Vastgesteld 23 december 2015
De vaste commissie voor Economische Zaken heeft op 18 november 2015 overleg gevoerd met Minister Kamp van Economische Zaken over:
– de brief van de Minister van Economische Zaken d.d. 1 september 2015 inzake vergunningen voor commerciële radioomroepen (Kamerstuk 24 095, nr. 391);
– de brief van de Minister van Economische Zaken d.d. 16 oktober 2015 inzake de Evaluatie Nota Frequentiebeleid 2005 (Kamerstuk 24 095, nr. 392);
– de brief van Minister van Economische Zaken d.d. 13 november 2015 houdende een reactie op de uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) van 8 oktober 2015 in de door Sky Radio, Radio 538 en Q-Music ingestelde hogere beroepen tegen de in 2011 opgelegde verlengingsprijzen van de landelijke commerciële FM-vergunningen (Kamerstuk 24 095, nr. 395);
– de brief van de Minister van Economische Zaken d.d. 16 november 2015 inzake digitale ethertelevisie en 700 MHz band (Kamerstuk 24 095, nr. 394).
Van dit overleg brengt de commissie bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.
De voorzitter van de commissie, Vermeij
De griffier van de commissie, Franke
Voorzitter: Vermeij
Griffier: Kruithof/Franke
Aanwezig zijn zes leden der Kamer, te weten: Brouwer, Gesthuizen, Klever, De Liefde, Agnes Mulder en Vermeij,
en Minister Kamp van Economische Zaken, die vergezeld is van enkele ambtenaren van zijn ministerie.
Aanvang 15.03 uur.
De voorzitter: Welkom bij dit AO Telecommunicatie. Er zijn vijf sprekers. Ik stel voor een spreektijd van vier minuten per fractie te hanteren. Gezien het aantal aanwezige leden kan daar enige speling in zijn. Verder stel ik voor om in eerste termijn twee interrupties per fractie toe te staan. Dat moet wel kunnen. Ik heet de Minister van Economische Zaken van harte welkom, evenals zijn ambtenaren, de mensen op de publieke tribune en de mensen die elders meeluisteren en -kijken.
Mevrouw Gesthuizen (SP): Voorzitter. Excuus voor mijn verlate binnenkomst; er was een technisch probleem met de poortjes. Aangezien de woordvoerder van D66 niet aanwezig kan zijn, doet de bijzondere gelegenheid zich voor dat ik voor de eerste twee punten mijn inbreng vandaag mede zal leveren namens de heer Verhoeven van de D66-fractie.
De voorzitter: Dat is prima. Deze mededeling geeft mij de gelegenheid om de leden te vragen of zij ermee akkoord gaan dat de heer Harm Brouwer vandaag namens de PvdA-fractie het woord zal voeren. Hij is nog geen officieel lid van deze commissie omdat hij net geïnstalleerd is, maar ik neem aan dat de leden hiermee instemmen. Ik zie dat dat het geval is.
Mevrouw Gesthuizen (SP): Dan begin ik maar snel met de inhoud.
De motie-Gesthuizen c.s. (24 095, nr. 385) is voor de zomer aangenomen, bijna unaniem zelfs. Wij riepen de regering daarin onomwonden op om bestaande vergunningen voor radiofrequenties te verlengen met een aantal aanpassingen. De Minister heeft al aangegeven dat het wijzigen van de clausulering problematisch is om begrijpelijke redenen, maar wij maken ons zorgen over de wijziging van de eigendomsbeperkingen. Bij de behandeling van de wijziging van de Mediawet, die enkele weken geleden is aangenomen, is de motie-Rutte/Mohandis (34 264, nr. 27) aangenomen. Daarin roept de Kamer de Staatssecretaris van OCW ertoe op om de ministeriële regeling waarin de beperkingen zijn opgenomen, te wijzigen. Kan de Minister vandaag aangeven wanneer wij deze regeling mogen verwachten?
Daarnaast vragen wij ons af in hoeverre de digitaliseringsplannen voor de Minister voorwaarde zijn voor verlenging. In de eerder genoemde motie-Gesthuizen c.s. staat hierover niets. Een flink aantal partijen die graag wilden verlengen, hebben hun plannen aangeleverd, maar andere, vooral regionale partijen nog niet. Gaat de Minister het besluit tot verlenging hier volledig van laten afhangen? Het zal geen verbazing wekken dat ik hoop dat de Kamer op dit punt tamelijk eensgezind zal optrekken en de Minister zal vragen te doen wat de Kamer hem voor de zomer nog heeft gevraagd.
De Kamer heeft veel brieven van de Minister gekregen. Daarin schrijft hij dat de middengolf, de AM-band, bestemd moet blijven voor de kleine, uiterst lokale zenders, de zogenaamde LPAM-zenders (Low Power Amplitude Modulation zenders). Op zichzelf is dat toe te juichen, maar wij krijgen toch vaak bericht van mensen die een grote landelijke zender willen opzetten op de middengolf. Bij mijn weten bestaat die niet meer sinds Radio 5 is gestopt. Dat is een gemis voor die doelgroep. Wil de Minister toch een of meerdere landelijke AM-kavels creëren? Hoe staat hij daartegenover? Als hij dit niet van plan is, hoor ik graag exact waarom dat niet mogelijk is.
We begrijpen dat de Minister de 700 MHz-band wil veilen voor mobiel internet, zeker als er steeds meer informatie door de ether moet voor huishoudens zonder vaste aansluiting. Wel zouden we graag een onderbouwing van de behoefte daaraan zien. Nu lijkt het voornaamste argument immers te zijn dat de Europese Commissie het zo wil. We hebben wel onze zorgen over de gevolgen voor degenen die nu zendapparatuur op die frequentie hebben. Daarover hebben wij van hen ook veelvuldig bericht ontvangen. Het gaat hierbij niet alleen om televisieproducenten en evenementenbureaus, de PMSE-sector (sector voor Programme Making & Special Events), maar ook om bijvoorbeeld buurthuizen en kerken, organisaties die niet elk jaar voor honderden euro's apparatuur kunnen vervangen. Voor hen is het dus een reëel probleem. Zij zijn eerst naar de 700 MHz-band verplaatst en moeten daar weer vanaf, zij het over een paar jaar. Zij hebben grote behoefte aan zekerheid. Kan de Minister garanderen dat de sector de frequentiegelegenheden die deze sector krijgt in 2020, als de 700 MHz-band wordt geveild, ook echt kan blijven gebruiken? Ik sluit af met de buitengebieden. Heb ik daar nog tijd voor?
De voorzitter: Ja, hoor.
Mevrouw Gesthuizen (SP): Het is mooi dat KPN een initiatief neemt, maar toen ik de details ervan zag, vroeg ik mij wel af of dit de kant is die wij op moeten. 50 GB voor € 50 per maand is een verbetering als het met een snelheid van 100 MB/s verstuurd wordt, maar ben je echt zo goed af als je dat er op volle kracht binnen 70 minuten doorheen jaagt? Daar kom ik namelijk, met wat rekenwerk, op uit. We weten bovendien niet eens wat de aanvullende voorwaarden zijn als de bundel op is. Een vaste aansluiting is heel anders dan een mobiele en een telefoon gaat nu eenmaal anders om met data dan een gewone computer. Is de Minister hier tevreden mee of gaat hij in overleg met het bedrijfsleven verder zoeken naar oplossingen?
Mevrouw Agnes Mulder (CDA): Voorzitter. Ik begin met snel internet. Ook marktpartijen lijken eraan mee te willen gaan werken om snel internet in heel Nederland te realiseren. Het CDA juicht het toe dat KPN buitengebieden van snel internet wil voorzien en hoopt dat andere marktpartijen volgen. Dat KPN dit groots in de pers heeft aangekondigd, schept natuurlijk wel verplichtingen. Daar zullen we KPN aan houden, maar dat zal het bedrijf ongetwijfeld ook willen. In de media gaf KPN aan verantwoordelijkheid te willen nemen en niet alleen te kijken of het rendabel kan zijn. Dit is een belangrijke uitspraak. Wij hopen echt dat het bedrijf deze omzet in daden.
Het CDA is er wel verontrust over dat in het plan van KPN nog geen oplossing is gevonden voor 100.000 huishoudens en enkele tienduizenden bedrijven. Welke oplossing ziet de Minister voor deze groep? Het is belangrijk dat marktpartijen niet alleen gaan zoeken naar de laatste krenten in de pap, maar echt hun verantwoordelijkheid nemen. Daarnaast is het belangrijk dat marktpartijen niet onnodig in de weg gaan lopen bij inwonersinitiatieven. Het CDA krijgt namelijk signalen binnen van initiatiefnemers die de wittevlekkengebieden toekomstbestendig willen maken, maar hierin vertraagd worden door marktpartijen die door het stapelen van technieken een verouderd netwerk in stand proberen te houden. Krijgt de Minister hierover ook signalen? Het CDA is blij dat de motie van de fracties van het CDA en de PvdA (34 300-XIII, nr. 27) om experimenteer- en regelruimte te realiseren voor snel internet, is aangenomen. Hoe staat het met het platform samensnelinternet.nl? Weten initiatiefnemers het platform volgens de Minister al voldoende te vinden? Welke signalen krijgt hij hierover?
Dan ga ik in op de vergunningen voor commerciële radioomroepen. De Kamer heeft een motie aangenomen om de vergunningen voor commerciële radioomroepen te verlengen. Hoewel de Minister heeft aangegeven de motie te willen gaan uitvoeren, krijgen we signalen dat dit onnodig traag verloopt. In zijn brief geeft de Minister aan dat een onafhankelijk expert is aangesteld. Daardoor blijft de mogelijkheid van veiling boven de markt hangen. Ik vraag mij af of de Minister zich hiermee een slechte verliezer toont en alsnog wil gaan veilen. Was het uitgangspunt van beleid niet altijd «high trust, high penalty»? Dat is gisteren nog besproken bij de behandeling van de ACM-wet. Ik kan deze zaken niet goed met elkaar rijmen. Waarom gaat de Minister niet uit van vertrouwen? Breekt hij nu echt met deze denklijn? Graag krijg ik hierop een reactie van de Minister.
Bij het vorige AO heeft het CDA een lans gebroken voor regiogerichte programmering. In de brief lezen wij dat de clausulering gehandhaafd blijft, vanwege de verlenging. Als wij het goed begrijpen, wordt hiermee ook het bestaande percentage regiogerichte programmering gehandhaafd. Klopt dat?
Ik ga in op het mobiele bereik van 112. Betere mobiele bereikbaarheid van 112 is van groot belang voor het CDA. De snelheid van het tot stand komen van een noodoproep bij smartphones is een belangrijk knelpunt, zo bleek uit het onderzoek van TNO en Agentschap Telecom. Daarom hebben wij er dit voorjaar voor gepleit om bellen via het 4G-netwerk mogelijk te maken, zodat noodoproepen naar 112 sneller tot stand kunnen komen. NU.nl meldde op 28 september dat bij KPN vanaf 2016 kan worden gebeld via 4G. Daar zijn we erg blij mee. Hoe staat het hiermee bij andere providers? Is de Minister bereid dit na te gaan en hierover te rapporteren in de door hem reeds toegezegde brief over de stand van zaken, die we eind dit jaar van de Minister zullen ontvangen? Wil hij dit punt daar specifiek bij betrekken? De Minister heeft in een AO over dit onderwerp ook toegezegd te willen helpen om het bereik te verbeteren in gemeenten waar het bereik nog niet optimaal is. Hoe staat het hiermee? Kan de Minister vast een tipje van de sluier oplichten? Wellicht zal hij deze vraag in de brief beantwoorden, maar misschien kan hij er nu ook alvast iets over zeggen.
Voorzitter, ik zie dat ik moet afronden. Mijn volgende punt zal ik dan in tweede termijn aan de orde stellen. Ik wil nog wel mijn steun uitspreken voor het punt van de SP over de kerken en de 700 MHz-band.
De voorzitter: Ik heet de heer Brouwer welkom in de vaste commissie voor Economische Zaken en geef hem graag voor de eerste keer het woord.
De heer Brouwer (PvdA): Voorzitter. Ik denk dat het mogelijk is om een beetje tijd in te lopen, want er zijn al heel goede dingen gezegd. Ik wil spreken over de vergunningen voor de radiozenders en over internet in de buitengebieden. Over de vergunningen zijn al veel vragen gesteld. Wij blijven op het standpunt staan dat de Kamerbreed aangenomen motie zo snel mogelijk uitgevoerd moet worden. Wij horen graag de antwoorden van de Minister op de gestelde vragen.
Ik ga in op het internet in de buitengebieden. De PvdA-fractie is blij met de stappen die KPN zet. Het is echter de vraag of dit genoeg is. 4G met een datalimiet van 50 GB lijkt geen structurele oplossing te zijn. Als je meer producten van KPN afneemt, krijg je meer GB, maar de datalimiet blijft. Het is niet geschikt voor mensen met een druk, actief leven en een gezin, voor bedrijven in een buitengebied of voor zelfstandig ondernemers. 50 GB ben je zo kwijt als je de computer updatet, in de cloud werkt, online moet werken voor onderwijs enzovoorts. Dan is 50 GB mogelijk toch niet voldoende. Wij krijgen signalen dat mensen dit ervaren als een wassen neus. Graag krijg ik hierop een reactie van de Minister. Waarom pakt KPN niet door, door snel internet ook voor die laatste 100.000 huishoudens te regelen?
Mevrouw Klever (PVV): Voorzitter. Een goed functionerende markt op telecomgebied is van essentieel belang voor de Nederlandse consument. Door gezonde concurrentie profiteert deze immers van lage prijzen. Zo n markt ontstaat niet vanzelf. Daarvoor is een goed functionerende toezichthouder nodig. We vernemen echter steeds vaker klachten van de markt over de toezichthouder, Agentschap Telecom. Zijn werkwijze zou overdreven gejuridiseerd, niet-transparant, onvoorspelbaar en niet-oplossingsgericht zijn. Zo worden bijvoorbeeld disproportionele boetes opgelegd en negentien pagina's dikke dictaten uitgereikt vanwege administratieve vergissingen van vrijwilligers van plaatselijke omroepjes. Het is niet voor het eerst dat we zulke geluiden horen. In 2011 stemde de Kamer unaniem voor een motie van de PVV, waarin de regering verzocht werd om verbeteringen in het functioneren van Agentschap Telecom tot stand te brengen. Wordt deze motie wel naar behoren uitgevoerd? Herkent de Minister de klachten van de markt over Agentschap Telecom?
Dan ga ik in op de vergunningen voor commerciële radio. Voor de zomer heeft vrijwel de voltallige Kamer aangegeven dat de FM-vergunningen verlengd dienen te worden, maar nu wordt daar toch weer aan gemorreld. Het aanstellen van een onafhankelijk expert zorgt voor onzekerheid op de markt en impliceert dat de Minister de optie van veilen openhoudt. Waarom creëert de Minister deze onzekerheid en waarom voert hij de motie van de Kamer niet onverkort uit? Ook voor Digitenne is de Minister nu plotseling voornemens om te veilen in plaats van te verlengen. De korte termijn waarop dit zou moeten gebeuren, leidt tot onzekerheid op de markt. Wat is de aanleiding voor dit besluit? Is de ACM erbij betrokken? Wat betekent dit voor de bijna half miljoen gebruikers, die veelal geen alternatief hebben? Is het niet verstandiger om de bestaande vergunningen met twee tot drie jaar te verlengen, zodat deze eventuele veiling goed voorbereid kan worden? Dit was volgens mij in eerste instantie ook de intentie.
Steeds meer Nederlanders kunnen van snel internet genieten. Dat geldt na de aankondiging van KPN van vorige week gelukkig ook voor steeds meer mensen in het buitengebied. De Consumentenbond meldt ons echter dat slechts 23% van de huishoudens kan kiezen uit drie of meer providers. Keuzemogelijkheid is van belang, omdat gebrek aan keuze resulteert in hogere prijzen voor de consument. Kan de Minister reageren op deze cijfers van de Consumentenbond en het Stratix-onderzoek? Welke mogelijkheden ziet de Minister om gezonde concurrentie op het gebied van snel internet voor meer huishoudens in Nederland mogelijk te maken?
De heer De Liefde (VVD): Voorzitter. De afgelopen maanden hebben we een pad afgelegd wat betreft het veilen of verlengen van commerciële radiofrequenties. De moties zijn duidelijk. Kan de Minister bevestigen dat Staatssecretaris Dekker snel een ministeriële regeling zal opstellen, waarin de verruiming van de eigendomsbeperkingen wordt vastgelegd? Wanneer wordt deze regeling precies gepubliceerd? Mijn fractie hecht eraan dat de besluitvorming tijdig plaatsvindt, zodat de Kamer eventueel nog voor het kerstreces in de gelegenheid is om hierover te spreken met de Minister. Kan de Minister toezeggen dat er bijvoorbeeld in de eerste week van december definitief duidelijkheid komt over de verruiming van de eigendomsbeperkingen?
Over het verlengen of veilen van radiofrequenties bestaat bij mijn fractie enige onduidelijkheid, die ontstaan is door de brief van de Minister van 13 november. Wil de Minister het verlengen van de radiofrequenties nu wel of niet afhankelijk maken van de onderwerpen die in de brief genoemd worden? Ik denk bijvoorbeeld aan de nog ontbrekende input van de niet-landelijke commerciële radiozenders, die slechts een klein deel van het totale radiospectrum en de luisteraars beslaan. Als de sector constructief meedoet, lijkt veilen, zoals in de brief wordt geschetst, mij slechts een theoretische mogelijkheid, die zich niet zal voordoen. Kan de Minister dit bevestigen? Duidelijkheid en rust zijn in deze fase van het verlengingsproces van groot belang.
Dan ga ik in op Agentschap Telecom (AT). De collega van de PVV heeft hierover ook al iets gezegd. De moeizame relatie tussen de marktpartijen en het AT is een hardnekkig en aanhoudend probleem, waar mijn fractie helaas weer klachten over heeft ontvangen. Hoe zit het nu? In 2011 en 2012 zijn moties van collega's Van Bemmel (24 095, nr. 278) en Schaart (24 095, nr. 317) unaniem aangenomen. De boodschap was helder: het AT moet in de meewerkstand en niet in de tegenwerkstand. De Gedragslijn netverbetering FM-omroepband kwam tot stand en enige tijd leek het beter te gaan. Recentelijk heeft het AT echter eenzijdig besloten die gedragslijn terzijde te schuiven. Wellicht niet geheel toevallig beginnen de klachten weer binnen te stromen bij mij en mijn collega s. De klachten gaan met name over de stugge en inflexibele werkwijze van het AT. Ik vraag de Minister om dit hardnekkige probleem, dat helaas steeds terugkeert, grondig aan te pakken. Het AT is er om het meest efficiënte frequentiegebruik te faciliteren. Wij zien daarom graag samenwerking in plaats van tegenwerking en inflexibiliteit.
Een illustratief voorbeeld daarvan zijn de helikoptermetingen van het AT. Het agentschap gebruikt deze – het wordt wat technisch – om te controleren of vergunninghouders zich houden aan het uitzenden binnen de afgesproken antennediagrammen. Het AT weigert inzicht te geven in de gebruikte meet- en verwerkingsmethodiek. De brondata zijn pas na jaren beschikbaar gesteld aan de markt en het dreigement om te gaan handhaven op basis van de metingen uit 2012 is pas in 2015 van tafel gegaan. Nu worden er nieuwe metingen aangekondigd voor 2016, wederom op basis van onbekende meet- en verwerkingsmethodieken, en lijkt het verhaal van voren af aan te beginnen. Dit verdient geen schoonheidsprijs en er hangt een hoog prijskaartje aan. Volgens onze eigen berekeningen – ik hanteer daarbij een zekere marge – heeft het uitvoeren van de helikoptermetingen zo n 1 miljoen euro gekost. De metingen zijn uitgevoerd terwijl er nul klachten zijn tussen omroepen onderling over de wijze waarop wordt uitgezonden en terwijl er nul klachten van luisteraars zijn. Ik herhaal: er zijn nul klachten. Waarom gebruik je dan een heel dure techniek als helikoptermetingen? Dat vraag ik mij oprecht af.
Tot slot ga ik in op de verhandelbaarheid van frequenties. De Minister wil die verhandelbaarheid verbeteren. Daar kunnen wij ons veel bij voorstellen, maar hoe gaan wij daar balans in aanbrengen? Verhandelbaarheid moet niet leiden tot speculatie. Wij geloven erg in overdraagbaarheid, maar de ruimte op het spectrum blijft schaars, dus hoe vindt de Minister een gezonde balans?
De voorzitter: De Minister kan direct antwoorden. Daar zijn wij altijd reuzeblij mee.
Minister Kamp: Voorzitter. Mevrouw Gesthuizen vroeg naar een motie die bij de behandeling van de Mediawet is ingediend. In de Mediawet zit een bepaling waarin staat dat er één commercieel radiostation per eigenaar kan zijn, maar er zit ook een bepaling in dat daarvan bij ministeriële regeling kan worden afgeweken als dat nodig is voor een doelmatig beheer van de frequenties. Dat er maar één station per eigenaar kan zijn, staat dus in de wet. We zijn daar bij ministeriële regeling al van afgeweken door te zeggen dat het mogelijk is om één plus één te doen, dus één station zonder beperking en één station met een beperking, bijvoorbeeld alleen nieuws of alleen gouwe ouwen. De motie houdt in dat de Kamer van mening is dat er voor 1 januari aanstaande een nieuwe ministeriële regeling moet komen die zou moeten inhouden dat één eigenaar vier stations kan hebben. Terwijl er in de wet staat dat één station per eigenaar is toegestaan, moet er via de ministeriële regeling naar vier stations per eigenaar worden gegaan. Daar moet je dan wel een goed verhaal bij hebben. Wij hebben tot nu toe namelijk gemerkt dat er bij ieder besluit dat in de sfeer van de commerciële radiostations wordt genomen, een juridische procedure wordt gestart door de een of andere partij. Ik zit nu drie jaar op dit ministerie en ik kan mij niet één besluit herinneren waar geen juridische procedure uit gevolgd is. Als in de wet staat dat één station is toegestaan en als dat er via een ministeriële regeling vier worden, moet ik er rekening mee houden dat hieruit ook weer een juridische procedure volgt. Trouwens, ook als ik daar geen rekening mee zou houden, vind ik dat een besluit altijd zorgvuldig genomen moet zijn. Zorgvuldigheid houdt ook in dat je volgens de Europese richtlijn handelt. Volgens de richtlijn moet er, voordat je zo n besluit kunt nemen en zaken in een ministeriële regeling kunt aanpassen, een consultatie van het veld plaatsvinden. Die consultatie zal dus moeten plaatsvinden.
Op dit moment ga ik na op welke wijze ik de motie kan uitvoeren; dat hoort zo als er een Kameruitspraak ligt. Daar ben ik druk mee bezig. Ik zal de Kamer zo snel mogelijk informatie over de uitvoering van de motie sturen. De Kamer zet er wel bijzondere druk op, valt mij op in dit dossier. Eerst heb ik gezegd dat we zouden gaan veilen, omdat veilen de hoofdregel is. De Kamer wil echter dat er niet geveild, maar verlengd wordt. Toen heb ik gezegd dat ik bij veilen de eigendomsbeperkingen kan veranderen. De Kamer heeft daarop gezegd: je moet verlengen én de eigendomsbeperkingen veranderen. Bij de behandeling van de Mediawet heeft de Kamer laten weten dat dit bij ministeriële regeling moet gebeuren en dat dit voor 1 januari 2016 voor elkaar moet zijn. Nu hoor ik de heer De Liefde zeggen dat hij in de eerste week van december al wil weten hoe het allemaal gaat uitpakken. De Kamer gaat ver in haar opvattingen hierover. Ik doe mijn best om bij te blijven en de uitspraken van de Kamer op een verantwoorde manier uit te voeren. Ik doe dat zo goed mogelijk. Zodra ik resultaten heb, zal ik die met de Kamer delen.
De heer De Liefde en anderen vroegen zich af of ik toch niet aanstuur op veiling. Daar ben ik te digitaal voor, vrees ik. Ik zit nooit op twee koersen. Dat vind ik niet gepast tegenover de Kamer. Daarnaast vind ik het ook allemaal veel te ingewikkeld. Mijn lijn was veilen. Na twee lange discussies met mij heeft de Kamer gezegd dat zij voorstander van verlenging is. We leven in een democratie, dus ik ben nu druk bezig om de motie van de Kamer uit te voeren. Dat moet echter wel kunnen. Ik moet er dus voor zorgen dat de voorwaarden om dit op een verantwoorde manier te doen, vervuld zijn. Ook moet ik er rekening mee houden dat veiling nog steeds de hoofdregel is. Daarom heb ik, ook voor de hoofdregel, mijn huiswerk gedaan. Mocht veilen op een gegeven moment aan de orde komen, dan heb ik het voorwerk dus gedaan. Veilen is echter niet iets waar ik op aanstuur of wat ik waarschijnlijk acht. Ik wil dat we nu gaan verlengen. Daarvoor moet ik afwijken van de hoofdregel. In de regels is aangegeven wanneer je mag afwijken van de hoofdregel. Ik moet dus nagaan of ik een verhaal kan opbouwen – dit moet in juridische procedures houdbaar zijn – op grond waarvan ik tot verlenging kan besluiten Een van de aspecten daarvan is dat verlenging bij moet dragen aan een snelle invoering van de digitale radio. Daarvoor is het van belang dat ik van de sector een plan voor digitalisering krijg. Dit plan moet van dien aard zijn dat het een argument is om van de hoofdregel af te wijken en tot verlenging over te gaan. Ik heb een plan gekregen van de landelijke commerciële radio. Er vindt nog overleg plaats om dit plan zo goed mogelijk te maken, zodat ik kan beoordelen of het uiteindelijk voldoende is. Ik heb nog geen plan van de regionale radio, maar dat probeer ik wel te krijgen. Als dat plan er niet komt, zal ik nagaan wat er vervolgens gedaan kan worden. Dat doe ik steeds met de intentie om de uitspraak van de Kamer om te verlengen in plaats van te veilen, uit te voeren. Nogmaals: het moet allemaal wel kunnen en verantwoord zijn. Ik werk eraan om het mogelijk te maken en verantwoord te laten zijn.
Mevrouw Gesthuizen zei dat zij denkt dat er belangstelling is voor een of meer landelijke AM-kavels. Zij vroeg of dit gefaciliteerd kan worden. Dat kan wellicht. Ik denk dat de vraag naar AM-frequenties niet groter is dan het aanbod. Mijn indruk is dat de verdeling kan plaatsvinden op basis van het principe «wie het eerst komt, het eerst maalt»: wie het eerst komt, kan gefaciliteerd worden. Als er aanvragen worden ingediend voor één of enkele landelijke AM-kavels omdat bedrijven daar gebruik van willen maken, is mijn intentie om dat te faciliteren en mogelijk te maken.
Verschillende woordvoerders hebben vanuit verschillende invalshoeken gesproken over de 700 MHz-band. Wij hebben een band die loopt van 470 MHz tot 790 MHz. De precieze getallen heb ik net even nagevraagd bij de mensen die rechts van mij zitten; zij hebben er verstand van en hebben aangegeven hoe de televisieband begrensd is. Dat is tussen de 400 zoveel MHz en 700 zoveel MHz. Die band werd helemaal gebruikt voor digitale ethertelevisie. De enige die daar gebruik van maakte, was Digitenne. De KPN-vergunning van Digitenne loopt af. Ik hield er rekening mee dat andere partijen hiervoor geen belangstelling zouden hebben. Dan zouden er twee mogelijkheden zijn: Digitenne gaat door, wat mooi zou zijn, of Digitenne houdt ermee op, wat niet zo leuk zou zijn voor degenen die van Digitenne gebruikmaken. Nu is er echter een andere partij gekomen die ook digitale ethertelevisie wil aanbieden. Ik neem die partij serieus. Er zijn dus twee verschillende gegadigden voor één en hetzelfde. Ik moet nu op een eerlijke manier een besluit nemen over de vraag wie het bandgebruik krijgt. Dat kan ik het beste doen bij een veiling. Die ben ik nu aan het voorbereiden. Ik laat de werkingstijd voor de huidige vergunning dus in stand. Als die vergunning is afgelopen, zal ik via een veiling, die ik medio 2016 wil laten plaatsvinden, nagaan of er inderdaad meerdere gegadigden zijn en welke gegadigde zijn aanvraag dan uiteindelijk gehonoreerd kan zien. Ik ga dus op een nette, transparante manier proberen dit te regelen.
Een deel van wat wij samenvatten als de 700 MHz-band wordt eraf gehaald. Dat wordt gebruikt voor de mobiele communicatie. Er is op Europees vlak besloten om dit te doen. Wij gaan dit ook in Nederland uitvoeren. Het gedeelte dat overblijft voor digitale ethertelevisie is te klein bij het gebruik van de huidige technieken, maar gelukkig zijn er, zoals zo vaak, nieuwe technieken. Als die nieuwe techniek wordt ingevoerd, kan alles wat er op de digitale ethertelevisie gezet zou moeten worden, er bij dat beperkte, kleinere aantal frequenties inderdaad op gezet worden, zodat de afnemers van dat product bediend kunnen worden. Er zullen dus twee ontwikkelingen zijn. Ten eerste komt er een veiling, waar één winnaar uit komt. Ten tweede moeten nieuwe technieken worden ingezet. Degenen die meedoen aan de veiling moeten daar rekening mee houden. Die nieuwe technieken zijn namelijk nodig om in de toekomst, als de ruimte voor een deel gebruikt wordt voor mobiele communicatie, door te kunnen gaan met ethertelevisie.
Een aantal andere partijen maakt gebruik van diezelfde band. Er zullen natuurlijk problemen ontstaan als het huidige gebruik van ethertelevisie eraf gaat en het heel frequente gebruik van mobiele communicatie ervoor in de plaats komt. Daar moeten dus ook weer verschuivingen plaatsvinden. Dat is onvermijdelijk. Het belang van de mobiele communicatie is groot. Daar zijn Europese afspraken over gemaakt, dus het moet gebeuren. Het is mijn taak om hiervoor in overleg met de verschillende betrokkenen oplossingen te zoeken en te vinden. De betrokkenen hebben nu geen zekerheid, maar moeten die voor de wat langere termijn wel krijgen. Dat wordt mogelijk gemaakt doordat de Europese Commissie zelf van plan is om voor het beslag dat zij legt op frequenties voor mobiele communicatie zekerheid te geven tot het jaar 2030. Naar aanleiding daarvan kan ik de gesprekken met de andere belanghebbenden ook op een goede manier voeren.
Mevrouw Klever (PVV): Ik heb een vraag over Digitenne. Ik begrijp dat er een andere geïnteresseerde partij is en dat dit de reden is dat de Minister wil gaan veilen. Dat lijkt mij logisch. Is de termijn van veilen echter niet veel te kort als er al eind 2016 geveild moet worden? Veroorzaakt dat geen problemen? Normaal is de voorbereidingstijd voor een veiling een stuk langer.
Minister Kamp: Mevrouw Klever heeft gelijk. We willen zelfs proberen om het medio 2016 te doen. Ik denk dat we inmiddels behoorlijk wat ervaring met veilingen hebben opgedaan en dat dit een overzichtelijke veiling is, omdat er naar mijn inschatting maar twee partijen zijn. Eerst dachten we zelfs dat er maar één partij was en dat dit een aflopende techniek was. In de huidige omstandigheden is het mogelijk om medio 2016 te gaan veilen. Dat is tijdig voor het verlopen van de vergunningen, die volgens mij per 1 februari 2017 aflopen. In de loop van de komende maanden zal ik de Kamer bij een tussenrapportage inzicht geven in het verloop van de voorbereidingen en de haalbaarheid van dit streven.
Mevrouw Klever (PVV): Ik neem aan dat de Minister de termijn van de veiling met de gegadigden afstemt.
Minister Kamp: Ja. Voordat er wordt geveild, vindt er altijd consultatie plaats. Dat zal ook in dit geval gebeuren. Misschien is het goed om nu ook in te gaan op Agentschap Telecom. De woordvoerders hebben gezegd dat zij hier klachten over krijgen en dat dit afgelopen moet zijn; het AT moet in de meewerkstand. Deze partij moet onafhankelijk toezicht houden. Er is verschillend gebruik van frequenties. Als je een frequentiegebruik krijgt toegewezen, mag je een frequentie gebruiken onder bepaalde voorwaarden. Er moet wel op toegezien worden dat je je ook aan die voorwaarden houdt. Als dat niet gebeurt, kun je elkaar dwars zitten. Dat kan er bijvoorbeeld toe leiden dat je het beveiligingssysteem van een intercitytrein stoort, dat je in het buitenland stoort of dat je stoort in de mobiele communicatie of in het medegebruik van de 700 MHz-band voor ethertelevisie. Er zijn allerlei conflicten denkbaar. Daarom is het nodig dat een partij toezicht houdt. Het kan dan best zijn dat de partij waarop toegezien wordt, daar niet zo blij van wordt en een klacht indient. Dat wil niet zeggen dat die partij altijd gelijk heeft en dat degene die toezicht houdt, het verkeerd doet. Het is echter altijd goed om kritisch te zijn op je eigen functioneren. Ik heb kennisgenomen van de klachten die de woordvoerders hebben geuit. We zullen nagaan hoe de huidige praktijk is en hoe het gaat met het opbouwen van een gezonde werkrelatie met het veld, zonder dat de eigen verantwoordelijkheid om toezicht te houden wordt opgegeven. Dat mag niet. Naar aanleiding van de opmerkingen van de leden zal ik kijken naar de manier waarop het toezicht wordt uitgeoefend. Ik denk dat de toezichthouder zelf het beste kan beoordelen of er toezicht gehouden moet worden met een helikoptermeting of op een andere manier. Het gaat erom dat de gestelde voorwaarden worden nageleefd. Ik wil dat hele pakket en alles wat er plaatsvindt in die sfeer onder ogen zien. Ik denk dat het goed is dat ik mijn bevindingen hierover met de Kamer deel, zodat de Kamer daarvan kennis kan nemen en daarover een opvatting kan hebben.
De heer De Liefde (VVD): Ik ben blij dat de Minister op onderzoek uitgaat en zijn bevindingen van het onderzoek naar de relatie tussen het AT en de sector op schrift zal stellen. De Minister gaf wel het ongelukkige voorbeeld van storing van de frequentieruimte van een intercity. De helikoptermeting was een heel concreet voorbeeld dat ging over radio en digitale televisie. Op dat punt is er geen enkele storing met de intercity s. Als er klachten zijn, snap ik heel goed dat het AT moet optreden. Juist voor de radio en de ingewikkelde verdeling van frequentieruimte in Nederland zijn er echter sinds 2003 tot op heden nul klachten binnengekomen. Nul. Er zijn nul klachten tussen omroepen onderling en nul klachten van luisteraars. Het AT gaat dan handhaven met een heel duur speeltje. Dan vraag ik mij af of dat efficiënt toezichthouden is. Ik ben het ermee eens dat er een onafhankelijk toezichthouder moet zijn om toezicht te houden, maar volgens mij moet een toezichthouder ook efficiënt zijn.
Minister Kamp: Mijn opmerkingen hadden betrekking op het functioneren van Agentschap Telecom in brede zin. Het AT moet ervoor zorgen dat de regels en afspraken op het gebied van telecom worden nageleefd en dat daar toezicht op gehouden wordt. Ik heb een aantal voorbeelden gegeven. De heer De Liefde spitst het nu toe op de commerciële radio. Daarop zal ook toezicht nodig zijn, los van de vraag of er wel of geen klachten zijn. Er zijn destijds vergunningen geveild. Daarbij zijn hoge bedragen betaald voor landelijke radio en lage bedragen of zelfs helemaal niets voor regionale radio. Als je nu met een vergunning voor regionale radio veel meer uitzendt dan eigenlijk mag, is dat niet goed. Daar hebben we ons in dit land rekenschap van te geven en daar moeten we dan ook maatregelen tegen nemen. Ik vind klachten een belangrijke reden om als onafhankelijk toezichthouder onderzoek te doen, maar ik vind ook dat je, los van klachten, moet doen wat nodig is om na te gaan of de voorwaarden die je hebt gesteld, worden nageleefd. In dat geheel moet je ook zorgen voor werkbare relaties met het veld. Daar moet van beide kanten aan gewerkt worden, zowel door de commerciële radio als door Agentschap Telecom. Ik zal dat geheel bekijken om na te gaan hoe de situatie op dit moment is en daarbij de input van de Kamerleden betrekken.
De heer De Liefde (VVD): De frequentiecontroles betreffen de radio, niet alleen de commerciële radio, maar ook de regionale radio en de publieke omroep. Het gaat dus om het volledige radiolandschap. Dat zeg ik maar even om dat misverstand uit de wereld te helpen.
Minister Kamp: Misverstand bij wie?
De heer De Liefde (VVD): De Minister gaf aan dat het alleen om de commerciële radio ging.
Minister Kamp: Ik zei dat de heer De Liefde zich richtte op de commerciële radio en dat ik mij daarom vervolgens ook wat nader heb gericht op de commerciële radio. Er is geen misverstand volgens mij.
De voorzitter: Een korte vervolgvraag van de heer De Liefde. Volgens mij is hij al twee keer aan de beurt geweest en we doen interrupties in tweeën.
De heer De Liefde (VVD): Ik heb het gehad over de omroepen, bij mijn weten niet over de commerciële omroepen. Laten we dat maar even laten voor wat het is. Het betreft dus radio van alle omroepen, commercieel, regionaal en publiek. Ik snap dat de Minister zegt dat er toezicht gehouden moet worden, maar dat moet natuurlijk wel op een efficiënte wijze gebeuren. Is de Minister dat met mij eens? Is hij het met mij eens dat als een toezichthouder toezicht houdt en tot conclusies komt, de informatie en de wijze waarop bepaalde overtredingen geconstateerd zijn door die toezichthouder verifieerbaar moeten zijn voor het veld, dus dat die informatie herleidbaar moet zijn en dat de gehanteerde methodieken inzichtelijk moeten zijn?
De voorzitter: Ik verzoek de leden hun vragen toch enigszins beknopt te formuleren en ook de Minister om die vragen zo beknopt mogelijk te beantwoorden.
Minister Kamp: Er zijn een heleboel dingen waar ik het mee eens moet zijn op zo n korte termijn. Ik vind het Agentschap Telecom een toezichthouder die goed functioneert. Voor het Agentschap Telecom geldt naar mijn mening wat voor ieder onderdeel van de rijksoverheid geldt, namelijk dat het altijd beter kan, dat je altijd je best moet doen en dat je constructief moet reageren op kritiek die je krijgt. Dat zullen we dus ook in dit geval weer doen. Ik ga ervan uit dat als het Agentschap Telecom handhavingsinstrumenten toepast, het dat efficiënt doet. Zoals ik al heb gezegd, zal ik het geheel, ook naar aanleiding van de opmerkingen van de woordvoerders, bekijken en de Kamer informeren over mijn bevindingen.
De voorzitter: Hebt u daar ook een termijn voor?
Minister Kamp: Dat wil ik in het eerste kwartaal van volgend jaar wel doen.
De voorzitter: Prima.
Mevrouw Klever (PVV): Ik ben blij dat de Minister de opmerkingen over het Agentschap Telecom ter harte neemt, ernaar wil gaan kijken en er met het agentschap over wil gaan praten. Mijn vraag is of hij ook met marktpartijen gaat praten over het Agentschap Telecom, bijvoorbeeld met radiostations. Dat geeft natuurlijk een wat evenwichtiger beeld dan als de Minister alleen maar met één partij gaat praten.
Minister Kamp: Als we iets evalueren, gaan we dat soort dingen doen. Ik weet niet of het de tijd is om het Agentschap Telecom te evalueren. Ik zal bekijken hoe dat normaal in de tijd zit. Wat ik nu wil doen, is mij naar aanleiding van opmerkingen die een aantal woordvoerders hebben gemaakt op de hoogte stellen van de stand van zaken, daar een oordeel over vormen en dat met de Kamer delen. Wat ik precies moet doen om tot dat oordeel te kunnen komen, moet de Kamer even aan mij overlaten. Dan kan zij achteraf beoordelen of ik genoeg heb gedaan.
Mevrouw Klever (PVV): Als er ergens klachten zijn, verwacht je toch dat er met beide partijen wordt gesproken en niet met één partij. Wat ik nu uit de beantwoording van de Minister opmaak, is een beetje terughoudendheid om met een van beide partijen te praten. Dat lijkt me niet wenselijk. Je wilt je toch een objectief oordeel vormen over de problemen die hier worden aangekaart. Mijn collega links van mij, de heer De Liefde, heeft een voorbeeld genoemd, maar ik heb nog veel meer voorbeelden van klachten en het is niet alleen dat. Mijn vraag is dus nogmaals of de Minister dan in elk geval met de radiostations kan gaan praten.
Minister Kamp: Ik zal mijn werk zo goed mogelijk doen. Ik houd me aanbevolen voor de klachten waarvan mevrouw Klever kennis heeft. Als ik die van haar krijg, zal ik die bij mijn werk betrekken.
De voorzitter: Gaat u verder.
Minister Kamp: Ik zou over kunnen stappen naar het buitengebied.
Mevrouw Gesthuizen (SP): Ik zit toch met het volgende. Ik weet eerlijk gezegd niet zo goed wat nu de intentie van de Minister is. Hij zegt dat hij de Kamermoties, waaronder de motie-Gesthuizen c.s., graag wil uitvoeren, of althans dat hij die heeft uit te voeren. Ik krijg echter toch ergens het vermoeden dat de Minister met alles wat hij in zich heeft – dat is heel veel, want hij heeft veel in zijn mars – probeert om gewoon afspraken te maken met de sector. We kregen net te horen dat hij vreest dat er dan rechtszaken zullen worden gevoerd. Doet de Minister er echt alles aan om ervoor te zorgen dat er afspraken worden gemaakt met de sector, om er zo voor te zorgen dat de punten uit de motie wel kunnen worden uitgevoerd?
Minister Kamp: Ik vrees niet zozeer voor procedures. Ik weet gewoon dat tegen ieder besluit door de radiostations een procedure wordt gevoerd. Ik heb in drie jaar nog niet één besluit kunnen nemen waar geen procedure tegen is gevoerd. Wat betreft mijn intentie kan er bij de Kamer wat mij betreft geen twijfel bestaan. Ik wil uitvoeren wat er uit het democratische besluitvormingsproces is gekomen. Als ik dat niet zou willen, zou ik een ander baantje moeten zoeken. Ik probeer gewoon te doen wat de Kamer wil en daar doe ik echt mijn best voor, maar het gaat allemaal niet vanzelf. Ik heb ten aanzien van de verschillende onderwerpen al aangegeven wat de mitsen en maren zijn, waar ik rekening mee te houden heb. Ik probeer dus de voorwaarden vervuld te krijgen om te kunnen doen wat de Kamer heeft gezegd. Er zijn twee dingen die ik bovenaan mijn lijstje heb staan. Het eerste is verlengen in plaats van veilen en het tweede is het eraf halen van de eigendomsbeperkingen, zodat één eigenaar vier stations in eigendom zou kunnen hebben. Dat zou dan gerealiseerd moeten zijn voor 1 januari aanstaande. Dat zijn de voor mij relevante Kameruitspraken waar ik aan werk. Ik neem die besluiten uiteindelijk alleen maar als ik dat verantwoord kan doen, maar ik doe zeer mijn best om ze verantwoord te kunnen nemen. Of dat kan, hangt niet alleen van mij af. Dat hangt ook van andere betrokkenen af.
Mevrouw Gesthuizen (SP): Klopt het signaal dan niet dat er toch vanuit EZ wordt gesteld: als we er niet uitkomen, dan komt er toch een veiling?
Minister Kamp: Als dat vanuit EZ wordt gesteld, heeft men dat goed gedaan. Als ik niet op een verantwoorde manier tot verlenging kan besluiten, moet ik mij inderdaad aan de hoofdregel houden en dat is veiling. Daar stuur ik echter niet op aan. Het is ook niet wat de door mij verwachte uitkomst is van het proces. Ik stuur aan op verlengen en dat is ook de door mij verwachte uitkomst, maar dat moet wel mogelijk gemaakt worden door alle betrokkenen. Die kunnen eraan bijdragen dat ik dit op een verantwoorde wijze kan doen.
Dan ga ik in op de buitengebieden. Daar hebben verschillende woordvoerders bij eerdere gelegenheden en nu opnieuw over gesproken. We kennen allemaal de situatie. In Nederland heeft 97% van alle burgers de mogelijkheid om zich op snel internet aan te sluiten en 3% niet.
Het gaat geloof ik om 330.000 mensen die meer afgelegen wonen, die in het buitengebied wonen. We willen met zijn allen graag dat ook die mensen de mogelijkheid hebben om op snel internet aangesloten te worden. Er zijn gelukkig technische ontwikkelingen gaande. Er zijn ook ontwikkelingen gaande doordat andere overheden, met name provincies, zich daarvoor inzetten. Er zijn ontwikkelingen gaande doordat investeringsbedrijven, kabelbedrijven, bekijken wat ze nog kunnen doen. Ook zijn er ontwikkelingen gaande doordat KPN met het bestaande netwerk meer kan doen. Het bestaande kopernetwerk, het 4G-netwerk, een combinatie van koper en kabel en een combinatie van koper en 4G, al die dingen worden onderzocht. Er wordt aan getrokken om uiteindelijk dat aantal van 330.000 zo veel mogelijk terug te brengen.
Ik heb veel waardering voor wat KPN, CIF en de provincie Gelderland doen. Ook andere provincies zijn ermee bezig. We zijn allemaal aan het werk om ervaringen uit te wisselen en elkaar te helpen om te bezien hoe ver we daarmee kunnen komen. Wij hebben de internetsite, het platform dat mevrouw Mulder noemde, waarop we informatie geven en waar samenwerkingen uit voort kunnen komen. Die zijn volop gaande. Ik heb daar vandaag nog met provinciebestuurders over gesproken. Ik houd ook heel goed in de gaten welke ruimte er zit binnen de staatssteunregels van de Europese Commissie. Ik kijk ook of er oplossingen te vinden zijn daar waar belemmeringen lijken te zijn. Ik zou in algemene zin over dit onderwerp tegen de Kamer willen zeggen dat we in de goede richting aan het werk zijn en dat er verschillende oplossingen in beeld zijn. Uiteindelijk zullen de allerlaatste aansluitingen zeker een probleem blijven, omdat die heel veel geld kosten en heel weinig opleveren. De vraag is altijd of de investering nog redelijk is voor wat je eruit kunt halen. Helemaal 100% perfect zal het nooit worden, maar we moeten er wel zo dicht mogelijk bij in de buurt komen. Daar wordt naar mijn overtuiging op dit moment op de goede manier door alle betrokkenen aan gewerkt. Dit is wat ik wilde zeggen over het buitengebied.
De heer Brouwer (PvdA): Ik ben blij dat de Minister deze richting noemt. Is hij het met ons eens dat snel internet, net als water en elektriciteit, een basisvoorziening is geworden en dat het dus ook in die richting moet worden opgepakt?
Minister Kamp: Ik denk dat die vraag van de heer Brouwer bevestigend kan worden beantwoord, zonder dat ik daar meteen consequenties uit zou willen trekken. Als iets een belangrijke basisvoorziening is voor de burgers en het bedrijfsleven slaagt erin om daarin te voorzien, mogen wij de handen dichtknijpen en hoeven wij het niet te doen. Als het bedrijfsleven erin slaagt om ervoor te zorgen dat je op iedere plek in Nederland waar je dat wilt brandstof voor je auto kunt krijgen, hoeft de overheid zich daar niet mee te bemoeien. Als het bedrijfsleven erin slaagt om op iedere plek in Nederland waar je dat wilt 30 soorten brood aan te bieden, hoeft de overheid zich daar ook niet mee te bemoeien. Als het bedrijfsleven erin slaagt om 97% van de mensen in ons land op snel internet aan te sluiten – dat is het hoogste percentage van de hele wereld – kunnen we daar met genoegen kennis van nemen. Vanuit onze intentie om het altijd beter te willen doen, kunnen we dan vooral kijken naar die 3%. Daar hebben we het over. Dan gaan we proberen om daar ook zo ver mogelijk mee te komen. Ik heb de overtuiging dat dat door het bedrijfsleven kan worden gedaan, met hier en daar een zetje van verschillende overheden. Daarover ben ik met die overheden in gesprek.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA): Ik dank de Minister voor zijn inzet om zo veel mogelijk mensen aan het snelle internet te krijgen, waar zij dat willen. Een verzoek dat het CDA nog aan hem heeft, is of hij ook met de grote marktpartijen wil bekijken hoe zij de wat kleinere initiatieven kunnen ondersteunen die juist die laatste mensen aan het internet zouden willen helpen. Ziet hij daar nog kans toe?
Minister Kamp: Ik wil niet de verwachting wekken dat ik de laatste mensen ook aan het snelle internet krijg. Ik geef alleen aan dat die 3% een taaie materie is, maar dat er goed aan wordt gewerkt. 100% zal nooit bereikt worden, maar we moeten daar zo dicht mogelijk bij zien te komen. Ik wil graag een bemiddelende rol spelen om partijen bij elkaar te brengen. Dat doe ik ook. Mevrouw Mulder heeft al gevraagd naar de website samensnelinternet.nl. Daar wordt goed gebruik van gemaakt. Mensen informeren zich op die website. We kijken wat er voor feedback terugkomt, hoe we partijen aan elkaar kunnen koppelen en hoe we zelf een rol kunnen spelen. Voor mij is dat een van de mogelijkheden om die bemiddelende rol die we willen spelen, te kunnen spelen.
Mevrouw Mulder vroeg zich af of de huidige regionale beperkingen voor de regionale spelers in stand blijven. Dat is het geval. Als we gaan verlengen in plaats van veilen, blijven de huidige beperkingen in stand. Dat wil zeggen dat voor de regionale zenders maximaal 30% landelijk bereik geldt. Ik heb net in de gedachtewisseling met de heer De Liefde al iets gezegd over het belang om dat dan ook in de gaten te houden. Er moet bovendien minimaal 10% regiogerichte programmering zijn. Ook daar wil ik aan vasthouden, in die zin dat ik blijf bekijken wat redelijk is en wat eventueel aangepast zou kunnen worden. Begin 2016 komt er ook nog een uitspraak van de rechter op dit punt. Aan de hand van de ontwikkelingen en van de uitspraken die er zijn, zullen we bekijken hoe we precies met deze beperkingen om moeten gaan. Eerder heb ik al gezegd dat we bij een veiling van al die beperkingen af zouden kunnen komen en het helemaal opnieuw vorm zouden kunnen geven. De Kamer heeft gezegd dat zij niet wil veilen, maar wil verlengen. Op één onderdeel, de commerciële radio, heeft zij ook al aangegeven wat er naar haar idee zou moeten gebeuren. Zij zegt dat één eigenaar vier commerciële radiostations mag hebben. Dat betekent al dat er enige ruimte in zit. Dat heb ik in mijn achterhoofd als ik bekijk hoe we precies met de regionale zenders om moeten gaan.
Mevrouw Mulder heeft gesproken over de inzet van een onafhankelijke expert. Ook anderen hebben daarop gehint. Ik vind altijd dat de rijksoverheid, het Ministerie van Economische Zaken in dit geval, de onafhankelijke expert is. Wij hebben geen belangen. Ons enige belang is het algemeen belang en dat proberen we goed te behartigen. Wij respecteren de verschillende partijen, die allemaal hun deelbelang hebben, waarvoor zij opkomen. Dat moeten zij ook doen. Wij moeten die tegen elkaar afwegen. Wij moeten ook opvattingen hebben en ons werk goed doen. Het is echter niet zo dat we voor alles ook de optimale expertise in huis hebben. Om ons werk goed te kunnen doen, is het dus soms nodig om experts in te huren. Dat doen we in de aangewezen gevallen, maar mijn neiging is altijd om het zelf te doen met mijn eigen mensen en om pas externen in te schakelen als dat echt nodig is. Ik kan zeggen dat ik er iedere keer van uitga dat we het zelf doen en ik pas op grond van argumenten anderen in laat schakelen.
Ook heeft mevrouw Mulder gesproken over de noodoproepen, waarbij zij een aantal lopende zaken en nieuwe aandachtspunten naar voren heeft gebracht. Zij heeft gevraagd naar het overleg met gemeenten. Mevrouw Mulder verwees naar een brief die de Kamer zou zijn toegezegd. Ik zal even kijken welke brief dat precies is. Die is beloofd voor rond de jaarwisseling. Althans, ik beloof hem nu voor rond de jaarwisseling. Ik zal de aandachtspunten van mevrouw Mulder daarin meenemen.
De voorzitter: De Minister stuurt de Kamer aan het eind van het jaar en anders uiterlijk begin 2016 een brief over de stand van zaken.
Minister Kamp: Dat heb ik inderdaad gezegd.
Mijnheer Brouwer, fijn dat u hier bent. Ik feliciteer u met uw benoeming als lid van de Tweede Kamer. Het is het mooiste wat je kan gebeuren als Nederlandse burger vind ik, terugkijkend op mijn eigen carrière. Ik ben echt jaloers op u. Het is heerlijk om Kamerlid te kunnen zijn en steeds bij de bewindspersonen de vinger op zere plek te kunnen leggen.
De heer Brouwer (PvdA): Ik ben ontzettend blij dat we dat delen in elk geval.
Minister Kamp: De heer Brouwer zei dat hij kritisch is wat betreft 4G. Anderen deden dat ook. Hij zegt dat het technisch niet de oplossing is, zeker niet voor bedrijven. Ik denk dat hij daar gelijk in heeft. 4G kan in combinatie met andere voorzieningen voor consumenten een heel goede oplossing zijn, ook een kostenefficiënte oplossing. Voor bedrijven kan ik mij echter goed voorstellen dat het tekortschiet. Dan moet je zien of je door combinaties van 4G met kabel, 4G met opgewaardeerde koperverbindingen en een andere benadering van 4G als het voor dit doel wordt gebruikt, toch het nodige kunt bereiken. Als dat niet het geval is, zal er een andere voorziening moeten komen. Ik denk dat de kritische opmerkingen van de heer Brouwer op dit punt op zichzelf juist zijn.
Ik ben ingegaan op de opmerkingen van mevrouw Klever over het Agentschap Telecom.
Zij zei dat slechts 23% van de mensen in Nederland kan kiezen uit drie of meer mogelijkheden voor snel internet. Ik kan haar verzekeren dat vrijwel alle landen in de wereld op hun knieën zouden liggen als iedereen voor één mogelijkheid zou kunnen kiezen, en wij zijn al ontevreden als maar 23% uit drie mogelijkheden kan kiezen. We hebben in dit land dus de lat hoog liggen. Ik denk dat dat goed is. Dit is immers een cruciale voorziening voor de toekomst; niet alleen voor consumenten, maar ook voor het bedrijfsleven. Als we het hier op dit punt goed voor elkaar hebben, hebben we een belangrijke goede basisvoorwaarde voor onze toekomstige welvaart en werkgelegenheid gecreëerd. Ik ben dus met mevrouw Klever gemotiveerd om te proberen om die voorzieningen en de keuzemogelijkheden op dit punt zo groot mogelijk te laten zijn.
De heer De Liefde heeft gezegd dat hij wenst dat de moties van de Kamer worden uitgevoerd. Ik heb al gezegd dat dat ook mijn intentie is. Hij heeft een nadere tijdsbeperking gegeven die het voor mij niet gemakkelijker maakt, maar ik blijf gewoon mijn best doen om het zo goed mogelijk voor elkaar te krijgen. Ik zal ook mijn best doen om het uiteindelijke doel te bereiken. Ik ben ingegaan op wat hij naar voren heeft gebracht over Agentschap Telecom, in wat breder verband.
De heer De Liefde heeft ook gesproken over de verhandelbaarheid van frequenties. Ik weet niet helemaal waar het hem daarbij om gaat. Ik denk dat je als je iets koopt op een veiling of als je iets verlengt met een hoge verlengingsvergunning, iets verworven hebt en dat dan het verhandelen ervan mogelijk moet zijn. Als verhandelbaarheid echter ontaardt in speculatie, denk ik dat dat in strijd kan zijn met het oorspronkelijke doel: het zorgen voor een goed commercieel radioaanbod voor mensen in Nederland. We moeten er dus voor zorgen dat er wel sprake is van verhandelbaarheid, maar dat we speculatie niet mogelijk maken. Als zijn bedoeling is om mij ertoe aan te zetten om dat te doen, ben ik het met hem eens. Daar ben ik graag toe bereid.
Ik hoop dat ik hiermee naar behoren heb gereageerd op hetgeen de woordvoerders in eerste termijn naar voren hebben gebracht.
De voorzitter: Ik zie de leden knikken.
Mevrouw Gesthuizen (SP): Voorzitter, ik stel voor om de vergadering even heel kort te schorsen. Twee of drie minuten, voordat we aan de tweede termijn beginnen. Kan dat?
De voorzitter: Ik kijk even naar de overige leden. Ik zie dat zij akkoord zijn. Dan schorsen we de vergadering even.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
De voorzitter: Ik zie dat de leden helemaal klaar zijn voor de tweede termijn. Ik geef als eerste het woord aan mevrouw Gesthuizen voor een korte inbreng in tweede termijn. Binnen twee minuten moet dat lukken.
Mevrouw Gesthuizen (SP): Voorzitter. Dat gaat helemaal lukken. Mijn voorzichtige conclusie, nu we over de helft van het algemeen overleg zijn, is dat we niet zo heel veel verder komen vandaag. Er is gewoon nog te veel onduidelijk. Ik denk dat het er uiteindelijk van zal komen dat we na afloop van dit algemeen overleg niet zullen zeggen dat er een VAO moet komen. Het zou wel kunnen dat er leden zijn die zeggen dat zij zich het recht willen voorbehouden om alsnog een VAO te houden naar aanleiding van dit algemeen overleg voor het kerstreces. Als de Minister voor 1 januari met een brief komt, kan het zijn dat dat midden in het kerstreces is. Ik kan mij voorstellen dat die brief toch wat eerder komt en dat de Kamer er dan, desnoods tijdens een VAO, over van gedachten kan wisselen met de Minister voor 1 januari. Anders kan dat pas na het kerstreces.
Naar mijn smaak gunt het Ministerie van Economische Zaken zich iets te veel ruimte in die onderhandelingen over het voldoen aan de voorwaarden voor verlenging om ze te laten mislukken. Ik zeg daarmee overigens niet dat dit de intentie is van de Minister, maar het ministerie heeft erg veel ruimte om dat toch te laten gebeuren. Daar ben ik heel erg voor op mijn qui-vive. Daar wil ik het voor nu maar even bij laten.
Volgens mij is nog niet heel duidelijk aangegeven hoe het zit met de PMSE-sector. Kan de Minister daar nog op ingaan? Dat is namelijk wel een punt van zorg.
De voorzitter: Even voor de luisteraars en de mensen in de zaal: er kan dus nu een zogenaamd «verslag algemeen overleg» (VAO) aangevraagd worden, maar dat kan ook later. Daar heeft mevrouw Gesthuizen dus helemaal gelijk in.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA): Voorzitter. Ik wil me aansluiten bij het eerste punt dat mevrouw Gesthuizen noemde. Laten we kijken hoe de Minister hier verder op reageert. Dan kunnen we alsnog, in de voorlaatste week voor het reces, misschien nog het gesprek met elkaar aangaan in de Tweede Kamer.
Ik dank de Minister voor zijn beantwoording over het snelle internet. Hij gaat er in elk geval vol voor en dat zien we graag. We hopen toch ook dat het laatste restje wordt meegenomen, want het is zo belangrijk voor kinderen die thuis hun huiswerk willen maken en niet per se bij een vriendje verderop. Het is ook belangrijk voor ondernemers om op het platteland hun werk te kunnen doen, juist om krimp tegen te gaan, en in de toekomst voor de zorg. Dat snelle internet zit helemaal diep in ons hart.
De Minister heeft gezegd dat hij de punten van het CDA ten aanzien van het mobiele bereik van 112 meeneemt in de brief, waarvoor mijn dank.
Ik heb nog één vraag over de digitale ethertelevisie, eigenlijk wat meer iets voor mensen op het platteland. De Minister heeft gezegd dat hij eerst voornemens was om te verlengen, maar dat hij nu toch gaat veilen. Dat gaat op een relatief korte termijn gebeuren. Heeft de markt dan volgens hem voldoende tijd om zich hierop voor te bereiden? Hoe staat de Minister tegenover het idee om kort te verlengen om daarna te veilen? Is dat misschien nog een optie? Ik hoor graag het antwoord.
De heer Brouwer (PvdA): Voorzitter. Wat betreft de radiovergunningen sluit ik me bij de vorige sprekers aan. Ten aanzien van het internet in de buitengebieden ben ik ontzettend blij dat in Nederland een snelle internetverbinding een basisvoorziening wordt. Zo hoort het.
Mevrouw Klever (PVV): Voorzitter. Wat betreft de radiovergunningen, heeft mevrouw Gesthuizen het gevoel dat bij alle woordvoerders leeft goed verwoord. Daar sluit ik me dus helemaal bij aan.
Ik wil toch nog iets zeggen over de klachten over het Agentschap Telecom. Ik zal een aantal klachten aan de Minister overhandigen. Het basispunt is eigenlijk dat er na eerdere klachten vanuit de Kamer en een unaniem aangenomen motie een gedragslijn is opgesteld, de Gedragslijn netverbetering FM-omroepband, en dat die in de zomer van 2016 door het Agentschap Telecom eenzijdig is opgezegd. Ik denk dat dat een beetje de samenvatting is van de grote klacht. Sindsdien zijn er verschillende klachten binnengekomen. Ik wil de Minister dus nogmaals verzoeken om met beide partijen te spreken alvorens een conclusie te trekken over wat er aan de hand is en wat er eventueel zou moeten gebeuren.
De heer De Liefde (VVD): Voorzitter. Ik ben blij met de toezeggingen die de Minister heeft gedaan over het doen van onderzoek naar de relatie tussen het AT en de sector, dus de commerciële, publieke en regionale radioomroepen en de operators die voor hen werken. Ik ga ervan uit – wellicht kan de Minister dat nu bevestigen – dat hij ook zal spreken met die belanghebbenden en niet alleen navraag zal doen bij het AT. Dat lijkt mij voor een gedegen onderzoek wel handig.
Wat betreft de radiovergunningen ben ik blij met de toezegging van de Minister dat hij zijn, in mijn woorden, stinkende best doet om aan de wensen van de Kamer te voldoen. Dat hij juridisch nog wat ruimte laat, snap ik zeer goed vanuit zijn positie. Ik denk echter dat hij vrij goed gehoord heeft dat de Kamer in elk geval graag voor het kerstreces duidelijkheid wil over de verruiming van die eigendomsbeperkingen. Als de Minister in staat is om de Kamer op tijd van informatie te voorzien over wat het besluit is of wat de stap is, stelt hij daarmee de Kamerleden in staat om daarover al dan niet nog met hem in gesprek te gaan. Dat lijkt mij, gegeven het feit dat er al een Kameruitspraak ligt over inwerkingtreding per 1 januari 2016, de meest efficiënte weg.
De voorzitter: Ik zie dat de Minister direct kan antwoorden. Daartoe geef ik hem het woord.
Minister Kamp: Voorzitter. Die laatste woorden van de heer De Liefde kan ik helemaal voor mijn rekening nemen. Zoals hij het zegt, is het. Zo benader ik het ook.
Mevrouw Klever heeft iets gezegd over de beoordeling van de huidige praktijk van het Agentschap Telecom, wat door de heer De Liefde is bevestigd. Ik heb daar overigens vertrouwen in. Het is een goed agentschap. Voor mijzelf en voor iedereen bij de overheid geldt echter dat we altijd kijken waar het beter kan. Het hoort bij ons werk om daar open over te zijn en om dat doen. Ik zal de gedragslijn, de effecten ervan en vooral het veronderstelde opzeggen ervan erbij betrekken, zoals mevrouw Klever heeft gevraagd. Ik zal doen wat zij heeft gezegd. Ik kan echter niet met iedereen in de markt gaan praten. Ik zal wel met een aantal relevante partijen gaan praten, om zelf ook kennis te nemen van hetgeen tot klachten bij mevrouw Klever heeft geleid. Wat mevrouw Klever en de heer De Liefde daarover hebben gezegd, zal ik dus doen.
Ik ben het zeer oneens met de Kamer als zij zegt dat vanuit het ministerie de verlenging wordt tegengewerkt. Dat is echt een misverstand bij haar. Er is niet een apart iets gaande op het ministerie buiten mij om. Ik ben verantwoordelijk en de mensen op het ministerie doen hun best om mij in staat te stellen om mijn werk goed te doen. Zij leggen dingen aan mij voor, dan zeg ik hoe ik denk dat het moet gaan gebeuren en dat voeren zij vervolgens uit. Zij geven mij advies als ik het vraag. Daar heb ik geen enkele klacht over. Als er dingen gebeuren vanuit het ministerie dan is dat door mij en voor mijn verantwoordelijkheid, zowel formeel als materieel. De Kamer kan mij dus altijd aanspreken op wat daar gebeurt. Dit even voor de achtergrond van de Kamer. De mensen op het ministerie varen sowieso geen eigen koers. Voor wat betreft de kwestie verlenging of veiling kan ik haar verzekeren dat het absoluut niet zo is dat zij vooringenomen zijn tegen verlenging. Daar is geen sprake van. Zij zijn nooit vooringenomen, maar in dit geval geldt dat nog eens in het bijzonder. We proberen gewoon op een goede manier ons werk te doen. Wij zijn er met de Kamer om te bekijken wat er uit het democratische proces komt. Vervolgens is het mijn verantwoordelijkheid om dat wat eruit komt op een verantwoorde manier gerealiseerd te krijgen. Ik probeer het te laten slagen, maar ik heb geen garantie dat dat lukt. Ik doe er wel erg mijn best voor. Ik hoop niet alleen dat het lukt, maar ook dat het tijdig lukt. Ik heb begrepen dat de Kamer nog voor het reces wil weten hoe het naar mijn mening zal lopen met de eigendomsbeperkingen en het grotendeels wegnemen daarvan. Haar vraag is wat daaruit gaat komen naar mijn verwachting, zodat zij daar nog voor het reces over kan spreken. Ook daar zal ik mijn best voor doen.
Mevrouw Gesthuizen heeft nog een keer gevraagd naar de PMSE-sector, de gebruikers van draadloze microfoons zoals die worden gebruikt bij reportageverbindingen voor radio en televisie. Daar zijn dus nu al problemen vanwege het medegebruik door hen van die televisieband. Als die band straks weggehaald wordt en wordt gebruikt voor mobiele communicatie, die nog veel intensiever is, zal dat helemaal het geval zijn. Dat betekent dat die gebruikers met problemen te maken kunnen krijgen. Wat zij doen is belangrijk. Daar moet dus rekening mee gehouden worden. Ik ben met die sector in overleg. Als ik dat overleg nu bekijk, is mijn verwachting dat er op alle onderdelen werkbare oplossingen gevonden kunnen worden. De gebruikers van draadloze microfoons zullen in elk geval tot 2017, als de huidige vergunningen voor digitale televisie aflopen, geen beperkingen ondervinden. Voor wat er daarna gebeurt, probeer ik er dus samen met hen voor te zorgen dat zij op een goede manier hun werk kunnen blijven doen.
De voorzitter: Heel kort, mevrouw Gesthuizen.
Mevrouw Gesthuizen (SP): Wat houdt die toezegging van de Minister dat hij ervoor gaat zorgen nu precies in? Dat vind ik natuurlijk hartstikke mooi klinken, dat zij daarna hun werk kunnen blijven doen, maar wat koop ik daar nu precies voor?
Minister Kamp: Dat kan ik niet van tevoren zeggen. Het is nu ook al zo dat er sprake is van medegebruik van frequenties. Dan kun je elkaar dus in de weg zitten. Er moeten afspraken gemaakt worden waaraan partijen zich moeten houden. Het Agentschap Telecom moet daarop toezien. Daar hebben we het agentschap weer. Tot 1 februari 2017 verandert er niets. Voor de situatie daarna moet ik er samen met de mensen in het veld, gegeven het feit dat een groot deel van die band Europees naar mobiele communicatie gaat, voor zorgen dat er oplossingen gevonden worden voor de problemen. Daar zijn we mee bezig. Dat is het gewone werk dat we doen. Ik zal de Kamer zeker tijdig laten weten wat het resultaat is van dit overleg.
Mevrouw Gesthuizen (SP): Het zou mij een lief ding waard zijn als de Minister hier ook zou uitspreken dat hij er begrip voor heeft dat het hier vaak om heel kleine organisaties gaat, vaak zelfs liefdadigheidsorganisaties, die bij voorkeur niet op hoge kosten gejaagd dienen te worden.
Minister Kamp: Ik heb daar begrip voor en ik ben benieuwd wat het lieve ding van mevrouw Gesthuizen dan is, maar dat hoor ik nog wel.
De voorzitter: Dat bespreken we na de vergadering. Gaat u verder, Minister.
Minister Kamp: De heer Brouwer heeft nog een keer benadrukt hoe belangrijk het is dat iedereen in het land beschikking heeft over snel internet en hij bedoelt echt iedereen. Ik ben het met hem eens dat dat belangrijk is.
Mevrouw Klever ben ik op haar beide punten tegemoetgekomen.
Dan kom ik bij de heer De Liefde. Ik ben begonnen met zeggen dat ik vind dat wat hij heeft gezegd een juiste samenvatting is waar ik mij ook in kan vinden.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA): Ik heb ook nog gevraagd naar de vergunning voor digitale ethertelevisie, die op 1 januari 2017 afloopt. Kan de Minister daar nog op ingaan?
Minister Kamp: Mijn verontschuldigingen aan mevrouw Mulder, dat ik daar niet op ben ingegaan. Naar mijn idee is er voldoende tijd voor die digitale ethertelevisie. De vraag was of nadat die vergunning voor digitale ethertelevisie afloopt in februari 2017, KPN nog zou willen doorgaan met Digitenne. Ik heb nu de indruk dat men daarmee door wil gaan, en ook dat een ander dat ook wil gaan doen. Dat is allemaal positief. We bekijken of we snel tot duidelijkheid daarover kunnen komen, op een transparante manier. Dat zou via een veiling kunnen die medio 2016 plaatsvindt. Ik zal in dat proces kijken of dat allemaal op een goede manier kan dan wel of daarbij varianten in beeld moeten komen, zoals ook bedacht door mevrouw Mulder. Ik wil daar niet op vooruitlopen, maar ik sluit het ook niet uit. Ik zal het op mijn manier proberen. Mocht het niet lukken, dan betrek ik ook de door mevrouw Mulder geopperde variant daarbij. Dat betekent wel dat zo n nieuwe partij, die mogelijk wat nieuws in zou kunnen brengen wat ook voor de afnemers waardevol zou kunnen zijn, op langere afstand wordt gezet. Ik probeer dat niet te doen, maar het kan om praktische redenen toch noodzakelijk blijken. Dat zullen we af moeten wachten.
De voorzitter: Dat gezegd hebbende, zijn we aan het eind gekomen van dit algemeen overleg over telecommunicatie. Uiteraard dank ik de Minister heel hartelijk, alsmede zijn ambtenaren, en ook de leden voor hun inbreng. Er zijn twee toezeggingen gedaan. Ik verzoek iedereen nog even zorgvuldig mee te luisteren.
– De Minister zal de Kamer in loop van het eerste kwartaal van volgend jaar inzicht geven in de haalbaarheid van de veiling van de frequenties voor de digitale ethertelevisie.
– De Minister zal met de Kamer de bevindingen delen over het onderzoek naar de relatie tussen het Agentschap Telecom en de sector, en dat komt ook in het eerste kwartaal van volgend jaar.
Volgens mij zijn we hiermee aan het eind van dit algemeen overleg gekomen.
Mevrouw Gesthuizen (SP): Ik heb een nabrander, voorzitter. Ik zat even in verwarring naar mijn collega's te kijken. Volgens mij heeft een aantal leden gevraagd – de Minister heeft gezegd dat hij dat in elk geval heel erg zou proberen – om net voor de laatste week voor het kerstreces te worden geïnformeerd over de stand van zaken rond het verlengen of veilen en de problematiek rond de eigendomsbeperkingen.
Minister Kamp: Ik streef ernaar om de Kamer nog voor zij met reces gaat te informeren over uitvoering van de motie die ziet op het wegnemen van de eigendomsbeperkingen voor 1 januari 2016.
De voorzitter: Daarmee wordt dan uitvoering gegeven aan de motie die is ingediend tijdens de behandeling van de Mediawet.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA): Er is ook gezegd dat we nog de ruimte willen hebben om in die laatste week daar een VAO over te hebben. Dat was ook de bedoeling.
De voorzitter: Mocht dat niet het geval zijn, dan is het ook handig om de Kamer te informeren. Dat doet de Minister dan ook. Dan noteren we dat als derde toezegging. Hartelijk dank.
Sluiting 16.21 uur.