serieus mee wilt doorgaan en de F-35 echt wilt positioneren als het nieuwe wapen van de luchtmacht, er echt meer budget bij moet. Niet zozeer omdat het raakt aan het project zelf, als wel omdat met name de externe factoren, de exogene factoren maken dat er nu zulke grote problemen zijn met de financiën. De Minister heeft eerder aangegeven dat ze met de prijsindex, de prijsbijstelling bezig is. Bij de begrotingsbehandeling heeft ze gezegd dat ze daar op korte termijn op terugkomt. Daar wachten we dan op. Als we dat probleem kunnen oplossen, is een heel aantal van de problemen waar dit project mee geconfronteerd wordt – nogmaals, vooral als exogene factoren – opgelost.
De nieuwe Minister van Defensie van de Verenigde Staten heeft de bijnaam «Mad Dog». Ik weet nog niet wat voor bijnaam Onze Minister van Defensie zich gaat aanmeten als ze hem ontmoet zo ergens begin 2017. Ik laat dat aan de fantasie van de Minister over. In ieder geval verwacht ik dat onze rol binnen de NAVO, zoals Trump heeft aangegeven, serieus blijft en dat we dus echt zorgen dat de budgetten van Defensie omhoog gaan, zodat de Minister een serieuze counterpart is van de nieuwe Minister van Defensie en we goed kunnen samenwerken, ook in dit project.
De heer Vuijk (VVD):
Voorzitter. Ik dank de Minister voor de beantwoording van mijn vragen. Over Canada heb ik goed begrepen dat er formeel sprake is van een soort uitstel. Wij hebben die afweging hier nadrukkelijk ook gemaakt, maar wij hebben ervoor gekozen om gelijk de F-35 te kiezen en niet eerst nog een ander toestel ertussendoor te proppen, omdat je uiteindelijk toch bij de F-35 uitkomt.
Het tweede punt is de block buy. Ik heb al aangegeven dat de VVD de Minister steunt in het voornemen tot een block buy. De kans op een financieel voordeel is belangrijk, zeker als wij naar ons budget kijken.
Ik heb de Minister duidelijk horen zeggen dat de software, in ieder geval ook de Block 3F-software, voor onze toestellen op tijd gereed zal zijn, al was het maar omdat er nog voldoende ruimte zit tussen de deadline die de Verenigde Staten zelf voor die software stellen en de levering van onze toestellen in 2019.
Ik heb de Minister over de loon- en prijsbijstelling horen zeggen dat het CBS een onderzoek uitvoert. De resultaten kunnen we ergens in 2017 verwachten. Ik kijk daar met belangstelling naar uit.
Over de afdracht van de industrie heeft de Minister helder aangegeven dat het probleem is opgelost. Volgens mij heeft Kamp daar inderdaad vorig jaar al iets over gezegd. Wat ik erg goed nieuws vind, is dat de belangstelling van de industrie groot is en dat ook nieuwe bedrijven zich aanmelden om in het participatieprogramma mee te doen. Dat is ook belangrijk voor het realiseren van de werkgelegenheidsdoelstellingen en dat was toch een belangrijk punt destijds bij de definitieve beslissing voor de verwerving van dit toestel.
De Minister sprak lovende woorden over de student-stagiaires van de TU Delft. Ik ga er ook nog even goed naar kijken, met name naar het punt van de video. Ik juich het zeer toe dat er eventueel een jaarlijks evenement van gemaakt kan worden. Ik heb het altijd wat stil gevonden rondom dit project. Hoe meer aandacht ervoor is, hoe beter.
Mevrouw Eijsink (PvdA):
Voorzitter. Ik dank de Minister voor de beantwoording van de vragen. Als het gaat om functionaliteit, tijd en geld zijn veel vragen beantwoord en staat er veel in de voortgangsrapportage zelf.
Ik vraag de Minister om in het volgende rapport verder in te gaan op de inzetbaarheidsambitie die we hadden, met de scenario's zoals die ook uit het kandidaatstellingsrapport naar voren kwamen, en om die ook te benoemen. We hebben het toestel natuurlijk niet alleen gekocht om ons eigen luchtruim te bewaken. De F-35 is een overqualified toestel voor de renegade-taken. Voor de Quick Reaction Alert hebben we in feite geen F-35 nodig, maar wel voor de missies. Wat mij betreft ligt in de volgende rapportage meer nadruk op wat het toestel kan volgens de gegevens uit de kandidaatstellingsevaluaties en op basis waarvan in november 2013 dit toestel gekozen is. Wij, en welke regering dan ook, moeten daar scherp in blijven voor de inzet van de missies van onze krijgsmacht.
Ik kom op de industrie. Pagina 37 van het rapport geeft aan dat er uiteraard nieuwe toetreders zijn, 88 bedrijven op dit moment. Maar er zijn ook bedrijven failliet gegaan en opgegaan in andere bedrijven. Laten we het wel feitelijk houden als het gaat om wat er nog moet gebeuren. Terecht stelt de Minister dat er nog veel contracten ondertekend moeten worden. Ik blijf hameren op de huidige productieperiodes tot 2045. Er moet nog veel gedaan worden. Ik hamer erop – dat is ook een van de voorwaarden van de PvdA geweest voor het akkoord gaan met dit project – dat de werkgelegenheid van groot belang is. Er moet nog een tandje bij gezet worden.
Ik zie uit naar het verslag van de Minister over Uden, maar niet alleen naar het verslag en de inspanningen, maar uiteraard ook naar de opbrengsten. Dat is van belang voor het draagvlak in Uden, voor een kern waar al sinds de Tweede Wereldoorlog onze luchtmachtbasis is.
Mijn laatste opmerking gaat over de geluidsmeting. Ik ben zeer content met alles wat gedaan is naar aanleiding van de motie over geluid, met name de inzet op de menselijke maat. Dat heeft bewezen dat Defensie dit kan. Een aantal jaren geleden was het moeizaam. Ik complimenteer iedereen die juist met die menselijke maat en het verstaan van de lokale bevolking op alle niveaus heeft kunnen werken. Ik denk dat dat voortgezet wordt met wat nu ook in de overeenkomsten staat. Ik ga ervan uit, maar krijg dat graag nog herbevestigd van de Minister, dat deze ontwikkeling blijft staan en dat alles wat in de motie staat, ook uitgevoerd zal worden. Het rapport over het geluidsmeetnet moet volgend najaar komen. Dan zal de Kamer op de hoogte worden gebracht.
Mevrouw Belhaj (D66):
Voorzitter. Ik dank de Minister voor de beantwoording van een aantal kritische vragen van D66. Er is nog veel te doen. We hopen dat er zo snel mogelijk alleen nog maar positieve rapportages zijn en alle problemen zo veel mogelijk zijn opgelost, zodat het allemaal binnen de perken blijft.
Ik had nog een slotvraag. Deze rapportage loopt tot eind mei. In januari zijn we alweer acht maanden verder. Is het mogelijk om in januari of in februari de volgende rapportage te doen toekomen? In maart zijn er verkiezingen en dan wordt een nieuwe commissie geïnstalleerd etc. Je bent zo een heel jaar verder. Volgens mij is het toch wel belangrijk om vlak voor de verkiezingen de laatste rapportage te ontvangen en wellicht te bespreken.
De heer Houwers (Houwers):
Voorzitter. Ik bedank de Minister voor de beantwoording. De zorgen zijn zeker niet weggenomen, met name de financiële zorgen niet. Naast die financiële zorgen is er nog wel wat op te merken over het toestel. Ik wacht de berichten van het rapport van de deskundige waar de Minister over sprak en waar stukjes van gelekt zijn, met belangstelling af. Uiteindelijk moeten we een goed toestel hebben, en ook voldoende toestellen, en dus ook voldoende geld.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Voorzitter. In dit debat zie je twee werkelijkheden. De voorstanders van de JSF staren zich blind op de voordelen van het toestel. Ik vrees dat er dan wel sprake is van een vorm van blikvernauwing. Naast de voorstanders heb je de realisten. Die zien welke enorme problemen er zijn: technische problemen met de software, kostenoverschrijdingen, vertragingen, en niet te vergeten de andere landen die zich aan het bezinnen zijn. De Amerikanen aarzelen en de Canadezen zijn er in feite helemaal mee gestopt. Daardoor komt er maar een spreekwoord onvermijdelijk bij mij op: beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Daarom vraag ik een vervolgdebat aan om een motie in te dienen.
De voorzitter:
U hebt een verslag algemeen overleg (VAO) aangevraagd. Dank voor die duidelijkheid. We gaan direct door naar de beantwoording van de regering. Het woord is aan de Minister.
Minister Hennis-Plasschaert:
Voorzitter. Spreekwoord of lijfspreuk; laat ik me daar niet over uitlaten. Ik zie uit naar het VAO. De F-35 is een wapensysteem in ontwikkeling. Ik heb bij herhaling, ik weet niet hoe vaak maar zo vaak uitgelegd waarom de F-16 moet worden vervangen. Die kist komt aan het einde van zijn operationele, technische en economische levensduur. We hebben een vervanger nodig. Terecht zegt mevrouw Eijsink en ik heb merkte dat zelf ook op in eerste termijn: niet alleen om ons eigen luchtruim te bewaken, maar ook om overal ter wereld te worden ingezet, omdat overwicht in het luchtruim zó cruciaal is voor bijna elke militaire operatie. Wij hebben een kist nodig die dat kan, die toekomstbestendig is en voldoende doorontwikkelingsmogelijkheden kent. De F-35 is die kist. Ja, het is nog een wapensysteem in ontwikkeling. En ja, zeg ik tegen mevrouw Belhaj, dat betekent dat er ook de komende jaren echt nog wel wat kritische noten te kraken zullen zijn. Uiteindelijk hebben al die kritische noten maar één doel en dat is straks een heel goed toestel afleveren, zoals de F-16 waarin we de afgelopen decennia hebben kunnen vliegen. Ik heb daar vertrouwen in, maar we moeten wel kritisch blijven. Dat houdt ons ook scherp. Het gaat er niet om dat je van die kist gaat houden, maar het gaat erom dat die kist doet wat je denkt dat hij moet doen en wat je wilt dat hij moet doen, en dat het inderdaad de missies kan vliegen waarover mevrouw Eijsink zojuist sprak.
Ik herhaal de woorden van de heer Knops: vooruitgaan is nu van belang. We moeten ons goed vergewissen van onze wankele positie binnen een heel onveilige wereld. Ik heb het dan niet zozeer over de Nederlandse positie als meer over het Europese blok. Het hebben van toekomstbestendige wapensystemen is cruciaal. Ik heb de heer Knops goed verstaan als het gaat om zijn zorgen over met name de valutakoersenproblematiek en de effecten daarvan op de ramingen. Nogmaals, ramingen moet men niet verwarren met het beschikbare budget. Ik heb net al aangegeven dat wij natuurlijk niet helemaal lijdzaam gaan toezien hoe dingen de soep inlopen. Ik heb tijdens de begrotingsbehandeling ook duidelijk aangegeven waar de tekorten zitten bij Defensie als het gaat om investeringen en om uitholling van het budget door allerhande exogene factoren. Dit is er overduidelijk een van. Het is niet voor niets dat we daar ook mee aan de slag zijn gegaan. Ook in dat opzicht, maar dat hebben we met elkaar gewisseld tijdens de begrotingsbehandeling, doet het formatiemoment ertoe. Want in die periode zal het CBS ook zijn onderzoeksresultaten bekendmaken.
De heer Vuijk heb ik goed verstaan, maar ik heb geen vraag vernomen.
Mevrouw Eijsink heeft nogmaals haar wens geuit om een tandje erbij te zetten in het kader van de werkgelegenheid. Zij sprak ook over haar motie. Die motie is wel een beetje – en dat zegt een liberaal niet vaak – een bijbel geworden. Die motie wordt dus uitgevoerd, ook in de jaren die volgen. Het geluidsmeetnet komt er. De werkgelegenheid heeft onze volle aandacht. De oproep voor een tandje erbij heb ik goed begrepen en zal ik ook met mijn collega van EZ bespreken. Uden zal specifiek genoemd worden in de eerstvolgende voortgangsrapportage. Het blijft van belang dat we daar niet alleen Defensie en EZ hebben, maar ook een provincie en verschillende activiteiten binnen die provincie. Ik heb dat serieus te nemen en ik wil dat ook serieus nemen, want inderdaad is draagvlak bij de lokale bevolking voor de vliegbasis van groot belang.
Mevrouw Eijsink vroeg mij of ik in de eerstvolgende rapportage nadrukkelijker wil ingaan op de verschillende missies die het toestel kan vliegen. Het antwoord is ja, zonder onszelf te willen verliezen in allerhande details. We moeten even kijken hoe we dat gaan doen, anders ontvangt u zo een rapport waar denk ik niet iedereen op zit te wachten. We gaan kijken hoe we dat verder kunnen invullen.
Mevrouw Eijsink verwees in eerste termijn naar de risicoparagraaf en bijvoorbeeld de hoge kosten voor de infrastructurele aanpassingen. Die risicoparagraaf is er met een reden, namelijk daar waar je een risico signaleert, moet je dat ook opschrijven. Omdat Defensie in het verleden niet bepaald heeft gegrossierd in heldere risicoparagrafen, proberen we dat nu zo volledig mogelijk te doen. Dat betekent niet dat ieder risico dat wordt benoemd zich ook gaat voordoen. Alles is er natuurlijk op gericht om die risico's te beheersen en te mitigeren. Met andere woorden: alles uit de kast om ervoor te zorgen dat ze zich niet voordoen.
Mevrouw Belhaj vroeg naar een nieuwe rapportage, maar het antwoord daarop is nee. Dat zeg ik niet, omdat ik mevrouw Belhaj niet wil bedienen, want dat wil ik best, maar dat is vanwege de vaste systematiek. We doen de rapportage bij het jaarverslag. Dat is met een reden. Er liggen allerlei financiële gegevens aan ten grondslag. Die moet je wel beschikbaar hebben, anders zou ik halfbakken gaan rapporteren. Dan zouden we een heel raar gesprek hebben. Een tweede argument is dat ik het niet wijs vind om het voor de verkiezingen te doen. De vervanging van de F-16 is jarenlang een hyperpolitiek project geweest. Er zit net rust in. We zijn bezig met de uitvoering ervan. Laten we nu ook vasthouden aan de rapportagesystematiek zoals we die eerder met elkaar hebben afgesproken.
Daarmee heb ik alle vragen beantwoord en wil ik iedereen hartelijk danken voor een constructief debat.
De voorzitter:
Dat is vriendelijk van de Minister, die wij op onze beurt danken voor haar beantwoording in tweede termijn. De Minister vraagt toch nog het woord.
Minister Hennis-Plasschaert:
Ik gaf net in antwoord op de vraag van mevrouw Eijsink heel voortvarend aan dat ik het RAND-rapport heel graag vertrouwelijk ter inzage wil leggen, maar ik hoor net dat ik daarvoor eerst toestemming moet vragen aan onze counterpart in de VS, waaronder aan het JPO. Dat gaat vooraf aan het proces. De Kamer heeft het dus niet morgen. Ik moet daar formeel toestemming voor vragen.
De voorzitter:
Dat is goed. Dan kunnen wij nog even de toezegging aanpassen. Dat is ook de eerste toezegging die ik heb genoteerd. Luistert u allen even mee, zodat we daar geen onenigheid over krijgen. De toezeggingen die door de Minister zijn gedaan:
– Met betrekking tot de block buy legt de Minister het op pagina 2 van haar brief van 6 december bedoelde rapport vertrouwelijk voor aan de Kamer, na daarvoor toestemming te hebben verkregen van het JPO.
– Met betrekking tot het onderhoud van de F-35 en de spin-offs die dit kan opleveren, zal de Minister de resultaten van de gesprekken met de gemeente Uden opnemen in de volgende voortgangsrapportage.
– In de volgende voortgangsrapportage zal de Minister melden welke verschillende missies de F-35 kan vliegen.
Mevrouw Eijsink (PvdA):
Ik vul aan: op basis van de afspraken uit de kandidatenevaluatie. Dat verheldert het, want daar staat het in beschreven.
De voorzitter:
Dan doen wij dat op basis van de afspraken die met de Minister zijn gemaakt sinds de kandidatenvergelijking. Dan zijn alle afspraken daarin vervat.
Hiermee is een einde gekomen aan dit algemeen overleg. Ik dank de Minister en haar ambtenaren voor hun aanwezigheid. Ik dank u allen voor uw belangstelling en vanzelfsprekend ook de leden van de Kamer.
Sluiting 11.57 uur.